Gemeente van Christus Houthalen Oost
Joas werd op zevenjarige leeftijd koning over Juda. Hij deed wat
recht is in de ogen van de Here zolang de priester Jojada leefde.
Hij vernieuwde de tempel van God. Na de dood van Jojada werd Joas
afvallig en kwam er toorn over Juda en Jeruzalem. God probeerde hen
tot Zich te doen wederkeren, maar ze wilden niet luisteren. Daarop
trekt Hazael van Aram tegen hem op en moet Joas zich onderwerpen
omdat God de Arameeërs deed overwinnen. Uiteindelijk wordt Joas
gedood door zijn dienaren.
Joachaz wordt koning over
Israel (2 Koningen 13:1-9)
In het drieentwintigste jaar van Joas, de zoon van Achazja, de
koning van Juda, werd Joachaz, de zoon van Jehu, koning over Israel
te Samaria; hij regeerde zeventien jaar. “Hij
deed wat kwaad is in de ogen des Heren en volgde de zonden na, die
Jerobeam, de zoon van Nebat, Israel had doen bedrijven; daarvan week
hij niet af” 2 Koningen 13:2. Daarom ontbrandde de toorn des
Heren tegen Israel, en Hij gaf hen in de macht van Hazael, de koning
van Aram, en in de macht van Benhadad, de zoon van Hazael, al die
tijd.
Tijdens het koningschap van
Joas van Juda, wordt Joas, zoon van Jehu koning over het noordelijke
Israel. Omdat Jehu Gods Wil had uitgevoerd door het huis van Achab
te straffen, zouden zijn zonen tot in het vierde geslacht op de
troon van Israel zitten (2 Koningen 10:30-31). Maar Jehu’s zoon Joas
deed net als hij wat kwaad was in de ogen van de Here, hij week niet
af van de zonden van Jereobeam (1 Koningen 12:26-33). Daarom gaf God
hen over in de macht van Hazael en zijn zoon Benhadad. We herinneren
ons nog hoe Hazael zijn meester Benhadad doodde om zelf aan de macht
te komen (2 Koningen 8:7-15), en nu zien we dat hij zijn zoon naar
zijn voormalige heer noemt.
Maar Joachaz zocht de gunst van de Here, en de Here hoorde naar hem,
want Hij had gezien hoe zwaar de koning van Aram Israel verdrukte.
En de Here gaf aan Israel een verlosser, zodat zij onder de
overheersing van Aram uit kwamen en de Israelieten in hun tenten
konden wonen zoals tevoren. Toch weken zij niet af van de zonden van
het huis van Jerobeam, die hij Israel had doen bedrijven; daarmee
gingen zij voort. Ook bleef te Samaria de gewijde paal staan.
Waarlijk, hij had aan Joachaz geen krijgsvolk overgelaten dan
vijftig ruiters, tien strijdwagens en tienduizend man voetvolk; want
de koning van Aram had hen te gronde gericht en hen gemaakt als stof
bij het dorsen. Het overige van de geschiedenis van Joachaz en alles
wat hij gedaan heeft en zijn dappere daden, is dat niet beschreven
in het boek van de kronieken der koningen van Israel? Joachaz ging
bij zijn vaderen te ruste en men begroef hem in Samaria; zijn zoon
Joas werd koning in zijn plaats.
Toen Israel werd verdrukt,
zocht Joachaz de gunst van God en de Here luisterde naar hem omdat
God had gezien hoe zwaar de koning van Aram Israel verdrukte (vgl
Amos 1:3-4). Onderdrukking was en is vaak enorm zwaar en buiten alle
proportie. God gaf aan Israel een verlosser zodat zij werden bevrijd
van de onderdrukking van Aram. Het is niet duidelijk wie deze
verlosser was. Toch bekeerden zij zich niet van hun goddeloze wegen.
Zij wilden niet de gevolgen van hun daden dragen, maar ze wilden ook
niet hun goddeloze daden veranderen. Hoe vaak zien we dit niet in
onze eigen omgeving! Joachaz’ koninkrijk bleef verzwakt achter. Hij
stierf en zijn zoon Joas werd koning in zijn plaats.
