Gemeente van Christus Houthalen Oost
De zoon van David en koning van Jeruzalem deelt zijn wijsheid mee
over het leven op deze aarde zonder God. Hij begint zijn boek met de
conclusie van zijn observaties “Ijdelheid
der ijdelheden, zegt Prediker, ijdelheid der ijdelheden! Alles is
ijdelheid!” Prediker 1:2. Alles wat de mens uitwerkt is
ijdel, of anders gezegd voorbijgaand, tevergeefs. Er zijn twee
begrippen die centraal staan in het boek, nl ‘ijdelheid’ en ‘onder
de zon’.
Het leven is ijdel (1:1-11)
Hoewel de schrijver zijn naam niet zegt, geeft hij ons wel een
indruk van wie hij was (1:1, 1:12, 1:16). Het lijkt erop dat Salomo
de auteur was gezien hij de enige is waarvan wij weten die in
aanmerking komt om het leven te leiden dat Prediker heeft geleefd (1
Koningen 4, 10-11). Maar dit kan niet met absolute zekerheid worden
gezegd.
Hij stelt zich de vraag “Welk voordeel
heeft de mens van al zijn zwoegen, waarmee hij zich aftobt onder de
zon?” Prediker 1:3 (vgl 2:22). Het boek Prediker geeft ons
een antwoord op deze vraag, maar roept tegelijk ook veel nieuwe
vragen op. We moeten niet verwachten dat we een antwoord zullen
vinden op onze vele ‘waarom’ vragen, maar Prediker zal ons wel leren
wat de oplossing is voor onze vele vragen. Wat is de zin van ons
leven? Wat is het nut van de dingen waarmee we ons elke dag
bezighouden en najagen?
Stel je voor dat je een frigo
koopt en hem thuis installeert. Er is een handleiding bij maar je
begrijpt die niet en besluit je frigo te gebruiken om je eten op te
warmen. Je zal gefrustreerd geraken omdat de frigo niet doet wat jij
wilt dat hij doet. Maar dan komt iemand die je uitleg geeft waarvoor
je je frigo wel kan gebruiken. Als je de raad van je vriend volgt
zal je begrijpen waarvoor je de frigo kunt gebruiken en waarom het
je eerst frustreerde.
Deze illustratie geeft weer hoe onze houding tegenover het leven
behoort te zijn. Het is beter te weten dat het leven en wat het
leven te bieden heeft ons niet zal vervullen, dan in onwetendheid
gefrustreerd door het leven te gaan omdat je dingen najaagt die je
niet kunnen bevredigen.
Mensen komen en mensen gaan maar de natuur blijft hetzelfde
(1:3-8)
De zon komt op en de zon gaat onder.
De wind gaat voort en komt terug.
Beken blijven naar de zee stromen zonder dat de zee vol wordt.
Alles blijft zijn beloop gaan en het is vermoeiend voor de mens om
het te doorgronden.
Het oog vindt geen verzadiging van het zien en het oor wordt niet
vervuld van het horen.
Alles blijft gewoon verdergaan in het leven en herhaalt zich, zonder
dat we echt goed begrijpen waarom. Dat is wat Prediker probeert te
zeggen. Als je ergens een rivier hebt gezien, dan zal je als je
jaren later teruggaat diezelfde rivier zien.
Er is niets nieuws onder de zon (1:9-11)
“Wat geweest is, dat zal er zijn, en wat
gedaan is, dat zal gedaan worden; er is niets nieuws onder de zon”
1:9.
Waarvan men denkt dat het nieuw is, was er al lang. ‘Geschiedenis
herhaalt zichzelf’. Waar wij in ons leven naar op zoek zijn, daar
waren onze voorouders ook al naar op zoek. De dingen waarmee wij ons
leven zin mee proberen te geven, hebben zij ook uitgeprobeerd.
De zoektocht van Prediker (1:12-2:26)
“Ik, Prediker, was koning over Israel te
Jeruzalem; en ik zette mijn hart erop om na te vorsen en onderzoek
te doen naar de wijsheid in alles, wat onder de hemel geschiedt. Dat
is een kwade bezigheid, die God aan de mensenkinderen gegeven heeft
om zich daarmee te kwellen. Ik nam in ogenschouw alle daden, die
onder de zon verricht worden, en zie: alles is ijdelheid en najagen
van wind!” 1:12-14.
Prediker had zijn hart erop gezet onderzoek te doen naar alles wat
onder de hemel geschiedt. Hij heeft alles geprobeerd. Maar hij kwam
tot het besef dat het een kwade bezigheid is omdat alles vruchteloos
is en het najagen van de wind.
Heb je ooit al eens de wind proberen na te jagen? En wat als je de
wind zou vangen, wat dan? Zo is het leven, de mens jaagt dingen na
en wanneer hij het heeft dan stelt het niets voor en hij vindt er
geen verzadiging in. De mens is omringd door vele onvolkomenheden en
hij kan er niets aan veranderen. En hoe meer wijsheid hij heeft, hoe
meer hij deze dingen zal zien en het zal hem meer bedroeven dan dat
het hem zal verzadigen.
“Want in veel wijsheid ligt veel
verdriet, en als iemand kennis vermeerdert, vermeerdert hij smart”
1:18. Hoe meer je weet dat er geen verzadiging te vinden is in deze
dingen, hoe meer bedroefd je zal zijn. Wat wij proberen na te jagen,
hebben al de mensen voor ons ook al nagejaagd.
De verlustiging in het goede is ijdelheid (2:1-11)
Lachen is dwaas, vreugde waarom dient het? Prediker verkwikte
zijn lichaam met wijn terwijl de geest de leiding hield met wijsheid
“totdat ik zou ontwaren, wat de
mensenkinderen het beste kunnen doen onder de hemel gedurende de
weinige dagen van hun leven” 2:3b. Hij gebruikte wijn wijs.
