Gemeente van Christus  Houthalen Oost

In de dagen van de Richters 21:1-25 (22) 


Hoe kunnen wij hen vrouwen geven nu wij gezworen hebben het niet te doen (Richteren 21:1-25)

De mannen van Israel nu hadden te Mispa gezworen: Niemand van ons zal zijn dochter aan een Benjaminiet tot vrouw geven. Toen dan het volk te Betel gekomen was en daar tot de avond voor Gods aangezicht bleef, verhieven zij hun stem, weenden luid, en zeiden: Waarom, HERE, God van Israel, is dit in Israel geschied, dat er thans een stam uit Israel gemist wordt? De volgende morgen, in de vroegte, bouwde het volk daar een altaar en bracht brandoffers en vredeoffers. En de Israelieten zeiden: Wie uit alle stammen van Israel is niet in de gemeente opgekomen naar de HERE? Zij hadden namelijk een dure eed afgelegd tegen wie niet zou opkomen naar de HERE te Mispa, luidende: Hij zal stellig ter dood gebracht worden” Richteren 21:1-5.

De mannen van Israel hadden gezworen dat niemand van hun zijn dochter aan een Benjaminiet tot vrouw zou geven. Toen het volk uit Betel was gekomen en daar bleven tot de avond voor God, verhieven zij hun stem en weenden luid. Waarom YHWH, is dit in Israel geschied dat er een stam uit Israel gemist wordt? De volgende morgen bouwde het volk een altaar en bracht brandoffers en vredeoffers. Ze zeiden: wie uit alle stammen van Israel is niet in de gemeente gekomen naar YHWH? Ze hadden een dure eed afgelegd tegen hen die niet zouden komen, hij zal gedood worden.

De Israelieten hadden echter medelijden met hun broeder Benjamin en zeiden: Heden is er een stam van Israel afgesneden;  hoe kunnen wij aan hen die overgebleven zijn, vrouwen verschaffen, nu wij bij de HERE gezworen hebben om hun geen van onze dochters tot vrouw te geven? Daarom zeiden zij: Is er een uit de stammen van Israel, die niet naar de HERE te Mispa is opgekomen? Toen bleek, dat er uit Jabes in Gilead niemand naar de legerplaats tot de gemeente was gekomen.  Men stelde een onderzoek in onder het volk, en zie, er was daar niemand uit de inwoners van Jabes in Gilead. Toen zond de vergadering daarheen twaalfduizend man uit de krijgslieden met het bevel: Gaat, en slaat de inwoners van Jabes in Gilead met de scherpte des zwaards, ook de vrouwen en de kinderen. Maar doet het aldus: slechts al de mannen, en al de vrouwen die gemeenschap met een man hebben gehad, zult gij met de ban slaan. En zij troffen onder de inwoners van Jabes in Gilead vierhonderd meisjes aan, maagden die geen gemeenschap met een man hadden gehad, en zij brachten dezen naar de legerplaats te Silo, in het land Kanaan. Daarna zond de gehele vergadering een boodschap tot de Benjaminieten, die op de rots Rimmon waren, en kondigde hun vrede aan. Toen keerde Benjamin terug, en men gaf hun de vrouwen, die men uit de vrouwen van Jabes in Gilead in leven had gelaten. Toch waren er nog niet genoeg voor hen” Richteren 21:6-14.

De Israelieten hadden medelijden met hun broeder Benjamin. Vandaag is een stam van Israel afgesneden, hoe kunnen we aan de overgeblevenen vrouw geven, nu we bij YHWH gezworen hebben om hen geen van onze dochters te geven? Daarom vroegen ze of er een van de stammen niet naar Misp was gekomen. Toen bleek dat er uit Jabes in Gilead niemand naar de gemeente was gekomen. Men deed onderzoek en stelde vast dat het zo was. Daarop zonde de vergadering twaalfduizend man uit met het bevel om de inwoners van Jabes te doden, ook vrouwen en kinderen. Maar doe het zo: enkel de mannen en vrouwen die gemeenschap hebben gehad. Zij troffen in Jabes vierhonderd meisjes aan, maagden, en brachten die naar de legerplaats te Silo, in Kanaän. Daarna zond de hele vergadering een boodschap tot de Benjaminieten die op de rots Rimmon waren en kondigde hun vrede aan. Benjamin keerde terug en men gaf hun de vrouwen uit Jabes. Toch waren er niet genoeg voor hen.

Er waren zeshonderd mannen van Benjamin overgebleven. Ze gebruiken menselijke logica. Er waren niet genoeg vrouwen voor hen en ze konden er zelf geen geven door hun belofte. Ze vragen zich af als er nergens een plaats was in Israel, waarvan de inwoners niet naar de vergadering waren gekomen. Die de eed niet hadden gemaakt om hun dochters niet te geven. Ze kwamen erachter dat de bewoners van de stad Jabes in het gebied van Gilead niet waren gekomen.Dat is het gebied aan de oostkant van de Jordaan waar de twee stammen woonden. Jabes lag in het gebied van de stam van Manasse. Manasse was de neef van Benjamin. Wanneer je doet wat goed is in je eigen ogen, dan gebruik je niet altijd de beste logica. Ze wilden een stad uitmoorden om de gevolgen van het uitmoorden van een stam proberen op te lossen.

Silo lag in het land Kanaän en Israel gedroeg zich als de Kanaänieten. Het is interessant te zien welk verband er is tussen Benjamin en Jabes Gilead. De vierhonderd vrouwen van Jabes zijn getrouwd met vierhonderd mannen van de stam van Benjamin. Later zien we dat de eerste oorlog die Saul voert is om de bewoners van Jabes Gilead te bevrijden van de Ammoniet Nachas (1 Samuel 11). Op het einde van zijn koningschap, wanneer Saul is gedood, zijn het de bewoners van Jabes Gilead die zich over zijn lichaam ontfermen. Saul kwam uit de stam van Benjamin (1 Samuel 9).

