Gemeente van Christus
Er werd in gelijkenissen
gesproken
“En Hij leerde hun vele dingen in
gelijkenissen, en Hij zeide tot hen in zijn onderwijs” Markus
4:2.
Gelijkenis: (parabole) een voorbeeld waardoor een leerstelling of
een voorschrift wordt toegelicht; een vertelling, verzonnen maar in
overeenstemming met de wetten en gebruiken van het menselijk leven
Leer/onderwijs: dat wat onderwezen wordt.
“Een ieder, die verder gaat en niet
blijft in de leer van Christus, heeft God niet; wie in die leer
blijft, deze heeft zowel de Vader als de Zoon” 2 Johannes
1:9.
De gelijkenis van de slaaf die niet
wilde vergeven (Matteus 18:21-35)
Wat aan de gelijkenis
vooraf ging:
Jezus had richtlijnen gegeven wat de christen moest doen als zijn
broeder zondigt (Matteus 18:15-17)
De bedoeling hiervan is dat de schuldige door zachtmoedigheid de
noodzaak van berouw en bekering zal inzien.
“Toen kwam Petrus bij Hem en zeide:
Here, hoeveel maal zal mijn broeder tegen mij zondigen en moet ik
hem vergeven? Tot zevenmaal toe? Jezus zeide tot hem: Ik zeg u, niet
tot zevenmaal toe, maar tot zeventig maal zevenmaal” Matteus
18:21-22.
Vergeving vragen en vergeving
schenken is één van waardevolste dingen die het leven kent, maar ook
één van de moeilijkste.
- hoe moeilijk is het wel niet om vergeving te vragen (bang voor
vernedering, afwijzing)
- hoe moeilijk is het wel niet om vergeving te schenken (bang om
opnieuw gekwetst te worden)
- mensen zijn vaak in hun eer, gevoel, waarde gekwetst.
- mensen ervaren het geven van vergeving als een teken van zwakte,
alsof ze dan machteloos zijn.
Er zijn steeds 2 partijen, zij die vergeving moeten schenken en zij
die vergeving nodig hebben.
Niet slechts een formaliteit waar men door moet gaan (vgl vrouw die
verkracht was door man en hem vergeving schonk).
Daar waar geen vergeving is, houden relaties op te bestaan.
Daar waar geen vergeving is, is wrok (verbittering en haat, men moet
niets meer weten van die persoon)
Daar waar geen vergeving is, is verdriet en onverdraagzaamheid
Joodse leraren leerden dat de mensen slechts driemaal hen die tegen
hen zondigden, moesten vergeven (Amos 1:3,6,9,11,13, …). Ze zeiden
dat God Israels vijanden slechts driemaal vergaf, daarom was het
niet nodig dat zijzelf meer dan dat moesten vergeven.
Wanneer is de maat vol? Wanneer is de grens bereikt?
Wanneer moet ik niet meer vergeven omdat diegene die tegen mij
zondigt het niet verdient?
Wanneer moet ik zeggen ‘nu ben je te ver gegaan, mijn grens is
bereikt’?
Wanneer moet ik zeggen ‘ik kan je niet meer vergeven’?
De mens heeft de neiging om wraak te nemen voor het onrecht dat hem
wordt aangedaan en noemt het dan rechtvaardigheid. Wat zei Jezus
over hen die tegen Hem zondigden? Lukas 23:34.
Hoe mensen soms omgaan met een broeder die zondigt:
- frontale aanval ‘gij grote zondaar’ tov de persoon die hen kwetst
- blij zijn als de persoon die jouw heeft gekwetst, onheil meemaakt
- de persoon negeren
- de zonde negeren
- beginnen een roddelcampagne, plannen maken over hoe je hem/haar
terug kan pakken
- vormen partijschappen
De gelijkenis:
Het Koninkrijk der hemelen is te vergelijken met een koning die
afrekening wilde houden met zijn slaven (23)
De slaaf en zijn heer
Toen hij daarmee begon werd een slaaf voor hem geleid die hem 10.000
talenten schuldig was (24)
(15.000.000 euro)
Omdat hij het niet kon betalen, beval zijn heer om hem, zijn gezin
en zijn bezit zou worden verkocht opdat er zou kunnen worden betaald
(25)
De slaaf wierp zich smekend voor hem en zei ‘Heb
geduld met mij en ik zal u alles betalen’
(26)
- merk op dat de bewustwording van zijn schuld en de rekenschap
daarvan hem tot nederigheid brengt
De heer kreeg medelijden met hem en liet hem vrij en schold hem de
schuld kwijt (27)
De slaaf en zijn medeslaaf
De slaaf ging weg en ontmoette een medeslaaf die hem 100 schellingen
schuldig was, hij greep hem bij de keel en zei ‘Betaal
wat gij schuldig zijt’ (28)
- De slaaf was bijzonder gewelddadig tov de medeslaaf die hem een
15-tal euro schuldig was. Hij was gemeen en bruut.
