Gemeente van Christus  Houthalen Oost

Levenslessen van Prediker (3) / Prediker 4:13-5:19

De zoon van David en koning van Jeruzalem deelt zijn wijsheid mee over het leven op deze aarde zonder God. Hij begint zijn boek met de conclusie van zijn observaties “Ijdelheid der ijdelheden, zegt Prediker, ijdelheid der ijdelheden! Alles is ijdelheid!” Prediker 1:2. Alles wat de mens uitwerkt is ijdel, of anders gezegd voorbijgaand, tevergeefs.

De zoektocht van Prediker (4:13-5:19)

Beter iemand die zich laat waarschuwen (4:13-16)

Hoewel er vaak op arme mensen wordt neergekeken, is er een belangrijke les te leren. Een arme jongeling die wijs is, is beter dan een oude maar dwaze koning die zich niet wil laten waarschuwen. Soms zijn mensen zo vol van zichzelf dat ze ‘er niet van willen weten’ wat de ander te zeggen heeft. Alleen een dwaas handelt zo. De jonge maar wijze komt uit de gevangenis om koning te worden hoewel hij onder het koningschap van een ander als arme was geboren.

De weg van de dwaas is recht in zijn ogen, maar wie naar raad luistert, is wijs” Spreuken 12:15.
Het oor, dat luistert naar de terechtwijzing die ten leven is, zal vertoeven te midden der wijzen. Wie de tucht in de wind slaat, veracht zijn leven; maar wie naar terechtwijzing luistert, verkrijgt verstand” Spreuken 15:31-32.

Ouderdom en macht zijn geen garantie voor succes, maar wel of men wijs is. Maar ook de populariteit van de wijze jongeling die de oude dwaze koning opgevolgde kent zijn einde. Hoewel het volk met hem meeliep toen hij koning werd, vond de volgende generatie in hem geen vreugde.

Populariteit komt en gaat. Populariteit is vluchtig. Beroemde zangers, acteurs, atleten, politici, … komen en gaan. Vandaag ben je beroemd en morgen beteken je niets meer (vgl Justin Bieber, enkele jaren geleden was hij onbekend, vandaag is hij populair en binnen enkele jaren zal iemand anders zijn plaats hebben ingenomen).

Geef uw mond geen gelegenheid om te zondigen (4:17-5:6)

Behoed uw voet, als gij naar Gods huis gaat; immers, naderen om te horen is beter dan het offeren der dwazen, want die weten niet, dat zij kwaad doen” 4:17.

Het is mogelijk om God te eren op een wijze dat je Hem beledigt. Iemand van aanzien ga je met eerbied en ontzag behandelen. Wanneer je tot Gods huis nadert, moet je bereid zijn te luisteren naar wat God zegt en wilt. Dwazen offeren maar naar hun eigen goeddunken en ze weten niet dat ze daarmee kwaad doen.

Wees niet overijld met uw mond, en uw hart haaste zich niet om een woord voor Gods aangezicht uit te spreken; want God is in de hemel en gij zijt op de aarde, laten daarom uw woorden weinige zijn. Want gelijk de droom komt door veel bezigheid, zo dwaas gepraat door veel woorden” 5:1-2.

Te vaak zijn mensen vlug om een woord te spreken omdat ze uit hun emotie spreken i.p.v. met hun verstand. Prediker waarschuwt om dat niet te doen en om juist uw woorden weinige te laten zijn. Want net zoals mensen door druk bezig te zijn, gaan dromen, zo is het ook dat zij die veel woorden spreken dwaze praat verkondigen. Lasteraars en zij die roddelen zijn mensen die zich niet kunnen beheersen in hun spreken, ze hebben een drang om altijd maar weer te willen praten over alles en iedereen. Ze denken niet na voordat ze hun mond opendoen. Zo is het ook vaak wanneer mensen praten met God. Ze zeggen maar iets zonder na te denken over wat ze zeggen en tegen Wie ze het zeggen! We moeten beseffen dat God rekenschap zal vragen van hetgeen wij tegen Hem zeggen.