Prediker deed grote dingen in zijn leven, hij had toegang tot alle
mogelijke genietingen (2:4-8).
Hij bouwde allerlei grote bouwwerken.
Hij had zoveel geld dat hij alles kon kopen.
Hij had aanzien en macht onder de mensen.
Hij had entertainment, ontmoette mooie plaatsen en belangrijke
mensen
Salomo had 700 vrouwen en 300 vrouwen (1 Koningen 11:3)
Als er iets betekenisvol is in het leven dan zouden het deze dingen
zijn. Prediker stond aan de top van de maatschappij, had veel
rijkdom en bezittingen, veel sexueel genot en ander plezier, veel
aanzien en respect. En wat was zijn conclusie van alles wat hij had
ondervonden?
“Zo werd ik groter en rijker dan allen
die voor mij te Jeruzalem geweest waren; ondertussen bleef mijn
wijsheid mij bij. En
niets dat mijn ogen wensten, ontzegde ik ze, noch hield ik mijn hart
van enige vreugde terug, ja, mijn hart verheugde zich over al mijn
zwoegen, en dit was wat al mijn gezwoeg mij opleverde. Toen ik mij
nu wendde tot alle werken die mijn handen hadden gewrocht, en tot
het zwoegen waarmee ik mij had afgetobd om die te volbrengen; zie,
alles was ijdelheid en najagen van wind, en er is geen voordeel
onder de zon” 2:9-11.
Wat al deze dingen
Prediker opbrachten, was voldoening toen hij ermee bezig was. Maar
wanneer hij terugkeek naar alles wat hij had gedaan, besefte hij dat
deze dingen hem geen verzadiging hadden gegeven. Het enige wat hij
eruit heeft gehaald, was genot toen hij ermee bezig was. Genot van
goede dingen op zich is niet verkeerd, maar het brengt geen
verzadiging. We kennen allemaal het gevoel dat we ergens naartoe
leven, en wanneer we het dan hebben gehad dan zeggen we: ‘was dit nu
het?’ (vgl bezoek bij oma, pas rijbewijs, nieuwe auto).
Wijzen en dwazen treft eenzelfde lot (2:12-17)
Hoe staat de koning die Prediker zou opvolgen tegenover alles wat
hij had gedaan?
Wijsheid heeft een voordeel op dwaasheid.
De wijze ziet waar hij naartoe gaat, de dwaze wandelt in duisternis,
maar uiteindelijk treft éénzelfde lot hen allen.
Wat is dan het nut van zo wijs te zijn geweest?
Beiden worden vergeten en beiden sterven.
Het is frustrerend en ontmoedigend dat zowel de wijze als de dwaze
sterven. Daarom is het leven ijdel omdat het over is wanneer je
sterft. Waarom heb je jezelf dan zo afgetobd tijdens dit ijdele
leven? Wat neem je ervan mee?
Wat zal het nageslacht doen? (2:17-23)
Prediker kreeg een afkeer van het leven.
Prediker kreeg een afkeer van al zijn zwoegen omdat hij het moest
nalaten voor diegene die na hem kwam.
Zal deze persoon wijs of dwaas zijn en toch zal hij macht hebben
over alles wat Prediker heeft opgebouwd.
De wijze die gezwoegd heeft met wijsheid, kennis en bekwaamheid moet
zijn deel nalaten voor diegene die zich daarvoor geen moeite heeft
gegeven.
Welk voordeel heeft een mens wanneer hij zijn leven lang werkt met
verdriet, zorgen en zonder rust?
Veel mensen ontzeggen zich
vreugde en geluk in het leven omdat ze altijd maar bezig zijn met
materiële dingen. Hoeveel mensen denken niet dat hun bezittingen van
hun zijn? Kijk eens naar al de grote paleizen van deze wereld, waar
zijn de mensen die er in vroegere tijden in hebben gewoond? Het is
nu van een ander. Zo is het ook met onze bezittingen, ofwel gaat het
stuk, ofwel wordt het van iemand anders.
Toen Salomo stierf werd het grote rijk Israel verdeeld in twee
delen, het noordelijke Israel en het zuidelijke Juda (1 Koningen
12-14). Het land werd één grote goddeloze puinhoop dat uiteindelijk
resulteerde in ballingschap. De mens weet niet wat zijn nakomelingen
zullen doen met datgene wat hij heeft opgebouwd. Waarom heb je er
dan zo hard voor gezwoegd?
Gods gave om te genieten van je zwoegen (2:24-26)
Het komt van Gods hand wanneer een mens kan genieten van zijn
zwoegen.
“Want aan een mens die Hem welgevallig
is, geeft Hij wijsheid, kennis en vreugde; maar hem die niet
welgevallig is, geeft Hij de taak om te verzamelen en bijeen te
brengen, ten einde dit te geven aan wie Gode welgevallig is. Ook dit
is ijdelheid en najagen van wind” 2:26.
Prediker leefde in het bewustzijn dat hen die Gode welgevallig zijn
door God worden gezegend. Zij die God niet welgevallig zijn,
gebruikt God om hen te zegenen die Hem wel welgevallig zijn.
Zelfs met de beperkingen van het leven is het meeste wat de mens uit
het leven kan halen, om te genieten van de dingen die je hebt op het
moment dat je het hebt (2 mensen die op vakantie gaan: voorbereiden,
tegenslag, teleurstelling / we zullen wel zien hoe het loopt, als
het meevalt dan valt het mee).
De mensen die het meeste van
het leven kunnen genieten zijn zij die het minste van het leven
verwachten. Zij die tevreden zijn met wat het leven hen brengt.