Gemeente van Christus Houthalen Oost
God zorgde ervoor dat de koning de Sunammitische welgezind was zodat
zij haar land terugkreeg. Verder zagen we ook hoe Elisa profeteerde
dat Hazael zijn koning zou doden en in zijn plaats koning van het
vijandige Aram zou worden. God zou de goddeloosheid van Hazael gaan
gebruiken om de goddeloosheid van Israel te straffen.
Joram wordt koning van Juda (2 Koningen
8:16-24)
“In het vijfde jaar van Joram, de zoon
van Achab, de koning van Israel (Josafat was toen koning van Juda)
werd Joram, de zoon van Josafat, koning van Juda” 2 Koningen
8:16. Hij was tweeendertig jaar oud, toen hij koning werd; hij
regeerde acht jaar te Jeruzalem. Hij wandelde in de weg van de
koningen van Israel, zoals het huis van Achab deed, want hij had een
dochter van Achab tot vrouw; hij deed wat kwaad is in de ogen des
Heren.
Omdat deze periode in de geschiedenis van de koningen van Israel en
Juda nogal eens verwarrend kan zijn, is het goed om het schema nog
eens even voor de geest te halen.
Op dit moment is Joram, zoon van Achab, koning van Israel. Zijn
broer Achazja had na de dood van hun vader Achab twee jaar over
Israel geregeerd (1 Koniningen 22:52). Achazja stierf omdat hij de
Baäl had geraadpleegd ipv God (2 Koningen 1:1-17). Hierna werd Elia
in de hemel opgenomen en werd Elisa profeet in zijn plaats.
In het vijfde jaar van Joram, zoon van Achab en koning van Israel,
werd Joram, zoon van Josafat op tweeëndertigjarige leeftijd koning
van Juda. Maar Joram van Juda handelde net zoals de koningen van
Israel. We worden ook verteld waarom. Omdat hij Atalja, een dochter
van Achab was gehuwd (2 Kronieken 22:2; 2 Koningen 8:26). Deze
beïnvloedde hem om te doen wat kwaad is in de ogen van de Here. 2
Kronieken 21:1-4 geeft ons een inzicht van wat hij deed:“Josafat
ging bij zijn vaderen te ruste en werd begraven bij zijn vaderen in
de stad Davids; zijn zoon Joram werd koning in zijn plaats.
Zijn broeders, de zonen van Josafat, waren: Azarja, Jechiel,
Zekarja, Azarjahu, Michael en Sefatja. Deze allen waren zonen van
Josafat, de koning van Israel.
Hun vader had hun vele geschenken gegeven, bestaande uit
zilver, goud en kostbaarheden, benevens vestingsteden in Juda; maar
het koningschap had hij gegeven aan Joram, want deze was de
eerstgeborene. Toen Joram het koningschap van zijn vader aanvaard
had en zich krachtig gevoelde, doodde hij al zijn broeders met het
zwaard en ook enige oversten van Israel” 2 Kronieken 21:1-4.
Het lijkt erop dat Josafat de andere zonen liefhad boven Joram, maar
dat hij het koningschap aan Joram gaf omdat hij de oudste was en
niet omdat hij de beste keuze was. Integendeel, de andere zonen
hadden vele geschenken van hun vader gekregen, in tegenstelling tot
Joram. Joram was iemand die zeer machtsgeil was, want zo gauw als
hij zich sterk genoeg voelde, doodde hij al zijn broers met het
zwaard en ook enkele leiders van Israel (=Juda, zie 2 Kronieken
21:2). Nu de grootste bedreiging er niet meer is, kon hij op zijn
gemak heersen. Zulke mensen zijn zo ambitieus dat ze over lijken
gaan om hun doel te bereiken. Hij was duidelijk niet van zin om de
God van zijn vader en broers te dienen (vgl 1 Johannes 3:12)!
