Gemeente van Christus Houthalen Oost
We hebben de eerste elf hoofdstukken afgesloten met de bevestiging
van het Koningschap van de Here en Zijn Gezalfde Die als een koning
zal heersen tot in alle eeuwigheden (11:15). Gods toorn is gekomen
over de goddelozen en Zijn knechten werden daarvan bespaard.
Christus’ Koningschap is bevestigd ondanks de tegenstand die er was.
Vanaf hoofdstuk 12 komen we in deel 2 van het boek Openbaringen.
Johannes neemt ons mee achter de schermen en laat ons zien dat de
verdrukking van de gelovigen in deel 1 in werkelijkheid een conflict
is tussen God en satan. We zullen zien dat zij die de christenen
verdrukten in deel 1 slechts werktuigen van satan zijn.
De vrouw en de draak (12:1-6)
Er werd een groot teken in de hemel gezien: een vrouw bekleed met de
zon, met de maan onder haar voeten en een krans van twaalf sterren
op haar hoofd. Zij was zwanger en schreeuwde in haar weeën en pijn
om te baren. Er werd een ander teken in de hemel gezien: een grote
rossige draak met zeven koppen en tien horens en op zijn koppen
zeven kronen. Zijn staart sleepte een derde van de sterren des
hemels mee en wierp die op de aarde.
“En
de draak stond voor de
vrouw, die baren zou, om, zodra zij haar kind gebaard had, dit te
verslinden” 12:4b. En zij baarde een zoon, een mannelijk
wezen dat alle heidenen zal hoeden met een ijzeren staf en haar kind
werd plotseling weggevoerd naar God en Zijn troon. De vrouw vluchtte
weg naar de woestijn, waar zij een plaats heeft, door God bereid,
opdat zij daar twaalfhonderdzestig dagen onderhouden zou worden.
In het begin van deel 2
krijgen we een beeld van een vrouw en een grote rossige draak. We
zien ook een zwangere vrouw die op het punt staat om een kind te
baren, een zoon dat de heidenen zal hoeden met een ijzeren staf (vgl
19:15). De Psalmist gebruikt deze woorden om te verwijzen naar de
Christus (Psalm 2; vgl Efeziërs 1:20-23; Openbaring 1:5). Christus
is voortgekomen uit het Joodse volk en heeft een nieuw verbond
gemaakt voor zowel Jood als Griek, zoals God had beloofd aan Abraham
(vgl Hebreeën 9:15, 11:40; Romeinen 1:16; Genesis 12:3). De grote
rossige draak wordt in 12:9 geïdentificeerd als de oude slang, de
duivel en de satan (vgl Efeziërs 6:10; 1 Petrus 5:8). Hij is erop
uit om het kind te verslinden dat de vrouw zou gaan baren (vgl
Herodes in Matteus 2:16; Joden in Johannes 5:18). Toen Jezus werd
gekruisigd, leek het daarom ook dat de satan had gewonnen. Maar
Christus’ dood was juist satans nederlaag (vgl Johannes 17:4;
Hebreeën 2:14-15). Toen het kind dat de vrouw had gebaard, was
opgenomen in de hemel, vluchtte de vrouw weg naar de woestijn waar
God haar twaalfhonderdzestig dagen lang zal onderhouden. De vrouw
staat voor Gods volk, eerst Israël onder het oude verbond ten tijde
dat Christus in de wereld kwam, daarna de christenen bestaande uit
hen uit de Joden en Grieken die zich tot Christus bekeren (vgl
Galaten 4:4-5).
De draak overwonnen (12:7-12)
Er kwam oorlog in de hemel; Michael en zijn engelen hadden oorlog te
voeren tegen de draak. Ook de draak en zijn engelen voerden oorlog
maar hij kon geen standhouden en hun plaats werd in de hemel niet
meer gevonden. “En de grote draak werd
op de aarde geworpen, de oude slang, die genaamd wordt duivel en de
satan, die de gehele wereld verleidt; hij werd op de aarde geworpen
en zijn engelen met hem” 12:9. En Johannes hoorde een luide
stem in de hemel zeggen: Nu is verschenen het heil en de kracht en
het koningschap van onze God en de macht van Zijn Gezalfde want de
aanklager van onze broeders, die hen dag en nacht aanklaagde voor
onze God is nedergeworpen. En zij hebben hem overwonnen door het
bloed van het Lam en door het woord van hun getuigenis en zij hebben
hun leven niet liefgehad tot in de dood. “Daarom,
verheugt u, gij hemelen en wie daarin wonen. Wee de aarde en de zee,
want de duivel is tot u nedergedaald in grote grimmigheid, wetende,
dat hij weinig tijd heeft” 12:12
Waar we eerst gezien hebben
wat er op aarde gebeurde, krijgen we nu een beeld van wat er op dat
moment in de hemel gebeurde. De aartsengel Michael (Judas 1:9;
Daniël 10:13; 12:1) voerde oorlog tegen de draak en zijn engelen.
