Gemeente van Christus Houthalen Oost
Hoe kunnen wij hen vrouwen geven nu wij gezworen hebben het niet
te doen
(Richteren 21:1-25)
“De mannen van Israel nu hadden te Mispa
gezworen: Niemand van ons zal zijn dochter aan een Benjaminiet tot
vrouw geven. Toen dan het volk te Betel gekomen was en daar tot de
avond voor Gods aangezicht bleef, verhieven zij hun stem, weenden
luid, en zeiden: Waarom, HERE, God van Israel, is dit in Israel
geschied, dat er thans een stam uit Israel gemist wordt? De volgende
morgen, in de vroegte, bouwde het volk daar een altaar en bracht
brandoffers en vredeoffers. En de Israelieten zeiden: Wie uit alle
stammen van Israel is niet in de gemeente opgekomen naar de HERE?
Zij hadden namelijk een dure eed afgelegd tegen wie niet zou opkomen
naar de HERE te Mispa, luidende: Hij zal stellig ter dood gebracht
worden” Richteren 21:1-5.
De mannen van Israel hadden gezworen dat niemand van hun zijn
dochter aan een Benjaminiet tot vrouw zou geven. Toen het volk uit
Betel was gekomen en daar bleven tot de avond voor God, verhieven
zij hun stem en weenden luid. Waarom YHWH, is dit in Israel geschied
dat er een stam uit Israel gemist wordt? De volgende morgen bouwde
het volk een altaar en bracht brandoffers en vredeoffers. Ze zeiden:
wie uit alle stammen van Israel is niet in de gemeente gekomen naar
YHWH? Ze hadden een dure eed afgelegd tegen hen die niet zouden
komen, hij zal gedood worden.
“De Israelieten hadden echter
medelijden met hun broeder Benjamin en zeiden: Heden is er een stam
van Israel afgesneden; hoe
kunnen wij aan hen die overgebleven zijn, vrouwen verschaffen, nu
wij bij de HERE gezworen hebben om hun geen van onze dochters tot
vrouw te geven? Daarom zeiden zij: Is er een uit de stammen van
Israel, die niet naar de HERE te Mispa is opgekomen? Toen bleek, dat
er uit Jabes in Gilead niemand naar de legerplaats tot de gemeente
was gekomen. Men stelde een
onderzoek in onder het volk, en zie, er was daar niemand uit de
inwoners van Jabes in Gilead. Toen zond de vergadering daarheen
twaalfduizend man uit de krijgslieden met het bevel: Gaat, en slaat
de inwoners van Jabes in Gilead met de scherpte des zwaards, ook de
vrouwen en de kinderen. Maar doet het aldus: slechts al de mannen,
en al de vrouwen die gemeenschap met een man hebben gehad, zult gij
met de ban slaan. En zij troffen onder de inwoners van Jabes in
Gilead vierhonderd meisjes aan, maagden die geen gemeenschap met een
man hadden gehad, en zij brachten dezen naar de legerplaats te Silo,
in het land Kanaan. Daarna zond de gehele vergadering een boodschap
tot de Benjaminieten, die op de rots Rimmon waren, en kondigde hun
vrede aan. Toen keerde Benjamin terug, en men gaf hun de vrouwen,
die men uit de vrouwen van Jabes in Gilead in leven had gelaten.
Toch waren er nog niet genoeg voor hen” Richteren 21:6-14.
