De zaaier: van welk soort grond is jouw hart?
Er werd in gelijkenissen gesproken
vb David 2 Samuel 12:1-7.
“En Hij leerde hun vele dingen
in gelijkenissen, en Hij zeide tot hen in zijn onderwijs”
Markus 4:2.
Gelijkenis: (parabole) een voorbeeld waardoor een leerstelling of
een voorschrift wordt toegelicht; een vertelling, verzonnen maar in
overeenstemming met de wetten en gebruiken van het menselijk leven
Leer/onderwijs: dat wat onderwezen wordt.
“Een ieder, die verder gaat en
niet blijft in de leer van Christus, heeft God niet; wie in die leer
blijft, deze heeft zowel de Vader als de Zoon”
2 Johannes 1:9.
Heb je jezelf nooit de vraag gesteld hoe het komt dat veel mensen
niet begrijpen wat er in de bijbel staat ook al heb je het er met de
paplepel ingegeven? Hoe het komt dat zij het niet zien en niet
begrijpen wat God hen probeert duidelijk te maken? Het is niet
moeilijk wat je hen zegt, het is zo simpel om te begrijpen en toch
verstaan ze het niet.
Doel van gelijkenis (Matteus 13:10-17):
- om de geheimenissen van het Koninkrijk der hemelen bekend te maken
aan hen die hun ogen en hun oren opendoen voor wat God te zeggen
heeft
- om de geheimenissen van het Koninkrijk der hemelen verborgen te
houden voor hen van wie het hart vet is, die hardhorend zijn en hun
ogen toedoen.
De gelijkenis van de
zaaier
De naam is eigenlijk niet heel doeltreffend wanneer men spreekt over
de gelijkenis van de zaaier, het had beter de gelijkenis van de vier
gronden genoemd.
“Een zaaier ging uit om zijn
zaad te zaaien” Lukas 8:5
1) “En bij het zaaien viel een
deel langs de weg en het werd vertrapt en de vogelen des hemels aten
het op” Lukas 8:5.
2) “En een ander deel viel op
de rotsbodem, en toen het opkwam, verdorde het, omdat het geen
vochtigheid had” Lukas 8:6.
“Een ander deel viel op
steenachtige bodem, waar het niet veel aarde had, en terstond schoot
het op, omdat het geen diepe aarde had. Maar toen de zon opging,
verschroeide het, en omdat het geen wortel had, verdorde het”
Markus 4:5.
3) “En een ander deel viel
midden tussen de dorens, en de dorens kwamen tegelijk op en
verstikten het” Lukas 8:7.
“En een ander deel viel in de
dorens en de dorens kwamen op en verstikten het en het gaf geen
vrucht” Markus 4:7.
4) “Een ander deel viel in
goede aarde, en toen dat opgekomen was, bracht het honderdvoudige
vrucht” Lukas 8:8.
“En het overige viel in goede
aarde en opkomende en uitstoelende gaf het vrucht, en het droeg tot
dertigvoud, zestigvoud en honderdvoud toe”
Markus 4:8.
Jezus’ uitlegging
“Het zaad is het woord Gods”
Lukas 8:11.
Geloof komt door het horen van het Woord Gods (Romeinen 10:17)
De groei van het zaad is afhankelijk van de grond waarin het wordt
gezaaid.
De groei van het zaad is in deze gelijkenis niet afhankelijk van de
zaaier, noch van de kwaliteit van het zaad.
Jezus predikte deze woorden aan het meer van Galilea vanuit een
vissersboot. Weinig entertainment gehalte zou ik zeggen, weinig
aantrekking, slechts een man die woorden spreekt.
Het gebeurt wel eens dat de prediker de schuld krijgt
- het is te saai
- dat weten we al
- de prediker spreekt te eentonig
- in slaap vallen (verschillende soorten publiek, sommigen vallen in
slaap tijdens de prediking)
Het klopt dat iemand die Gods Woord spreekt de verantwoordelijkheid
heeft om een goed voorbeeld te geven, om het Woord recht te snijden
en om gedreven door passie te handelen, maar eveneens hebben
toehoorders de verantwoordelijkheid om met een juist hart naar Gods
Woord te luisteren.