Maar de draak kon geen standhouden en hun plaats werd niet meer
gevonden in de hemel. Het plan om het kind te verslinden, had
gefaald (Handelingen 2:24). De aanklager heeft zijn macht verloren
om de gelovigen bij God aan te klagen. Satan is overwonnen door het
bloed van het Lam, door het woord van hun getuigenis en het niet
liefhebben van het leven tot de dood door hen die geloven (Johannes
12:25; Matteus 10:28). Nu Gods overwinning duidelijk is doordat
Christus is opgewekt uit de dood (Kolossenzen 1:13-14), beseft satan
dat hij weinig tijd heeft en zal hij in grote grimmigheid met een
nieuw plan komen.
De draak vervolgt de vrouw (12:13-18)
Toen de draak zag dat hij op de aarde was geworpen, vervolgde hij de
vrouw die het mannelijke kind had gebaard. Aan de vrouw werden twee
vleugels van de grote arend gegeven om naar de woestijn te vliegen,
naar haar plaats, waar zij onderhouden wordt buiten het gezicht van
de slang, een tijd en tijden en een halve tijd.
De slang wierp water als een stroom uit haar bek achter de vrouw, om
haar door de stroom mee te sleuren. De aarde kwam de vrouw te hulp
en de aarde opende haar mond en verzwolg de stroom die de draak uit
zijn bek had geworpen. “En de draak werd
toornig op de vrouw en ging heen om oorlog te voeren tegen de
overigen van haar nageslacht, die de geboden van God bewaren en het
getuigenis van Jezus hebben; en hij bleef staan op het zand der zee”
12:17-18.
Toen de satan besefte dat hij
op de aarde was geworpen en de confrontatie met God had verloren,
kwam hij met het nieuwe plan om de vrouw die het kind had gebaard,
te vervolgen. Maar de vrouw wordt vleugels gegeven om naar de
woestijn te vliegen, buiten het gezicht van de slang (vgl Exodus
19:4). Hoewel Gods kinderen op deze wereld leven, zijn zij niet van
deze wereld (Johannes 17:11,16). Zij die God liefhebben, zullen door
Hem worden beschermd (Jesaja 40:31; Psalm 46:1-3). Satan probeert de
vrouw mee te sleuren met een stroom water, maar de aarde verzwolg de
stroom van de satan (vgl Jesaja 8:5-8, 42:15, 43:2; Psalm 18:4;
144:7). Daarop wordt satan toornig en gaat hij heen om oorlog te
voeren tegen de overigen van het nageslacht van de vrouw, nl zij die
de geboden van God bewaren en Jezus’ getuigenis liefhebben.
De draak verloor toen hij het
kind probeerde te verslinden.
De draak verloor de strijd in de hemel.
De draak verloor toen hij de vrouw door een stroom wilde meesleuren.
God gebruikt satans’
middelen tegen zichzelf. Hij is een grote verliezer, geef hem dus
niet meer krediet dan hem toekomt.
Het beest uit de zee (13:1-10)
Johannes zag uit de zee een beest opkomen met tien horens en zeven
koppen en op zijn horens tien kronen en op zijn koppen namen van
godslastering. En het beest dat hij zag was een luipaard gelijk, en
zijn poten als van een beer en zijn muil als van een leeuw. “En
de draak gaf hem zijn kracht en zijn troon en grote macht”
13:2b.
Een van zijn koppen was dodelijk gewond en zijn dodelijke wond genas
en de hele aarde ging het beest met verbazing achterna. Zij aanbaden
de draak, omdat hij aan het beest de macht had gegeven en zij
aanbaden het beest zeggende: wie is aan het beest gelijk? En: wie
kan er oorlog tegen voeren?
