Gemeente van Christus  Houthalen Oost

Job

 

Epiloog (42:7-17)

Nadat de HERE deze woorden tot Job gesproken had, sprak de HERE tot de Temaniet Elifaz: Mijn toorn is ontbrand tegen u en tegen uw beide vrienden, want gij hebt niet recht van Mij gesproken zoals mijn knecht Job. Welnu, neemt zeven stieren en zeven rammen en gaat naar mijn knecht Job en brengt ze voor u tot een brandoffer, en mijn knecht Job moge voor u bidden, want slechts hem zal Ik ter wille zijn, zodat Ik u niet iets kwaads aandoe, omdat gij niet recht van Mij gesproken hebt zoals mijn knecht Job. Toen gingen de Temaniet Elifaz, de Suchiet Bildad en de Naamatiet Sofar heen en deden zoals de HERE tot hen gesproken had. En de HERE was Job ter wille.” Job 42:7-9.

Op het moment dat Job zich bekeert, wist hij niet dat God hem zou gaan zegenen. De vraag die gesteld werd in het begin van het boek was ‘vreest Job God om niet?’. Wel, Jobs reactie geeft het antwoord op die vraag. Ja, Job vreest God om niet. De vrienden echter, hebben zich op dit moment nog niet bekeerd. Ze zijn nog niet teruggekomen op hun valse beschuldigingen naar Job toe. Daarom spreekt God en aan dat zij zich moeten bekeren. En hoe moeten ze dat doen? Ze moeten naar Job gaan en vragen als hij voor hen wil bidden. Hoe ontnuchterend moet dat wel niet geweest zijn voor hen. Ze moesten zeven stieren en zeven rammen offeren bij Job. God kon hen ook gewoon hebben vergeven, maar de vrienden moesten de vergeving vragen door middel van Job. Job was hun bemiddelaar.

En de HERE bracht een keer in het lot van Job, toen hij voor zijn vrienden gebeden had, en de HERE gaf Job het dubbele van al wat hij bezeten had. Toen kwamen al zijn broeders en zusters en al zijn vroegere bekenden tot hem en aten met hem in zijn huis. Zij beklaagden en troostten hem over al het onheil dat de HERE over hem gebracht had, en schonken hem ieder een geldstuk en een gouden ring. En de HERE zegende het verdere leven van Job meer dan het vroegere; hij verkreeg veertienduizend stuks kleinvee en zesduizend kamelen, duizend span runderen en duizend ezelinnen.  Hij kreeg zeven zonen en drie dochters; en hij noemde de eerste Jemima, de tweede Kesia en de derde Keren-happuk. In het ganse land vond men geen vrouwen zo schoon als de dochters van Job, en haar vader gaf haar een erfdeel onder haar broeders. Daarna leefde Job nog honderd veertig jaar; hij zag zijn kinderen en kindskinderen, vier geslachten. En Job stierf oud en van het leven verzadigd.” Job 42:10-17.

Nadat Job voor zijn vrienden heeft gebeden, zegende Job hem overvloedig. Het bevestigt ook weer het geloof van Job. Niet iedereen zou willen bidden voor vrienden die zo slecht hebben gehandeld als Elifaz, Bildad en Sofar. Het valt ook op dat Elihu niet wordt terechtgewezen door God. Dit doet toch vermoeden dat Elihu Job veel beter had proberen te helpen dan de drie andere vrienden. Job kreeg nu tweemaal zoveel als dat hij tevoren had. Hij stierf uiteindelijk als een oude man, van het leven verzadigd.

Job is het voorbeeld van een gelovige die van God houdt omwille van wie God is, los van de zegen die God kan geven. De vrienden van Job beschouwden Jobs lijden als een straf. Job beschouwde zijn lijden als een onrechtvaardigheid. Elihu beschouwde het lijden van Job als een hulpmiddel om een beter mens te worden. God gebruikte het lijden van Job om te laten zien dat er mensen zijn die van Hem houden zonder bijbedoelingen. Probeer eens na te denken hoe deze dingen Jobs geloof hebben beïnvloed. Job heeft geleerd dat hij niet altijd nederig was wanneer hij dat wel had moeten zijn. Deze moeilijke periode heeft Job sterker gemaakt en dichter bij de Here gebracht. Doorheen het boek hebben we mogen zien hoe Job gegroeid is. Dit is ook een reden waarom Job het lijden door toedoen van satan heeft toegelaten.

Hebt dus geduld, broeders, tot de komst des Heren! Zie, de landman wacht op de kostelijke vrucht des lands en heeft geduld, totdat de vroege en late regen erop gevallen is. Oefent ook gij geduld, sterkt uw harten, want de komst des Heren is nabij. Broeders, zucht niet tegen elkander, opdat gij niet onder het oordeel valt; zie, de Rechter staat voor de deur. Broeders, neemt tot een voorbeeld van gelatenheid en geduld de profeten, die in de naam des Heren hebben gesproken. Zie, wij prijzen hen zalig, die volhard hebben: gij hebt van de volharding van Job gehoord en gij hebt uit het einde, dat de Here deed volgen, gezien, dat de Here rijk is aan barmhartigheid en ontferming.” Jakobus 5:7-11.