Als gij God een gelofte hebt gedaan

Als gij God een gelofte gedaan hebt, talm er dan niet mee die in te lossen, want Hij heeft geen welgevallen aan de dwazen; wat gij beloofd hebt, moet gij inlossen. Het is beter, dat gij niet belooft dan dat gij belooft en niet inlost. Geef uw mond geen gelegenheid om u te doen zondigen, en zeg niet in tegenwoordigheid van de Godsgezant, dat het een vergissing was; waarom zou God vertoornd worden over uw woorden en het werk uwer handen verderven? Want er zijn dromen in menigte, zo zijn er ook talrijke ijdele woorden; vrees echter God” 5:3-6.

Hoeveel mensen maken niet een belofte aan God? Soms beloven mensen God dingen wanneer ze iets van Hem willen verkrijgen, en vergeten ze dat God van hen verlangt dat ze het beloofde inlossen. Het is niet omdat het beloofde moeilijker is dan verwacht, dat het daarom niet moet worden ingelost. Wees daarom voorzichtig wat je belooft aan God. Kijk naar het voorbeeld van Ananias en Saffira in Handelingen 5:1-11 en wat de gevolgen waren van hun ongehoorzaamheid, zij hadden tegen God gelogen. Denk eens aan je huwelijksbelofte! (v.b. een prediker die beloofde om geen andere vrouw te trouwen).

Is het verkeerd om God iets te beloven? Nee.
Is het verkeerd om tot God te bidden en dingen te vragen? Nee.
Is het verkeerd om God te aanbidden? Nee.

Maar doe het op ernstige, eerbiedige en godvrezende wijze! God is in de hemel en wij zijn op de aarde. Zij die bedenken hoe zeer God te vrezen is, zullen hun lippen ervan weerhouden om vluchtige beloften te maken.

Wees niet verbaasd over het onrecht van hooggeplaatsten (5:7-8)

Hooggeplaatsten hebben gemakkelijk toegang tot de rijkdommen van het land. Het is daarom een gewone zaak onder hen die de hoogste plaatsen in een land bekleden om zichzelf te verrijken en te beschermen. De geldzucht verblindt hen voor het onrecht dat ze daarbij uitoefenen. Ze onderdrukken de arme en schenden het recht en gerechtigheid. Ze loeren op elkaars positie opdat hun bevoorrechte positie niet verloren zou gaan. Zulke mensen zijn meer begaan om hun postje dan om hun ambt. De ene verbergt de geheimen van de andere en ze stoppen elkaar smeergeld toe. Het was in de tijd van Prediker zo en het is in onze tijd niet anders. (vgl de Agusta affaire in de jaren 90 waarbij Frank vandenbroucke beweerde de opdracht te hebben gegeven het smeergeld te verbranden – Willy Claes kon toen niet meer secretaris-generaal van de N.A.V.O. blijven omdat hij rechtstreeks betrokken was).

Het is een zegen voor een land wanneer een koning regeert in het besef dat wanneer het land het goed doet, hij het ook goed heeft. Spijtig genoeg zuigen veel regeerders hun land leeg voor hun eigen gewin.

Wie geld liefheeft wordt van geld niet verzadigd (5:9-16)

Wie geld liefheeft, wordt van geld niet verzadigd, noch wie rijkdom liefheeft, van inkomsten. Ook dit is ijdelheid. Bij het vermeerderen van het goed vermeerderen ook zij die het verteren; en wat is het gewin van de bezitter daarvan anders dan het toezien?” 5:9-10.

De meeste mensen op deze wereld denken dat geld verzadiging kan brengen, maar ook dit is een ijdele gedachte. Zij die geld liefhebben zullen er niet door worden verzadigt. Hoeveel geld wil je? Wanneer is het voldoende? Mensen willen altijd meer dan dat ze op het moment hebben. En wat is het gevolg daarvan? Hoe meer je hebt, hoe meer mensen van dat geld zullen profiteren. Mensen met veel geld hebben andere mensen nodig die hun helpen om hun geld en bezittingen te beheren. En deze mensen doen dat natuurlijk niet voor niets (verzekeringen, huishoudhulp, beleggingsadviseurs, onderhoudsmensen, …). Hoe meer geld we hebben, hoe meer we uitgeven. Is het niet vreemd dat ons budget met de jaren groter wordt en het toch nooit genoeg lijkt te zijn. Wat ben je ermee als je meer hebt dan dat je kan gebruiken, dan dat je er alleen maar naar kan kijken?

Het onheil van rijkdom

Zoet is de slaap van hem die werkt, of hij weinig of veel eet; maar de verzadiging van de rijke laat hem in het geheel niet slapen” 5:11.

