Gemeente van Christus
			
			“Ik vermaan u dan, broeders, met beroep 
			op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een 
			levend, heilig en Gode welgevallig offer: dit is uw redelijke 
			eredienst. En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt 
			hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt erkennen 
			wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene”Romeinen 
			12:1-2. 
			
			
			Paulus’ vermaning omwille van Gods 
			barmhartigheid.
			
			Paulus vermaande de christenen te Rome. Vermanen is een woord dat 
			voor velen een negatieve betekenis heeft. Mensen spreken er niet 
			graag over, laat staan dat ze het zouden doen. Vermanen betekent om 
			iemand bij zich te roepen, iemand aanspreken om deze persoon aan te 
			sporen. Deze aansporing kan worden gegeven om iemand te kalmeren, te 
			smeken, te troosten, te bemoedigen, te sterken of te leren.
			
			Paulus’ vermaning komt voort uit Gods barmhartigheid. Paulus had ook 
			kunnen zeggen ‘Ik beveel u dan broeders’, maar hij sprak hen van 
			vermaning. De reden was dat hij wilde dat ze zouden nadenken over 
			Gods barmhartigheid in hun levens. Ze konden goed begrijpen waarover 
			hij sprak. Eerder had Paulus hen al duidelijk gemaakt dat zowel 
			Joden als Grieken zondaren waren en dat God hun door genade heeft 
			behouden. “Want allen hebben gezondigd 
			en derven de heerlijkheid Gods, en worden om niet gerechtvaardigd 
			uit zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus. Hem heeft God 
			voorgesteld als zoenmiddel door het geloof, in zijn bloed, om zijn 
			rechtvaardigheid te tonen, daar Hij de zonden, die tevoren onder de 
			verdraagzaamheid Gods gepleegd waren, had laten geworden; om zijn 
			rechtvaardigheid te tonen, in de tegenwoordige tijd, zodat Hijzelf 
			rechtvaardig is, ook als Hij hem rechtvaardigt, die uit het geloof 
			in Jezus is. Waar blijft het roemen dan? Het is uitgesloten. Door 
			welke wet? Der werken? Neen, maar door de wet van geloof” 
			Romeinen 3:23-27. Barmhartigheid komt voort uit wie je bent en hoe 
			je denkt. Het is een uiting van gevoelens en verlangens uit het 
			diepste van jezelf om medelijden te hebben met anderen. God is 
			barmhartig! Aan de Korintiërs zegt Paulus “Geloofd 
			zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, de Vader der 
			barmhartigheden en de God aller vertroosting” 2 Korintiërs 
			1:3. God is barmhartig omdat Hij Jezus aan de mensen heeft gegeven. 
			God is barmhartig dat het een geloof heeft geopenbaard waardoor 
			mensen kunnen behouden worden van Zijn toorn (Romeinen 5:1,9). God 
			is barmhartig omdat hij mensen verlost van de slavernij van zonde en 
			hun eeuwig leven geeft (Romeinen 6:16-18,23). Het zou rechtvaardig 
			zijn voor God om de mensheid te straffen. Er zou dan niets of 
			niemand zijn die Hem dan van onrechtvaardigheid zou kunnen 
			beschuldigen. Want allen hebben gezondigd en derven Gods 
			heerlijkheid. God keek voorbij onze schuld en handelde vanuit 
			barmhartigheid. De christenen in Rome moesten Paulus’ aansporing ter 
			harte nemen omwille van Gods barmhartigheid. Maar wat was de 
			aansporing?
			
			
			Stel uw lichamen tot een offer
			
			Paulus wil dat de christenen in Rome hun lichamen tot een offer voor 
			God stellen. M.a.w. roept Paulus deze christenen op om als 
			christenen te leven. Ze moesten hun lichamen aanbieden aan God, 
			zichzelf ter beschikking stellen van God. Zij moesten hun lichamen 
			aan God aanbieden tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer.
			
			
			Christenen zijn een levend 
			offer. Eerder zei Paulus “Want wat 
			zijn dood betreft, is Hij voor de zonde eens voor altijd gestorven; 
			wat zijn leven betreft, leeft Hij voor God. Zo moet het ook voor u 
			vaststaan, dat gij wel dood zijt voor de zonde, maar levend voor God 
			in Christus Jezus. Laat dan de zonde niet langer als koning heersen 
			in uw sterfelijk lichaam, zodat gij aan zijn begeerten zoudt 
			gehoorzamen, en stelt uw leden niet langer als wapenen der 
			ongerechtigheid ten dienste van de zonde, maar stelt u ten dienste 
			van God, als mensen, die dood zijn geweest, maar thans leven, en 
			stelt uw leden als wapenen der gerechtigheid ten dienste van God” 
			Romeinen 6:10-13. Zij waren levend dood door hun zonden. Zij leefden 
			wel in hun lichaam, maar waren geestelijk dood. Door Gods 
			barmhartigheid zijn zij nu levend voor God in Christus Jezus. Zij 
			zijn dood geweest en leven nu. Daarom moet hun lichaam nu worden 
			gesteld als een offer voor God, daar waar ze eerst hun lichaam 
			gebruikten om te zondigen.
			