Joas wordt koning van Israel (2 Koningen 13:10-13)
In het zevenendertigste jaar van Joas, de koning van Juda, werd Joas,
de zoon van Joachaz, koning over Israel te Samaria; hij regeerde
zestien jaar. “Hij deed wat kwaad is in
de ogen des Heren; hij week niet af van al de zonden die Jerobeam,
de zoon van Nebat, Israel had doen bedrijven; daarmee ging hij voort”
2 Koningen 13:11. Het overige van de geschiedenis van Joas en alles
wat hij gedaan heeft en zijn dappere daden, hoe hij gestreden heeft
tegen Amasja, de koning van Juda, is dat niet beschreven in het boek
van de kronieken der koningen van Israel? Nadat Joas bij zijn
vaderen te ruste gegaan was, zette Jerobeam zich op de troon. Joas
werd begraven in Samaria bij de koningen van Israel.
Tegen het einde van het
koningschap van Joas van Juda, werd Joas, zoon van Joachaz koning
over Israel. Maar ook hij wandelde verder in de zonden van Jerobeam.
Elisa’s dood (2 Koningen 13:14-21)
Elisa lag ziek aan de ziekte, waaraan hij zou sterven. Joas, de
koning van Israel, kwam tot hem en weende over hem en zeide: Mijn
vader, mijn vader! Wagens en ruiters van Israel! Elisa zeide tot
hem: Haal boog en pijlen. En toen hij voor hem boog en pijlen
gehaald had, zeide hij tot de koning van Israel: Leg uw hand aan de
boog. En hij legde er zijn hand aan. Toen legde Elisa zijn handen op
die van de koning. Daarna beval hij: Open het venster naar het
oosten. En toen hij het geopend had, zeide Elisa: Schiet. En hij
schoot. Toen zeide hij: Een pijl der overwinning van de Here, ja,
een pijl der overwinning op Aram. Gij zult Aram bij Afek tot
vernietiging toe verslaan. Daarna zeide hij: Neem de pijlen. Toen
hij ze genomen had, zeide hij tot de koning van Israel: Sla op de
grond. Hij sloeg driemaal en hield toen op. En de man Gods werd
toornig op hem en zeide: Gij hadt vijfmaal of zesmaal moeten slaan,
dan hadt gij Aram verslagen tot vernietiging toe. Maar nu zult gij
Aram driemaal verslaan. Daarna stierf Elisa en men begroef hem. Nu
plachten de benden van de Moabieten bij het aanbreken van het jaar
in het land te komen. Terwijl men eens bezig was iemand te begraven,
zie, daar zagen zij een bende: toen wierpen zij de man in het graf
van Elisa en liepen weg. En toen de man met het gebeente van Elisa
in aanraking kwam, werd hij levend, en rees overeind op zijn voeten.
Elisa was ziek geworden. Toen
Joas van Israel hoorde dat Elisa ziek was geworden, kwam hij tot hem
een weende over hem. Hij gebruikte dezelfde woorden die Elisa tot
Elia sprak (2 Koningen 2:12). De profeten Gods waren een veilige
toevlucht voor de verwarde harten van de goddelozen. Joas besefte
dat het einde van Elisa was gekomen en hij weent om hem. Elisa zegt
Joas om pijlen en boog te halen en om een pijl naar het oosten te
schieten. Deze stond symbool voor de overwinning op Aram bij Afek.
Daarna zegt Elisa dat Joas met de pijlen op de grond moest slaan.
Maar na driemaal slaan hield hij er al mee op. Elisa werd kwaad op
Joas omdat hij meer had moeten slaan. Dan zou hij Aram helemaal
hebben kunnen verslaan, maar nu slechts driemaal.
Elisa sterft en werd begraven. Een tijd later tijdens een inval van
een bende Moabieten was men juist bezig iemand te begraven. Omdat ze
de bende zagen aankomen, wierpen ze het lijk vlug in het graf van
Elisa en liepen weg. Maar toen het lijk met het gebeente van Elisa
in aanraking kwam, werd het terug levend. Dit wonder doet ons denken
aan de doden die weer levend werden toen Jezus stierf (Matteus
27:51-53).
Joas verslaat Aram (2 Koningen 13:22-25)
Hazael, de koning van Aram, verdrukte Israel al de dagen van Joachaz.
Maar de Here was hun genadig, erbarmde Zich over hen, en keerde Zich
weer tot hen ter wille van zijn verbond met Abraham, Isaak en Jakob;
Hij wilde hen niet verdelgen en had hen nog niet van voor zijn
aangezicht verworpen. Nadat Hazael, de koning van Aram, gestorven
was, werd zijn zoon Benhadad koning in zijn plaats. En Joas, de zoon
van Joachaz, heroverde op Benhadad, de zoon van Hazael, de steden
die deze op diens vader Joachaz in de oorlog veroverd had; Joas
versloeg hem driemaal en heroverde de steden van Israel.
Zoals voorspeld door de
profeet, versloeg Joas
Benhadad driemaal.