Het beest werd een mond gegeven, die grote woorden en
godslasteringen spreekt en hem werd macht gegeven dit tweeënveertig
maanden lang te doen. En het beest opende zijn mond tot lasteringen
tegen God, om Zijn Naam te lasteren en Zijn tent en hen, die in de
hemel wonen. “En hem werd gegeven om
tegen de heiligen oorlog te voeren en hen te overwinnen; en hem werd
macht gegeven over elke stam en natie en taal en volk” 13:7.
En allen die op aarde wonen, zullen het beest aanbidden, ieder wiens
naam niet geschreven is in het boek des levens van het Lam dat
geslacht is, sedert de grondlegging van de wereld.
Het beest dat uit de zee kwam,
kreeg zijn macht van de satan. Het is dus een werktuig van de satan
om oorlog te voeren tegen de heiligen. Het beest uit de zee heeft
gelijkaardige kenmerken als de draak (vgl 12:3-4 met 13:1-2). Dit
beeld is gelijkaardig aan de profetie van Daniël in Daniël 7:1-8.
Daniël leert ons dat het vierde dier van zijn visioen een koninkrijk
is, nl het Romeinse Rijk
(vgl Daniël 7:19-27; 2:36-45). De zeven koppen van het beest staan
voor zeven koningen (Openbaringen 17:9-10). Sommigen zien in de
dodelijke wond die genas keizer Nero, die herrees in de persoon van
keizer Domitianus. Dat is een mogelijke uitlegging.
Hoewel satan uit de hemel was
geworpen, heeft hij dus nog steeds macht over de koninkrijken van de
aarde (vgl Lukas 4:5-8). Hij is nog steeds de overste van deze
wereld ( Johannes 12:31;14:30;16:11), maar deze macht kan te allen
tijde door God worden afgenomen (vgl Daniël 4:17). De macht die
satan aan het beest gaf was 42 maanden, dus een bepaalde, incomplete
tijd.
Het beest uit de zee heeft 4
kenmerken:
1. Het lastert God
2. Het voert oorlog tegen de heiligen en overwint hen
3. Het heeft de macht over de aarde
4. Het wordt aanbeden door hen wiens namen niet in het boek des
levens staan
Daniël |
|
Openbaringen |
7:7 |
Tien horens |
13:1 |
Indien iemand een oor heeft, hij hore. Indien iemand in
gevangenschap voert, dan gaat hij in gevangenschap. Indien iemand
met het zwaard zal doden, dan moet hij zelf met het zwaard gedood
worden. Hieruit blijkt de volharding en het geloof van de heiligen.
Al de mensen gingen het beest
met verbazing achterna en aanbaden de draak. Dat wat satan niet was
gelukt in de hemel, probeert hij nu op aarde te bewerken d.m.v. het
beest. Maar de christenen moesten in dit alles volharding en geloof
tonen. Wat op hen afkwam moesten ze aanvaarden en ondergaan, hetzij
gevangenschap, hetzij de dood.
Het beest uit de aarde (13:11-18)
Johannes zag een ander beest opkomen uit de aarde en het had twee
horens als die van het Lam, en het sprak als de draak. Het oefent al
de macht van het eerste beest voor diens ogen uit. “En
het bewerkt, dat de aarde en zij, die daarop wonen, het eerste beest
zullen aanbidden, welks dodelijke wond genezen was” 13:12b.
Het doet grote tekenen, zodat het zelfs vuur uit de hemel doet
nederdalen op de aarde ten aanschouwen van de mensen. Het verleidt
hen die op de aarde wonen wegens de tekenen die hem gegeven zijn te
doen voor de ogen van het beest. En het zegt tot hen die op de aarde
wonen dat zij een beeld moeten maken voor het beest dat de wond van
het zwaard had en levend geworden is. En hem werd gegeven om aan het
beeld van het beest een geest te schenken zodat het beeld van het
beest ook zou spreken, en maken dat allen die het beeld van het
beest niet aanbaden, werden gedood.