1) Langs de weg
“Die langs de weg, zijn
zij, die het gehoord hebben; daarna komt de duivel en neemt het
woord uit hun hart weg, opdat zij niet zouden geloven en behouden
worden” Lukas 8:12.
“Bij een ieder, die het woord
van het Koninkrijk hoort en het niet verstaat, komt de boze en rooft
wat in zijn hart gezaaid is: dat is de langs de weg gezaaide”
Matteus 13:19.
Langs de weg: vgl aren plukken van discipelen (Markus 2:23)
De grond is zo hard aangetrapt door mensen, zodat het zaad niet in
de grond kan dringen en het wordt vertrapt en door de vogels
opgegeten. Het groeide totaal niet.
Satan, Gods tegenstander (1 Petrus 5:8) komt onmiddellijk het
gezaaide Woord wegroven omdat mensen hun zonden niet willen nalaten.
“Dit is het oordeel, dat het
licht in de wereld gekomen is en de mensen de duisternis liever
gehad hebben dan het licht, want hun werken waren boos. Want een
ieder, die kwaad bedrijft, haat het licht, en gaat niet tot het
licht, opdat zijn werken niet aan de dag komen”
Johannes 3:19-20.
Er is "meer liefde voor genot
dan voor God" 2 Timoteus 3:4
Dit laat zien dat de satan de macht heeft om Gods Woord weg te roven
omdat men er niet van wil weten. Zulke mensen geloven niet en worden
niet behouden.
- Gallio (Handelingen 18:17), hij trok er zich niets van
aan/onverschilligheid
- sommige inwoners van Athene (Handelingen 17:32), wij zullen u
hierover nog wel eens horen.
- sommigen hebben al zoveel keren de waarheid gehoord, maar ze nemen
het niet ter harte (een ongelovige die ik ken, kon de Schrift zeer
goed citeren, maar hij leefde als een goddeloze)
Zij verzetten zich tegen God en blazen zich op omdat ze de
duisternis liefhebben "Legt
dus af alle vuilheid en alle uitwas van boosheid en neemt met
zachtmoedigheid het in u geplante woord aan, dat uw zielen kan
behouden" Jak 1:21.
Omdat christenen dit soms zien, gaan ze vaak op zoek naar nieuwe
methoden om mensen te winnen/lokken. Ze falen om te erkennen dat de
harten van deze mensen niet goed zijn.
2) Op de rotsbodem
“Die op de rotsbodem, zijn
zij, die het woord, zodra zij het horen, met blijdschap ontvangen;
en dezen hebben geen wortel, zij geloven voor een tijd en in een
tijd van beproeving worden zij afvallig” Lukas
8:13.
“En evenzo zijn, die op
steenachtige plaatsen gezaaid worden, degenen, die, zodra zij het
woord horen, het terstond met blijdschap aannemen. Doch zij hebben
geen wortel in zich, maar zijn mensen van het ogenblik; wanneer
later verdrukking of vervolging komt om der wille van het woord,
komen zij terstond ten val” Markus 4:16-17.
De bodem bestond uit steen waarop er een dun laagje grond lag, er
was geen diepte van aarde. Hierdoor konden de wortelen zich niet
uitstrekken naar het vocht in de grond, wat noodzakelijk is om een
goede groei te hebben. Het zaad groeide, maar kwam niet tot zijn
volwassenheid omdat het geen constante voeding kreeg.
Deze zijn emotionele en oppervlakkige gelovigen (‘wow, dat was een
geweldige preek. Prijs God daarvoor, halleluja’ is hun eerste
reactie). Het gevoel verblindt hen voor wat Jezus nog te zeggen
heeft.
Wanneer zij het licht van Christus zien, dan zijn ze blij dat er een
uitweg is van de verwarring en belasting van de zonde. Ze geloven
voor een tijd maar worden in tijden van beproeving afvallig.
Beproeving: het beproeven van iemands trouw, oprechtheid,
standvastigheid; een verleiding tot zondigen, opkomend uit de
verlangens of de uitwendige omstandigheden
Afvallig: terugtrekken, trouweloos worden, vluchten van
Zij die op steenachtige plaatsen bezaaid worden zijn zij die het
woord met vreugde aanvaarden, maar die de kosten niet of niet
voldoende berekenen en die hun kruis niet willen dragen (Lukas
14:25-33).
