Gemeente van Christus Houthalen Oost
Simson zal Israel beginnen te
verlossen van de Filistijnen (Richteren 13:1-5)
“De Israelieten deden opnieuw wat kwaad
is in de ogen des HEREN; toen gaf de HERE hen over in de macht der
Filistijnen, veertig jaar. Nu was er een man uit Sora, uit het
geslacht der Danieten, Manoach genaamd, wiens vrouw onvruchtbaar was
en niet baarde. En de Engel des HEREN verscheen aan de vrouw en
zeide tot haar: Zie, gij zijt onvruchtbaar en baart niet, maar gij
zult zwanger worden en een zoon baren. Dus neem u in acht en drink
geen wijn of bedwelmende drank en eet niets onreins. Want zie, gij
zult zwanger worden en een zoon baren; geen scheermes zal ooit op
zijn hoofd komen, want van de moederschoot af zal de jongen een
nazireeer Gods zijn; hij zal een begin maken met de verlossing van
Israel uit de macht der Filistijnen” Richteren 13:1-5.
Israel deed opnieuw wat kwaad is Gods ogen, God gaf hen over in de
macht van de Filistijnen voor veertig jaar. Er was een man Manoach,
uit de stam van Dan, zijn vrouw was onvruchtbaar. De Engel van de
YHWH verscheen haar en zei dat ze zwanger zou worden en een zoon zou
baren. Ze mocht geen wijn of bedwelmende drank drinken en niets
onreins eten. De zoon die ze zou baren mocht geen scheermes op zijn
hoofd laten komen, want hij zou van de moederschoot af een nazireeër
Gods zijn Hij zal een begin maken met de verlossing van Israel uit
de macht van de Filistijnen.
In Richteren 3:31 versloeg
Samgar zeshonderd Filistijnen met een ossestok. In Richteren 10:7
ontbrandde Gods toorn tegen Israel en Hij gaf hen over in de macht
van de Filistijnen en de Ammonieten. Jefta verloste Israel uit de
macht van de Ammonieten. De vijand uit het oosten was verslagen. Nu
zal het verhaal in Richteren verdergaan met Simson die Israel zal
gaan verlossen van de macht van de Filistijnen. Maar zoals zal
blijken, is Israel er niet op gebrand om verlost te worden van de
Filistijnen. Ze geven er de voorkeur aan om te worden onderdrukt
door hen (zie Richteren 15). Ze zijn onverschillig geworden. Tot
hiertoe lazen we dat Israel, telkens ze onderdrukt werden, tot de
Here riepen om hulp. Nu lezen we dat niet. Het is dus een
verontrustende en droevige tijd in Israel. De onderdrukking door de
Filistijnen zal pas ophouden in de dagen van Samuel, na de dood van
Eli (1 Samuel 6:1; 7:2, 12-14). Simson zal Israel dus beginnen te
verlossen van de Filistijnen.
Simson is zeker geen onbesproken figuur. Hij is een man die ons doet
terugblikken naar de geschiedenis van het volk Israel. Er zijn veel
gelijkenissen tussen het leven van Simson en de geschiedenis van het
volk van Israel. Hij werd geboren uit de wil van God. Was geroepen
om God te dienen, om Hem volledig toegewijd te zijn. Simson liep
vreemde vrouwen achterna. De Here liet Simson in de steek zonder dat
hij het besefte. Simson werd een slaaf van de Filistijnen. Israel
als natie had dezelfde roeping en deed hetzelfde als Simson. We
zagen vorige keer al dat de kwaliteit van de Richters minder en
minder werd. Simsons karakter zal dat nog meer duidelijk maken.
God schiep leven waar geen leven mogelijk was. Manoach en zijn vrouw
konden geen kinderen krijgen. Dit waren moeilijke en verdrietige
tijden voor dit gezin. Maar God gebruikt deze omstandigheden om iets
moois te bewerken. God gaf hoop waar geen hoop mogelijk leek te
zijn. De stam van Dan was een kleine, onbetekenende stam. En toch
kiest God uit deze stam dit gezin uit. Ze hadden alle kansen tegen
om ook maar enige rol van betekenis te spelen. Dat is buiten God
gerekend uiteraard.
De moeder krijgt de opdracht om geen bedwelmende drank te drinken of
iets onrein te eten. Haar zoon zou een Nazireeër (Numeri 6:1-5)
zijn, en God verwachtte dat zij daar een voorbeeldfunctie in zou
nemen. Nazireeër betekent: toegewijde, afgezonderde, bijzondere.
Toch was Simsons Nazireeërschap ongewoon. Het was geen vrijwillige
keuze van Simson, God riep hem ertoe toe vanaf de geboorte tot aan
zijn dood. Er zijn maar enkelen in de bijbel die zulk een roeping
hadden. Simson, Samuel (1 Samuel 1:11) en Johannes de Doper (Lukas
1:15).