- Hij gedroeg zich zo alsof hij was vergeten wat zijn heer bij hem
had gedaan.
De medeslaaf wierp zich voor hem en verzocht hem met aandrang ‘Heb
geduld met mij en ik zal u betalen’ (29)
Maar hij wilde niet en zette hem gevangen totdat hij het
verschuldigde zou hebben betaald (30)
De reactie van de heer
De medeslaven zagen wat er was gebeurd en werden verdrietig en
vertelden hun heer hetgeen er was gebeurd (31)
De heer ontbood de slaaf en zei ‘Slechte
slaaf, al die schuld heb ik u kwijtgescholden, daar gij het mij
dringend hadt gevraagd. Hadt ook gij geen medelijden moeten hebben
met uw medeslaaf, zoals ook ik medelijden had met u?’ (32-33)
De meester werd toornig en gaf hem in de handen van folteraars,
totdat hij het beschuldigde zou hebben betaald (34)
- de heer noemde de slaaf niet slecht toen hij zijn schuld niet kon
betalen, maar nu hij zo heeft gehandeld wel
- dit gedrag maakte de heer toornig, was deze toorn gerechtvaardigd?
Conclusie:
“Alzo zal ook mijn hemelse Vader u doen,
indien gij niet, een ieder zijn broeder, van harte vergeeft”
Matteus 18:35.
Wat wij van God willen is dat Hij ons altijd vergeeft, God gedenkt
onze zonden niet meer (Hebreeën 10:17)
“Komt dan tot berouw en bekering, opdat
uw zonden uitgedelgd worden, opdat er tijden van verademing mogen
komen van het aangezicht des Heren” Handelingen 3:19.
Vergeving is het middel waarmee we datgene dat kapot is gemaakt,
terug in orde kunnen maken. De mens bezit over het vermogen om
tegelijk te kwetsen en om te helen. Vergeving geeft je de vrijheid
om lief te hebben, terwijl het niet geven van vergeving relaties
vernietigd.
Wanneer wij worden gekwetst doen we vaak het tegenovergestelde van
wat Jezus beveelt:
- we keren ons tot haat, wraak, roddel, …
De heer vergaf de schuld van de slaaf volledig, maar hij verwachtte
wel dat de slaaf hetzelfde zou doen!
Lukas 17:3-4.
Wanneer wij elkaar vergeven en de houding hebben om te willen
vergeven dan ontnemen wij satan zijn macht! Vergeven betekent om de
schuld niet tegen de ander te houden, maar om deze van harte kwijt
te schelden.
Vgl Euodia en Syntyche (Filippenzen 4:2; Kolossenzen 3:12-13)
“Maar weest jegens elkander vriendelijk,
barmhartig, elkander vergevend, zoals God in Christus u vergeving
geschonken heeft. Weest dan navolgers Gods, als geliefde kinderen,
en wandelt in de liefde, zoals ook Christus u heeft liefgehad en
Zich voor ons heeft overgegeven als offergave en slachtoffer, Gode
tot een welriekende reuk” Efeziërs 4:32-5:1-2.
Wanneer we geconfronteerd worden met moeiten om een broeder of
zuster te vergeven, laten we dan kijken naar de vergeving die God
jou heeft geschonken. Christus vergeeft veelvoudig! Vergeet daarbij
niet dat God een oordeelt velt over hen die niet bereid zijn om te
vergeven.
1 Timoteus 1:12-13
“Want indien gij de mensen hun
overtredingen vergeeft, zal uw hemelse Vader ook u vergeven; maar
indien gij de mensen niet vergeeft, zal ook uw Vader uw
overtredingen niet vergeven” Matteus 6:14-15.
Hoeveel maal zal mijn broeder tegen mij zondigen en zal ik hem
vergeven? ALTIJD!