Gemeente van Christus Houthalen Oost
De toorn van de Efraïmieten (Richteren
12:1)
“De Efraimieten werden opgeroepen en
trokken naar Safon. En zij zeiden tot Jefta: Waarom zijt gij
opgetrokken om tegen de Ammonieten te strijden, zonder ons te hebben
opgeroepen om met u te gaan? Daarom zullen wij uw huis boven uw
hoofd in brand steken!” Richteren 12:1.
De Efraïmieten werden opgeroepen. Ze vroegen Jefta waarom hij zonder
hen was opgetrokken om tegen de Ammonieten te strijden. Daarom
zullen wij uw huis boven u in brand steken, zeiden ze.
De Efraïmieten reageren op
dezelfde wijze als bij Gideon in hoofdstuk 8. Toen zeiden ze “Wat is
dit voor een handelswijze jegens ons, dat gij ons niet hebt
opgeroepen, toen gij ten strijde trok tegen Midjan?”. We zagen toen
dat Gideon wijs handelde en door zijn zacht antwoord hun toorn kon
afwenden. Hoe zal Jefta reageren?
.
Jefta’s antwoord op de dreiging van
Efraïm (Richteren 12:2-6)
“Maar Jefta zeide tot hen: Ik en mijn
volk hadden een hevige twist met de Ammonieten; toen riep ik u, maar
gij hebt mij niet uit hun macht gered. Toen ik zag, dat gij niet ter
redding kwaamt, heb ik mijn leven op het spel gezet en ben ik tegen
de Ammonieten opgetrokken, en de HERE heeft hen in mijn macht
gegeven. Waarom zijt gij dan heden tegen mij opgetrokken om mij te
bestrijden?” Richteren 12:2-3.
Jefta antwoordde hen dat hij en zijn volk een hevige twist hadden
met de Ammonieten. Toen hij de Efraïmieten riep, hebben ze hem niet
uit hun macht gered. Toen Jefta zag dat hulp uitbleef, heeft hij
zijn leven op spel gezet en is tegen de Ammonieten opgetrokken. De
Here heeft hen in zijn macht gegeven. Daarom vraagt Jefta waarom zij
dan vandaag tegen hem zijn opgetrokken om tegen hem te strijden.
Jefta prijst zichzelf en
verwijt hen van lafheid. Hij heeft initiatief genomen toen er een
dreiging was. Hij heeft moed getoond. Maar zij daarentegen waren
nergens te bespeuren toen het er toe deed. Jefta laat hen duidelijk
merken dat hij niet opgezet is met hun gedrag.
“Jefta riep hierop alle mannen van
Gilead op en streed tegen Efraim. En de mannen van Gilead versloegen
de Efraimieten. Dezen immers hadden gezegd: Gij zijt weggelopen
Efraimieten; (Gilead ligt midden tussen Efraim en Manasse). Gilead
bezette de doorwaadbare plaatsen van de Jordaan naar Efraim. Wanneer
nu een der vluchtelingen van Efraim zeide: Laat mij oversteken, dan
zeiden de mannen van Gilead tot hem: Zijt gij een Efraimiet? En
antwoordde hij: Neen, dan zeiden zij tot hem: Zeg eens sjibboleth.
Zeide hij dan: sibboleth, en kon hij het dus niet op de juiste wijze
uitspreken, dan grepen zij hem en sloegen hem dood bij de
doorwaadbare plaatsen van de Jordaan. In die tijd vielen er van
Efraim tweeenveertigduizend man” Richteren 12:4-6.
Jefta riep alle mannen van Gilead op en streed tegen Efraïm. Hij
versloeg hen. Zij hadden immers gezegd dat zij weggelopen
Efraïmieten waren. Gilead bezette de doorwaadbare plaatsen van de
Jordaan naar Efraïm. Als nu één van de vluchtelingen van Efraïm
vroeg om over te steken, dan vroegen de Gileadieten als hij een
Efraïmiet was. Als deze ontkende dan vroegen ze hem om sjibolleth te
zeggen. Wanneer hij dan sibboleth zei, en het dus niet op de juiste
manier
uitspreken, dan doodden ze hem bij de doorwaadbare plaatsen. In die
tijd vielen tweeënveertigduizend Efraïmieten.