Als je niets te verliezen hebt, dan slaap je beter. Ook zij die werken slapen beter van hun harde werk. De overvloed van de rijke stoort hem zelfs nog in zijn slaap. Hoeveel mensen zijn er niet die niet kunnen slapen omdat ze zoveel rijkdom hebben en overwelmd worden door veel zorgen. Rijkdom veroorzaakt angst!

Het wegvallen van rijkdom

Er is een smartelijk kwaad, dat ik gezien heb onder de zon: rijkdom, door zijn bezitter bewaard tot zijn eigen onheil. Die rijkdom toch gaat door tegenspoed teniet” 5:12-14a.

Het is altijd gemakkelijk om rijker te worden (v.g.l. opslag), maar het is vreselijk moeilijk om rijkdom af te geven. Mensen die hun goedbetaalde job kwijtraken geraken depressief en sommigen plegen zelfs zelfmoord (v.g.l. faillissement Sabena). Wanneer mensen hun rijkdom kwijtraken, dan stort hun wereld in. Hoe moet het nu verder? Rijkdom veroorzaakt pijn! Het ene moment is het er en plots niet meer. Deze dingen liggen niet altijd in onze macht, vertrouw er dus niet op! Hoe vlug is het niet gebeurd dat een huis afbrandt door kortsluiting of blikseminslag? Hoe vlug is een auto ongeval niet gebeurd?

Wanneer je sterft neem je niets mee

Wat levert al ons harde werk op als we uiteindelijk sterven? Inderdaad: niets! We nemen er niets van mee. We worden niet geboren met autosleutels of huissleutels in onze handen, we worden niet geboren met een dure horloge aan onze arm, we worden niet geboren met een spelconsole, … .

en heeft hij een zoon verwekt, dan heeft hij niets meer, zoals hij uit de schoot zijner moeder gekomen is, zo gaat hij weer heen, naakt zoals hij gekomen is, en hij verkrijgt niets door zijn zwoegen, dat hij aan deze zou kunnen nalaten. Zo is ook dit een smartelijk kwaad; geheel zoals hij gekomen is, zo gaat hij heen, en welk voordeel heeft hij ervan, dat hij zich voor wind heeft afgetobd? Zelfs nuttigt hij zijn spijze gedurende al zijn levensdagen in duisternis, en hij heeft veel verdriet, lijden en ergernis” 5:14b-16.

Er is zoveel ijdelheid in het leven dat het dwaas is om je vertrouwen en je hoop op je rijkdom en bezittingen te stellen. Waarom zou je je leven vullen met verdriet, lijden en ergernis als je weet dat dit het gevolg is van het begeren van rijkdom? Stel je vertrouwen niet op je werk, vandaag is het er nog maar morgen misschien niet meer (vgl videotheken die vandaag de dag overbodig zijn geworden). Zie Matteus 6:24-34. We moeten leren om net als Paulus genoegen te nemen met de omstandigheden waarin we verkeren (Filippenzen 4:11-13; Hebreeën 13:5).

Het is een gave Gods om te genieten van uw rijkdommen (5:17-19)

Zie, wat ik als goed heb opgemerkt, is dit: dat het voortreffelijk is te eten en te drinken en het goede te genieten bij al het zwoegen, waarmee iemand zich aftobt onder de zon gedurende de weinige dagen van zijn leven, die God hem schenkt, want dit is zijn deel. Ook ieder mens, aan wie God rijkdom en schatten geeft, en die Hij in staat stelt daarvan te eten en zijn deel te krijgen en zich bij zijn zwoegen te verheugen, dat is een gave Gods. Want hij denkt niet dikwijls aan de kortheid zijns levens, omdat God hem zich laat vermeien in de blijdschap zijns harten” 5:17-19.

Wij moeten over onze rijkdom heersen en niet onze rijkdom over ons. Het is één ding dat God ons leven zegent met aardse bezittingen, maar het is een ander ding om in staat te zijn ervan te genieten. Dat is een gave van God. Wat zijt ge met uw rijkdom als ge er niet van kunt genieten. Alleen iemand met een juiste kijk op het leven kan genieten van wat dit leven te bieden heeft. Het is niet dat je op vakantie gaat dat je daarom ook van je vakantie kan genieten.


Vorige