De Israelieten hadden medelijden met hun broeder Benjamin. Vandaag
is een stam van Israel afgesneden, hoe kunnen we aan de
overgeblevenen vrouw geven, nu we bij YHWH gezworen hebben om hen
geen van onze dochters te geven? Daarom vroegen ze of er een van de
stammen niet naar Misp was gekomen. Toen bleek dat er uit Jabes in
Gilead niemand naar de gemeente was gekomen. Men deed onderzoek en
stelde vast dat het zo was. Daarop zonde de vergadering
twaalfduizend man uit met het bevel om de inwoners van Jabes te
doden, ook vrouwen en kinderen. Maar doe het zo: enkel de mannen en
vrouwen die gemeenschap hebben gehad. Zij troffen in Jabes
vierhonderd meisjes aan, maagden, en brachten die naar de
legerplaats te Silo, in Kanaän. Daarna zond de hele vergadering een
boodschap tot de Benjaminieten die op de rots Rimmon waren en
kondigde hun vrede aan. Benjamin keerde terug en men gaf hun de
vrouwen uit Jabes. Toch waren er niet genoeg voor hen.
Er waren zeshonderd mannen van
Benjamin overgebleven. Ze gebruiken menselijke logica.
Er waren niet genoeg vrouwen voor hen en ze konden er zelf geen geven
door hun belofte. Ze vragen zich af als er nergens een plaats was in
Israel, waarvan de inwoners niet naar de vergadering waren gekomen.
Die de eed niet hadden gemaakt om hun dochters niet te geven. Ze
kwamen erachter dat de bewoners van de stad Jabes in het gebied van
Gilead niet waren gekomen.Dat is het gebied aan de oostkant van de
Jordaan waar de twee stammen woonden. Jabes lag in het gebied van de
stam van Manasse. Manasse was de neef van Benjamin. Wanneer je doet
wat goed is in je eigen ogen, dan gebruik je niet altijd de beste
logica. Ze wilden een stad uitmoorden om de gevolgen van het
uitmoorden van een stam proberen op te lossen.
Silo lag in het land Kanaän en Israel gedroeg zich als de
Kanaänieten. Het is interessant te zien welk verband er is tussen
Benjamin en Jabes Gilead. De vierhonderd vrouwen van Jabes zijn
getrouwd met vierhonderd mannen van de stam van Benjamin. Later zien
we dat de eerste oorlog die Saul voert is om de bewoners van Jabes
Gilead te bevrijden van de Ammoniet Nachas (1 Samuel 11). Op het
einde van zijn koningschap, wanneer Saul is gedood, zijn het de
bewoners van Jabes Gilead die zich over zijn lichaam ontfermen. Saul
kwam uit de stam van Benjamin (1 Samuel 9).
“Het
volk had echter medelijden met Benjamin, omdat de HERE een breuk had
geslagen onder de stammen van Israel.
Daarop zeiden de oudsten der vergadering: Hoe kunnen wij aan
de overgeblevenen vrouwen verschaffen? Want de vrouwen zijn uit
Benjamin uitgeroeid. En zij zeiden: Het erfbezit der ontkomenen moet
aan Benjamin blijven, opdat er niet een stam uit Israel worde
uitgewist. Maar wij kunnen hun uit onze dochters geen vrouwen geven.
Want de Israelieten hebben gezworen: Vervloekt zij, wie aan Benjamin
een vrouw geeft! Toen zeiden zij: Zie, jaarlijks is er een feest
voor de HERE in Silo, dat noordelijk van Betel ligt, oostelijk van
de heerbaan, die van Betel naar Sichem loopt, en zuidelijk van
Lebona. Zij gaven dan aan de Benjaminieten de volgende aanwijzing:
Gaat u in hinderlaag leggen in de wijngaarden. Let dan goed op; zie,
wanneer de meisjes van Silo uittrekken om reidansen uit te voeren,
komt dan uit de wijngaarden te voorschijn, schaakt u ieder een vrouw
uit de meisjes van Silo en gaat dan naar het land Benjamin. Mochten
haar vaders of broeders komen om met ons te twisten, zo zullen wij
tot hen zeggen: Geeft ze ons goedschiks, want in de strijd hebben
wij niet voor ieder een vrouw veroverd. Voorzeker, gij hebt ze hun
niet gegeven; anders zoudt gij schuld op u hebben geladen. En de
Benjaminieten deden aldus; zij namen ieder een vrouw uit de dansende
meisjes die zij roofden, keerden terug naar hun erfdeel, herbouwden
de steden en gingen daar wonen. Toen gingen de Israelieten vandaar
weg, ieder in het verband van zijn stam en geslacht; zij vertrokken
vandaar ieder naar zijn erfdeel. In die dagen was er geen koning in
Israel; ieder deed wat goed was in zijn ogen” Richteren
21:15-25.