De Efraïmieten
lieten zich niet doen. Nadat Jefta hen had verweten laf te zijn,
provoceerden ze hem terug door te beweren dat de Gileadieten slechts
minderwaardige,weggelopen Efraïmieten waren. Efraïm lag ten westen
van de Jordaan en Gilead ten oosten. Ze beweerden dus dat de
Gileadieten ‘would be’ Efraïmieten waren.
Dit ontketende een strijd tussen Efraïm en Gilead. Dit is hoe ruzies
ontsporen. Stemmen worden luider en de argumenten worden bitsiger.
Zo gaat het door totdat er fysiek geweld bij komt of zelfs moord.
De Gileadieten maakten gebruik van de culturele verschillen tussen
de stammen. Efraïm kon een bepaalde klank niet uitspreken. Wanneer
er dan een Efraïmiet de Jordaan wilde oversteken, vroegen ze hem om
‘sjibolleth’ uit te spreken. Diegene die dat niet kon, werd gedood.
De Amerikaanse oma van mijn schoonzuster vertelde me onlangs hoe zij
zonder problemen een inwoner van Boston kan onderscheiden van andere
Amerikanen, enkel door hun spraak. In België kennen we
Oost-vlamingen die de ‘g’ niet kunnen uitspreken. Of de Limurgers
die er om gekend zijn om traag en zingend te spreken.
Scilt ende Vrient (Schild en Vriend): in de aanloop naar de
Guldensporenslag gingen de Vlamingen tijdens de Brugse metten de
Fransen te lijf. Om elkaar in de schemering te kunnen herkennen en
om zichzelf van hun vijanden te kunnen onderscheiden werd een
strijdkreet bedacht. De keuze viel op "Schild en Vriend", naar een
bekend gebed dat gebruikt werd om God bijstand in de strijd af te
smeken. Een bijkomende eigenschap van deze leuze was dat
Franstaligen moeite hebben met de uitspraak van deze woorden. Deze
strijdkreet is ook een sjibbolet (bron: wikipedia).
Jefta stierf (Richteren 12:7)
“Jefta richtte Israel zes jaar. En de
Gileadiet Jefta stierf, en werd begraven in een stad in Gilead”
Richteren 12:7.
Jefta richtte Israel zes jaar en hij stierf.
Er stierven meer Israelieten
door de hand van Jefta dan dat er stierven door vijanden in de rest
van het boek. Hun richter werd hun vijand. God liet het toe dat
Israel zichzelf ten gronde richtte. Jefta richtte slechts zes jaar
in Israel. De zonden van het volk werden erger. De tijd van
onderdrukking werd zwaarder. De tijd van vrede werd minder lang. De
kwaliteit van de richters werd minder. Ze bevonden zich in een
negatieve spiraal.
Ibsan, Elon en Abdon richtten Israel (Richteren
12:8-15)
“Na
hem richtte Ibsan uit Betlehem Israel. Hij had dertig zonen. Dertig
dochters huwelijkte hij uit en dertig dochters haalde hij van elders
voor zijn zonen. Hij richtte Israel zeven jaar. En Ibsan stierf en
werd te Betlehem begraven” Richteren 12:8-10.
Na Jefta richtte Ibsan uit Bethlehem Israel. Hij had dertig zonen en
dertig dochters. Hij richtte Israel zeven jaar en stierf.
Jefta en Ibsan zijn de enige
richters waarvan we worden verteld dat ze dochters hadden. Jefta
zijn dochter stierf ongehuwd. Ibsan huwelijkte zijn dochters uit.
“Na
hem richtte de Zebuloniet Elon Israel. Hij richtte Israel tien jaar.
En de Zebuloniet Elon stierf en werd begraven te Ajjalon, in het
land Zebulon” Richteren 12:11-12.
Na Ibsan richtte Elon Israel voor tien jaar en hij stierf.
“Na
hem richtte de Piratoniet Abdon, de zoon van Hillel, Israel. Hij had
veertig zonen en dertig kleinzonen, die op zeventig ezelhengsten
reden. Hij richtte Israel acht jaar. En de Piratoniet Abdon, de zoon
van Hillel, stierf, en werd begraven te Piraton, in het land Efraim,
in het gebergte der Amalekieten” Richteren 12:13-15.
Na Elon richtte Abdon Israel. Hij had veertig zonen en dertig
kleinzonen die op zeventig ezelhengsten reden. Hij richtte Israel
acht jaar en stierf.