Het volk had echter medelijden met Benjamin, omdat de HERE een breuk had geslagen onder de stammen van Israel.  Daarop zeiden de oudsten der vergadering: Hoe kunnen wij aan de overgeblevenen vrouwen verschaffen? Want de vrouwen zijn uit Benjamin uitgeroeid. En zij zeiden: Het erfbezit der ontkomenen moet aan Benjamin blijven, opdat er niet een stam uit Israel worde uitgewist. Maar wij kunnen hun uit onze dochters geen vrouwen geven. Want de Israelieten hebben gezworen: Vervloekt zij, wie aan Benjamin een vrouw geeft! Toen zeiden zij: Zie, jaarlijks is er een feest voor de HERE in Silo, dat noordelijk van Betel ligt, oostelijk van de heerbaan, die van Betel naar Sichem loopt, en zuidelijk van Lebona. Zij gaven dan aan de Benjaminieten de volgende aanwijzing: Gaat u in hinderlaag leggen in de wijngaarden. Let dan goed op; zie, wanneer de meisjes van Silo uittrekken om reidansen uit te voeren, komt dan uit de wijngaarden te voorschijn, schaakt u ieder een vrouw uit de meisjes van Silo en gaat dan naar het land Benjamin. Mochten haar vaders of broeders komen om met ons te twisten, zo zullen wij tot hen zeggen: Geeft ze ons goedschiks, want in de strijd hebben wij niet voor ieder een vrouw veroverd. Voorzeker, gij hebt ze hun niet gegeven; anders zoudt gij schuld op u hebben geladen. En de Benjaminieten deden aldus; zij namen ieder een vrouw uit de dansende meisjes die zij roofden, keerden terug naar hun erfdeel, herbouwden de steden en gingen daar wonen. Toen gingen de Israelieten vandaar weg, ieder in het verband van zijn stam en geslacht; zij vertrokken vandaar ieder naar zijn erfdeel. In die dagen was er geen koning in Israel; ieder deed wat goed was in zijn ogen” Richteren 21:15-25.

Het volk had medelijden met Benjamin, omdat YHWH een breuk had geslagen onder de stammen van Israel. Daarop vroegen de oudsten: hoe kunnen we de overgeblevenen vrouwen verschaffen? De vrouwen van Benjamin zijn uitgeroeid. Ze zeiden: het erfbezit moet aan Benjamin blijven, opdat er niet een stam uit Israel wordt uitgewist. Maar wij kunnen hen uit onze dochters geen vrouwen geven. Want Israel heeft gezworen: vervloekt zij wie aan Benjamin een vrouw geeft! Toen zeiden ze: er is een jaarlijks feest voor YHWH in Silo. Ze gaven de Benjaminieten de volgende aanwijzing: gaat u in een hinderlaag leggen in de wijngaarden. Let dan goed op. Wanneer de meisjes van Sili uittrekken om reidansen uit te voeren, schaakt u dan elk een vrouw en ga naar het land van Benjamin. Mochten haar vaders of broers met ons komen twisten, zullen wij tot hen zeggen: geef ze ons goedschiks, want in de strijd hebben wij niet voor ieder een vrouw veroverd. Gij hebt ze dan niet aan hun gegeven, anders zoudt gij schuld op u hebben geladen. De Benjaminieten deden zo: zij namen  ieder een vrouw uit de dansende meisjes die zij roofden, keerden terug naar hun erfdeel, herbouwden de steden en gingen daar wonen. Toen gingen de Israelieten daar weg, ieder naar zijn erfdeel. In die dagen was er geen koning in Israel, ieder deed wat goed was in zijn ogen.

De Israelieten komen met het lumineus idee dat de tweehonderd Benjaminieten zich dan maar vrouwen moesten nemen. Ze konden ze immers niet aan hen geven en als ze ze zelf namen, dan hadden ze de vrouwen niet geschonken. Dit is menselijke logica ten top. Ge neemt maar wat ge wilt, dan hebben wij tenminste onze eed niet gebroken. Ze gebruiken ontvoering en verkrachting als oplossing voor de ontvoering en verkrachting van de vrouw van de leviet waar dit alles mee was begonnen. Dit is wat er gebeurt wanneer we onze eigen wil navolgen. Vierhonderd Benjamnieten huwden de vrouwen van Jabes, tweehonderd hadden zich gewoon vrouwen toegeëigend die bij Silo aan het dansen waren. Zo voorkwamen ze de teloorgang van de stam Benjamin.

In Jozua wordt Kanaän veranderd in Israel, in Richteren wordt Israel terug in Kanaän veranderd. Iedereen deed wat goed was in eigen ogen, wat goed voelde. We zullen niet wel varen als we doen wat goed is in onze eigen ogen. Dit is de boodschap die we moeten uitdragen. Wanneer mensen hun gevoel navolgen dan leidt dat tot een morele verwarring en chaos. Dit is de meest afschuwelijke periode in de geschiedenis van Israel en zijn een direct gevolg van een volk dat wilde doen wat recht was in hun eigen ogen. Laten wij altijd Gods wil zoeken, en Zijn wil navolgen. Alle andere wegen zullen ons niet geven waar we naar op zoek zijn. Het niet volgen van God is zoals een kredietkaart, geniet nu en betaal later. Het loon van de zonde is de dood, ellende en verdriet.

Vorige