- Wat overkomt me nu? Dit wil ik niet meemaken …
“Geliefden, laat de vuurgloed,
die tot beproeving dient, u niet bevreemden, alsof u iets vreemds
overkwame” 1 Petrus 4:12.
Vgl 1 Tessalonissenzen 3:3-5
Een prediker legt een deel van zijn leven en zijn ziel in de mensen
waartegen hij spreekt. Om dan te zien hoe de satan dat werk kapot
maakt, doet pijn.
3) In de dorens
“
Wat in de dorens viel, dat
zijn zij, die het gehoord hebben; en gaandeweg worden zij door
zorgen en rijkdom en lusten des levens verstikt en zij brengen het
niet tot vrucht” Lukas 8:14.
“En een ander deel zijn
degenen, die in de dorens gezaaid worden: dit zijn zij, die het
woord horen, maar de zorgen van de wereld en het bedrog van de
rijkdom en de begeerten naar al het andere komen erbij en verstikken
het woord en het wordt onvruchtbaar” Markus
4:18-19.
Het zaad is goed, de grond is goed, de groei is echt, maar het is
niet alleen het Woord dat groeit, ook de dorens groeien. De doornen
overwoekeren het goede zaad en zorgden ervoor dat het geen kans
kreeg om vruchten te dragen. Er was geen ruimte meer om te groeien.
- de zorgen van de wereld (Matteus 6:24-34; Filippenzen 4:6-7)
vgl de zorgen van vader (alleen maar met werk bezig waardoor hij
zijn plichten naar zijn vrouw en kinderen niet nakomt, laat staan
tijd voor God maakt),
vgl de zorgen van moeder (alleen maar met haar huishouden bezig
waardoor zij haar plichten naar haar man en God niet nakomt)
- het bedrog van de rijkdom (1 Timoteus 6:5-10,17)
vgl zo druk bezig zijn om rijkdom te verwerven zodat het geestelijke
wordt verwaarloosd. Ze vergeten dat zij moeten heersen over hun
bezittingen ipv hun bezittingen over hen.
- de lusten van het leven/ begeerten naar al het andere (2 Petrus
2:10)
vgl te druk bezig met zichzelf te plezieren, dan met het gehoorzamen
van God en het bezig Zijn met Gods Wil. Als je met God wandelt ben
je meer bezig met het dienen van anderen, dan met het dienen van
jezelf.
Zij brengen het niet tot vrucht, ze worden onvruchtbaar. De doornen
verstikken het Woord.
- De rijke jongeling (Matteus 19:22)
- Demas (2 Timoteus 4:10).
4) In de goede aarde
“
Dat in goede aarde, dat
zijn zij, die met een goed en vroom hart het woord gehoord hebbende,
dat vasthouden en vrucht dragen in volharding”
Lukas 8:15.
“De in goede aarde gezaaide is
hij, die het woord hoort en verstaat, die dan ook vrucht draagt en
oplevert, deels honderdvoudig, deels zestigvoudig, deels
dertigvoudig” Matteus 13:23.
Het zaad zal altijd vrucht dragen wanneer de bodem waarop het valt
goed is. Het hart is de innerlijke mens, met het hart denken, hopen,
vrezen, houden, haten, geloven, ... we. Het hart is de grond waarop
het zaad wordt gezaaid.
Het goed hart zegt:
- ja, ik ben bereid om Gods Woord te horen en te geloven
- als ik beproefd wordt zal me dat niet bevreemden zodat ik afvallig
wordt
- de zorgen van de wereld, de rijkdom en de lusten van het leven
zijn dingen die moeten wijken in mijn leven opdat ik God welgevallig
kan zijn.
Dit is het soort hart dat Gods Woord bestudeert en erover mediteert
en in toepassing brengt.
Conclusie
Van welk soort grond is jouw hart? Dat wat er zal voortkomen uit het
zaad dat wordt geplant in jouw hart is afhankelijk van het soort
grond van waaruit je hart bestaat. “Ziet
dan toe, hoe gij hoort” Lukas 8:18. Het gevolg
van de prediking van Gods Woord is afhankelijk van hen die het
horen.
Als het hart goed is, dan zullen de vruchten volgen.
Als het hart slecht is, dan zullen de vruchten uitblijven.
Jesaja 55:6-11.