Het volk had medelijden met Benjamin, omdat YHWH een breuk had
geslagen onder de stammen van Israel. Daarop vroegen de oudsten: hoe
kunnen we de overgeblevenen vrouwen verschaffen? De vrouwen van
Benjamin zijn uitgeroeid. Ze zeiden: het erfbezit moet aan Benjamin
blijven, opdat er niet een stam uit Israel wordt uitgewist. Maar wij
kunnen hen uit onze dochters geen vrouwen geven. Want Israel heeft
gezworen: vervloekt zij wie aan Benjamin een vrouw geeft! Toen
zeiden ze: er is een jaarlijks feest voor YHWH in Silo. Ze gaven de
Benjaminieten de volgende aanwijzing: gaat u in een hinderlaag
leggen in de wijngaarden. Let dan goed op. Wanneer de meisjes van
Sili uittrekken om reidansen uit te voeren, schaakt u dan elk een
vrouw en ga naar het land van Benjamin. Mochten haar vaders of
broers met ons komen twisten, zullen wij tot hen zeggen: geef ze ons
goedschiks, want in de strijd hebben wij niet voor ieder een vrouw
veroverd. Gij hebt ze dan niet aan hun gegeven, anders zoudt gij
schuld op u hebben geladen. De Benjaminieten deden zo: zij namen
ieder een vrouw uit de dansende meisjes die zij roofden,
keerden terug naar hun erfdeel, herbouwden de steden en gingen daar
wonen. Toen gingen de Israelieten daar weg, ieder naar zijn erfdeel.
In die dagen was er geen koning in Israel, ieder deed wat goed was
in zijn ogen.
De Israelieten komen met het
lumineus idee dat de tweehonderd Benjaminieten zich dan maar vrouwen
moesten nemen. Ze konden ze immers niet aan hen geven en als ze ze
zelf namen, dan hadden ze de vrouwen niet geschonken. Dit is
menselijke logica ten top. Ge neemt maar wat ge wilt, dan hebben wij
tenminste onze eed niet gebroken. Ze gebruiken ontvoering en
verkrachting als oplossing voor de ontvoering en verkrachting van de
vrouw van de leviet waar dit alles mee was begonnen. Dit is wat er
gebeurt wanneer we onze eigen wil navolgen. Vierhonderd Benjamnieten
huwden de vrouwen van Jabes, tweehonderd hadden zich gewoon vrouwen
toegeëigend die bij Silo aan het dansen waren. Zo voorkwamen ze de
teloorgang van de stam Benjamin.
In Jozua wordt Kanaän veranderd in Israel, in Richteren wordt Israel
terug in Kanaän veranderd. Iedereen deed wat goed was in eigen ogen,
wat goed voelde. We zullen niet wel varen als we doen wat goed is in
onze eigen ogen. Dit is de boodschap die we moeten uitdragen.
Wanneer mensen hun gevoel navolgen dan leidt dat tot een morele
verwarring en chaos. Dit is de meest afschuwelijke periode in de
geschiedenis van Israel en zijn een direct gevolg van een volk dat
wilde doen wat recht was in hun eigen ogen. Laten wij altijd Gods
wil zoeken, en Zijn wil navolgen. Alle andere wegen zullen ons niet
geven waar we naar op zoek zijn. Het niet volgen van God is zoals
een kredietkaart, geniet nu en betaal later. Het loon van de zonde
is de dood, ellende en verdriet.