En het maakt dat aan allen, de kleinen en de groten, de rijken en de
armen, de vrijen en de slaven, een merkteken gegeven wordt op hun
rechterhand of op hun voorhoofd, dat niemand kan kopen of verkopen
dan wie het merkteken van het beest of het getal van zijn naam
heeft. Hier is de wijsheid: wie verstand heeft, berekene het getal
van het beest, want het is het getal van een mens, en zijn getal is
zeshonderd zesenzestig.
Na het beest uit de zee, komt
er een tweede beest op uit de zee. Dit beest maakt dat zij het beest
uit de zee zullen aanbidden, nl het Romeinse Rijk.
Het beest uit de aarde heeft
4 kenmerken:
1. Het heeft 2 horens zoals het Lam
2. Het spreekt zoals de draak
3. Het oefent haar macht uit voor de ogen van het eerste beest
4. Het maakt dat de aarde het eerste beest zal aanbidden
Het beest uit de aarde doet
zich voor als het Lam maar spreekt zoals de duivel. Het werkt samen
met en voor het eerste beest en zorgt ervoor dat de mensen het
eerste beest zullen aanbidden.
De aanbidding van de Romeinse
keizers en heel de cultus daar omheen, past helemaal in dit plaatje.
De satan heeft doorheen de tijd steeds gewerkt met bedrieglijke
tekenen en wonderen om de mensen van het geloof weg te trekken (2
Tessalonissenzen 2:9-12; Matteus 24:24). Maar er is een duidelijk
onderscheid te zien tussen satans’ bedrieglijke tekenen en die van
God (vgl Exodus 7:10-12; Handelingen 8:5-13). Satan gebruikt zijn
leugens om goddeloze mensen te misleiden (2 Timoteus 3:13; 2
Korintiërs 11:14-15). Net zoals God het leven gaf aan de mens, zo
geeft het beest een levensgeest aan het beeld.
Satan voert oorlog tegen de heiligen door de mensen een beeld te
laten aanbidden. Gezien de heiligen dat beeld niet zullen aanbidden,
kan hij dus het Romeinse Rijk gebruiken om de gelovigen te doden.
Maar hij gaat verder, net zoals God de zijnen verzegelde (7:2-3),
verzegelt ook satan de zijnen. Het gevolg is dat allen die het
merkteken van het beest niet hebben, niet meer kunnen kopen of
verkopen. Het mag duidelijk zijn dat een mens geen twee meesters kan
dienen (Matteus 6:24; 12:30). De consequenties van het niet
aanbidden van het beest, kent grote gevolgen op aarde.
Zij die de ruïnes van Efeze bezoeken, zullen zien dat er tempels
staan die gewijd waren aan Vespasianus, Titus en Domitianus. De
christenen die in de eerste eeuwen na Christus niet meededen met de
Romeinse keizercultus kenden zware tijden van vervolging en werden
als verraders van het Romeinse Rijk beschouwd.
Velen hebben al geprobeerd om een uitlegging te geven om het nummer
666 te verklaren. Sommigen zien in 666 een mega computer in België,
of een president in Amerika, of een bar code die de banken
gebruiken, of de som van de naam van keizer Nero, … . Van sommige
uitleggingen kunnen we duidelijk zeggen dat ze totaal niet passen in
de gedachte van van het boek Openbaringen zoals we tot hiertoe
hebben gezien. We moeten niet proberen om een hedendaagse toepassing
in te lezen in het boek. Als we genoeg fantasie en regels uitvinden,
dan kunnen we 666 alles laten betekenen wat we ook maar willen. We
moeten 666 proberen te verstaan zoals de eerste christenen dit
zouden hebben verstaan. Verder is het ook niet onbelangrijk om op te
merken dat veel getallen symbolisch worden gebruikt in het boek, we
denken aan de 144.000 verzegelden, de 1000 jaar, de 42 maanden en
1260 dagen, … . Als zeven staat voor volmaaktheid, dan staat zes
voor onvolmaaktheid. Merk op dat de satan God altijd probeert te
imiteren.
Satan |
imiteert |
God |
draak |
plant |
Vader |
Conclusie
Satan heeft tot 3 keer toe verloren van God en probeert nu Gods werk tegen te staan door oorlog te voeren tegen de heiligen. Hij gebruikt hiervoor het beest uit de zee, nl het Romeinse Rijk en het beest uit de aarde, nl de keizercultus. Deze twee beesten staan en vallen samen en zijn beiden werktuigen van de satan.