Manoachs vrouw vertelt hem dat ze
zwanger zal worden (Richteren 13:6-23)
“De vrouw nu kwam en zeide tot haar man:
Een man Gods kwam bij mij, die er uitzag als een engel Gods, zeer
vreselijk. Ik heb hem niet gevraagd, vanwaar hij was, en hij heeft
mij zijn naam niet bekendgemaakt. Maar hij zeide tot mij: Zie, gij
zult zwanger zijn en een zoon baren; dus drink geen wijn of
bedwelmende drank en eet niets onreins, want van de moederschoot af
tot de dag van zijn dood zal de jongen een nazireeer Gods zijn. Toen
bad Manoach tot de HERE en zeide: Och, Here, moge de man Gods, die
Gij gezonden hebt, nog eens tot ons komen en ons leren, wat wij met
de jongen moeten doen, die geboren zal worden. En God verhoorde de
bede van Manoach, zodat de Engel Gods wederom tot de vrouw kwam,
toen zij in het veld vertoefde en haar man Manoach niet bij haar
was. Daarop liep de vrouw haastig heen om het haar man mee te delen,
en zeide tot hem: Zie, de man die onlangs tot mij kwam, is mij
verschenen. En Manoach stond op, volgde zijn vrouw, en bij die man
gekomen, zeide hij tot hem: Zijt gij de man, die tot deze vrouw
gesproken heeft? En hij zeide: Ja. Toen zeide Manoach: Wanneer
uitkomt, wat gij gezegd hebt, hoe moeten dan de leefwijze en het
werk van de jongen zijn? De Engel des HEREN zeide tot Manoach: De
vrouw neme zich in acht voor alles, wat ik haar genoemd heb. Zij mag
niets eten, dat van de wijnstok afkomstig is; wijn of bedwelmende
drank mag zij niet drinken en niets onreins eten. Zij moet alles in
acht nemen, wat ik haar geboden heb” Richteren 13:6-14
De vrouw vertelde haar man en vertelde hem over de man Gods die
er uitzag als een engel Gods, zeer vreselijk. Ze had hem niet
gevraagd van waar hij was en hij heeft zijn naam niet bekendgemaakt.
Maar hij zei dat ze een zoon zal baren en geen bedwelmende drank
mocht drinken noch iets onrein eten. De jongen zou van de geboorte
af een Nazireeër Gods zijn. Toen bad Manoach tot God dat de man Gods
nog eens zou mogen komen om hen te leren wat ze met de jongen
moesten doen. God verhoorde het gebed en de Engel kwam opnieuw tot
de vrouw toen ze alleen was. De vrouw liep naar haar man en deelde
het hem mee. Manoach volgde zijn vrouw en kwam bij de man. Hij vroeg
hem als hij het was en hij zei ja. Hij vroeg de Engel hoe de
leefwijze en het werk van de jongen moest zijn. De Engel antwoordde
dat de vrouw alle in acht moest nemen wat hij haar geboden had. Niks
eten dat van de wijnstok komt, geen bedwelmende drank drinken en
niks onreins eten.
De Engel verscheen opnieuw aan
de vrouw. Toch maakte hij niks nieuws bekend.
“En Manoach zeide tot de Engel des
HEREN: Wij zouden u gaarne hier houden en een geitebokje voor u
bereiden. Maar de Engel des
HEREN zeide tot Manoach: Al zoudt gij mij ook hier houden, van uw
spijze zal ik niet eten. Maar indien gij het bereiden wilt, offer
het als een brandoffer aan de HERE. Manoach immers wist niet, dat
het de Engel des HEREN was. Daarop zeide Manoach tot de Engel des
HEREN: Hoe is uw naam, want, wanneer uitkomt, wat gij gezegd hebt,
dan willen wij u eren. Maar de Engel des HEREN zeide tot hem: Waarom
vraagt gij toch naar mijn naam? Immers, die is wonderbaar. Daarop
nam Manoach een geitebokje en een spijsoffer en offerde dit op een
rots aan de HERE. Toen deed Hij een wonder, terwijl Manoach en zijn
vrouw toezagen. Terwijl de vlam van het altaar omhoog steeg naar de
hemel, voer de Engel des HEREN op in de vlam van het altaar. Toen
Manoach en zijn vrouw dit zagen, wierpen zij zich op hun aangezicht
ter aarde. De Engel des HEREN verscheen niet meer aan Manoach en
zijn vrouw. Toen begreep Manoach, dat het de Engel des HEREN geweest
was. En Manoach zeide tot zijn vrouw: Wij zullen zeker sterven, want
wij hebben God gezien. Maar zijn vrouw zeide tot hem: Indien de HERE
ons had willen doden, dan zou Hij geen brandoffer en spijsoffer uit
onze hand hebben aangenomen en Hij zou ons dit alles niet hebben
laten zien en ons nu zulke dingen niet hebben laten horen”
Richteren 13:15-23.