“Maar de Here wilde Juda niet verderven
ter wille van zijn knecht David, aan wie Hij immers had toegezegd
hem te allen tijde een lamp voor zijn zonen te zullen geven”
2 Koningen 8:19. In zijn dagen onttrokken de Edomieten zich aan de
macht van Juda en stelden een koning over zich aan.
Toen trok Joram naar Sair
met al zijn krijgswagens; en des nachts maakte hij zich op en
versloeg de Edomieten, die hem en de bevelhebbers der krijgswagens
omsingeld hadden; en het volk vluchtte naar zijn tenten. Toch
onttrok Edom zich aan de macht van Juda tot op de huidige dag. Toen
viel ook Libna af, in diezelfde tijd. Het overige van de
geschiedenis van Joram en alles wat hij gedaan heeft, is dat niet
beschreven in het boek van de kronieken der koningen van Juda? Joram
ging bij zijn vaderen te ruste en werd begraven bij zijn vaderen in
de stad Davids; zijn zoon Achazja werd koning in zijn plaats.
Hoewel Juda de goddeloosheid
van Israel had overgenomen, wilde de Here Zijn belofte aan David
niet verbreken (2 Samuel 7:12-17; Psalm 89:28-34). Dit was echter
geen vrijbrief voor de Judese koningen om ongestraft te kunnen
zondigen. Uiteindelijk zou de belofte aan David zijn vervulling
kennen in de komst en het Koningschap van de Christus (Lukas
1:69,79).
De goddeloosheid van Joram veroorzaakte dat de Edomieten
zich aan hun macht
onttrokken. Joram trok naar Sair met zijn leger en kon de Edomieten
verslaan. Maar toch konden de Edomieten zich aan de macht van Juda
onttrekken. Ook Libna onttrok zich in die tijd aan de macht van
Juda. “Toch onttrok Edom zich aan de macht van Juda tot op de
huidige dag. Toen onttrok zich ook Libna aan zijn macht, in
diezelfde tijd, want hij had de Here, de God zijner vaderen,
verlaten. Ook hij maakte offerhoogten op de bergen van Juda, hij
bracht de inwoners van Jeruzalem tot afgoderij en verleidde Juda” 2
Kronieken 21:10-11.
De brief van Elia (2 Kronieken
21:12-20)
Toen kwam er een schrijven tot hem van de profeet Elia, dat luidde:
Zo zegt de Here, de God van uw vader David: omdat gij niet gewandeld
hebt in de wegen van uw vader Josafat en van Asa, de koning van
Juda, maar gewandeld hebt in de weg der koningen van Israel, en Juda
en de inwoners van Jeruzalem tot afgoderij hebt gebracht naar het
voorbeeld van het huis Achabs, ja, omdat gij ook uw broeders, het
gezin van uw vader, hebt gedood, terwijl zij beter waren dan gij;
Zie, de Here zal uw volk, uw zonen, uw vrouwen en al uw have zeer
zwaar treffen; en gij zelf zult aan een ernstige ziekte lijden, een
ingewandsziekte, totdat na verloop van tijd uw ingewanden ten
gevolge van de ziekte naar buiten komen.
Toen hij nog op aarde was,
heeft Elia een brief geschreven aan Joram. God wist wat Joram zou
gaan doen en had Elia de opdracht gegeven om een brief te schrijven
zodat deze brief uiteindelijk aan Joram zou worden bezorgd. Omdat
Joram niet wandelde in de wegen van zijn vader Josafat en Asa, maar
integendeel gewandeld heeft in de weg van de koningen van Israel,
bracht God een oordeel over hem en het volk. Hij had Jeruzalem de
afgoden van Israel doen navolgen. Ook doodde hij zijn broers omdat
zij beter waren dan hem. God zou hem en de zijnen daarom zeer zwaar
treffen. Hij zou een ernstige ingewandenziekte krijgen, waarbij na
een tijd zijn ingewanden naar buiten zouden komen.