Manoach stelt de Engel voor om hem daar te houden en een geitebokje
te bereiden. De Engel zegt dat hij hoe dan ook niet van zijn spijze
zal eten. Als hij het wilde bereiden, dan moest hij het doen als een
brandoffer aan de YHWH. Manoach wist niet dat het een Engel van de
YHWH was. Hij vraagt de Engel zijn naam zodat zij hem kunnen eren
als de voorspelling uitkomt. De Engel vraagt hem waarom hij dat
vraagt, zijn naam is immer wonderbaar. Manoach nam een geitebokje en
een spijsoffer en offerde dit aan YHWH. Toen deed God een wonder
terwijl Manoach en zijn vrouw toezagen. Terwijl de vlam van het
altaar opsteeg, voer de
Engel op in de vlam. Toen ze dit zagen, wierpen ze zich op hun
aangezicht ter aarde. De Engel verscheen hen niet meer. Manoach
begreep dat dit een Engel Gods was geweest. Hij zei zijn vrouw dat
ze zouden sterven omdat ze God hadden gezien. De vrouw stelt hem
gerust dat als God hen had willen doden, Hij geen brandoffer en
spijsoffer van hen zou hebben aangenomen. Dan zou Hij hen dit alles
niet hebben laten zien en horen.
De vrouw van Manoach blijkt
verstandiger dan haar man. Hij was bang en onzeker. Zij dacht na
over de gebeurtenissen en kwam tot de juiste conclusies. Waarom zou
God hen willen doden als Hij hun eerst een zoon belooft, de Engel
opnieuw tot hen zendt, deze de belofte herhaalt, en dan mirakuleus
in de hemel wordt opgenomen?
Simsons moeder kreeg meer instructies voor haarzelf dan voor haar
toekomstige zoon. Zelfs niet nadat zij beiden vroegen naar
instructies voor de jongen, herhaalde de Engel enkel de geboden
gegeven aan de moeder. Hier zit een belangrijk les in voor ouders.
Ouders hebben vaak een ideaalbeeld van hoe hun kinderen moeten zijn.
Ze leggen de kinderen allerlei regels en geboden op. Maar het
gebeurt dat ouders zelf vergeten om het voorbeeld te zijn van wat ze
van hun kinderen verwachten. Ouders moeten eerst bezorgd zijn over
wat zij zelf behoren te zijn. En pas dan hebben ze recht van spreken
om hun kinderen te willen opvoeden. De keerzijde is dat ouders soms
zo goddeloos en onverschillig leven en dat ze daarom de standaard
van opvoeden verlagen naar hun niveau, met alle gevolgen van dien.
Het is niet verkeerd om een hoge morele standaard van onze kinderen
te vragen. We mogen van onze kinderen verwachten om het goede te
doen. Maar leven we zelf zo? Geven we zelf het goede voorbeeld? Als
we onze kinderen zeggen dat ze niet mogen liegen tegen ons, liegen
we zelf wel als het ons uitkomt? Als we onze kinderen leren om met
bepaalde vrienden niet om te gaan omdat ze een slechte invloed zijn,
volgen we dan ons eigen advies op? Als onze kinderen niet naar
bepaalde immorele plaatsen en gelegenheden mogen gaan, gaan we er
zelf wel naar toe? Zouden we boos worden op onze kinderen als ze
hetzelfde taalgebruik als ons gebruiken? Of naar dezelfde
T.V.-programma’s kijken als ons? Zouden we boos worden op onze
kinderen als ze dezelfde gewoonten als ons hebben? Denk daar eens
over na? Willen we dat onze kinderen dezelfde geestelijke gewoonten
hebben als ons? Tijd die we met God doorbrengen? De instructies
begonnen met Simsons moeder. Wij moeten onszelf veranderen en
toewijden aan God. Pas dan kunnen wij van onze kinderen hetzelfde
verwachten.
Simson wordt geboren (Richteren
13:24-25)
“De vrouw baarde een zoon en noemde hem
Simson. De jongen groeide op, en de HERE zegende hem. En de Geest
des HEREN begon hem aan te drijven in Machane-dan tussen Sora en
Estaol” Richteren 13:24-25.
De vrouw baarde een zoon Simson. De jongen groeide op en YHWH
zegende hem. De Geest van YHWH begon hem aan te drijven in
Machane-dan.
Simson was een bijzondere man
met een bijzondere roeping. Zijn verwekking was mirakuleus. Door God
geroepen nog voor hij geboren was. Vervuld met Gods Geest van jongs
af aan. In de volgende hoofdstukken zullen we ook zien dat hij
uitzonderlijk sterk was en buitengewone gelegenheden kreeg van God.
Hij is ook de Richter over wie we het meeste worden verteld in het
boek van Richteren. Hij had alles om succesvol te zijn voor God.