			Hun lichamen moeten gesteld worden tot een
			heilig offer. Ze moeten 
			hun lichamen aan God aanbieden als een heilig offer. Dit lichaam dat 
			gereinigd is, is nu apart gezet om God te dienen. Het is geheiligd. 
			Het behoort nu God toe en het gaat God behagen. Om dit te kunnen 
			bewerken is het belangrijk dat niet de eigen ‘ik’ gaat bepalen wat 
			het lichaam wel of niet doet, maar de eigenaar van het lichaam. En 
			dat is God! Hun lichamen moeten daarom gesteld worden tot een
			Gode welgevallig offer. 
			Dit lichaam is God welgevallig omdat de geest die er in woont (de 
			mens), zich onderwerpt aan de wil van de Almachtige. Wanneer God 
			kijkt naar dat lichaam en wat het uitwerkt, dan is God daar zeer 
			verheugd bij. 
			
			Het is niet meer dan normaal dat een christen zijn lichaam stelt tot 
			een levend, heilig en Gode welgevallig offer, het is een redelijke 
			eredienst. Wanneer de christenen te Rome terugdachten aan Gods 
			barmhartigheid. Wanneer ze terugdachten aan hun opstandige leven en 
			Gods genade, dan is het niet meer dan normaal dat ze nu anders gaan 
			leven. Dat ze nu gaan leven zoals God het wil. I.p.v. de zonde te 
			gehoorzamen, gaan ze nu God dienen.
			
			
			Wordt niet gelijkvormig
			
			In het presenteren van hun lichaam aan God als een offer, moeten ze 
			oppassen dat ze niet 
			gelijkvormig worden aan deze wereld. Gelijkvormig worden 
			betekent om te worden als iets of iemand anders. Om zich te vormen 
			naar het voorbeeld van een ander. De ander in deze context is de 
			wereld. De wereld staat voor hen die God en Zijn Zoon verwerpen. Het 
			zijn zij waarvan Paulus zei dat zij God niet erkennen of danken. “Immers, 
			hoewel zij God kenden, hebben zij Hem niet als God verheerlijkt of 
			gedankt, maar hun overleggingen zijn op niets uitgelopen, en het is 
			duister geworden in hun onverstandig hart. Bewerende wijs te zijn, 
			zijn zij dwaas geworden, en zij hebben de majesteit van de 
			onvergankelijke God vervangen door hetgeen gelijkt op het beeld van 
			een vergankelijk mens, van vogels, van viervoetige en van kruipende 
			dieren. Daarom heeft God hen in hun hartstochten overgegeven aan 
			onreinheid, zodat bij hen het lichaam onteerd wordt. Zij immers 
			hadden de waarheid Gods vervangen door de leugen en het schepsel 
			vereerd en gediend boven de Schepper, die te prijzen is tot in 
			eeuwigheid. Amen” Romeinen 1:21-25. Het zijn de mensen die 
			beter wisten, maar die God niet hebben erkend. Het zijn mensen die 
			hun hartstochten navolgen in allerlei onreinheden. De christenen te 
			Rome moesten oppassen dat zij zich niet aan hen zouden spiegelen. 
			Dat zij niet zoals hen zouden spreken, denken, doen, … . 
			Dat deze opdracht niet altijd even vanzelfsprekend is, blijkt 
			uit de vermaning die Paulus hier uitspreekt. Elders zegt Johannes 
			dat gehele wereld in de boze ligt (1 Johannes 5:19). De negatieve 
			invloeden zijn dus overal aanwezig. Gelijkvormigheid aan de wereld 
			dreigt op alle facetten van het leven. Overal waar je kijkt, waar je 
			gaat, waar je … . We zien het bij jongeren die willen zijn zoals hun 
			vrienden, ouderen die niet willen onderdoen voor hun makkers of 
			vriendinnen. Om door hen aanvaard te worden. Jezus wil dat we deze 
			wereld loslaten, terwijl christenen vaak proberen vast te houden aan 
			deze wereld. Paulus zei “genade zij u en 
			vrede van God, onze Vader, en van de Here Jezus Christus, die 
			Zichzelf gegeven heeft voor onze zonden, om ons te trekken uit de 
			tegenwoordige boze wereld, naar de wil van onze God en Vader” 
			Galaten 1:3-4.
			
			
			Wordt hervormd door de vernieuwing van 
			uw denken
			
			Gelijkvormigheid aan de wereld, kan worden vermeden wanneer zij 
			worden hervormd door de vernieuwing van uw denken. Hervormen betekent van 
			gedaante veranderen. We denken aan de metamorfose van een rups in 
			een vlinder. Het is wonderbaarlijk om te zien dat die rups verandert 
			in een mooie vlinders. Rupsen zijn vaak gekend om de grote schade 
			die ze toebrengen aan de gewassen door hun vraatzucht. Denk aan de 
			eikenprocessierups die een gevaar voor de mens is in onze streken 
			doordat die haartjes de huid, luchtwegen en ogen kunnen 
			binnendringen. Het is bijna niet te geloven dat deze insecten kunnen 
			veranderen in zulke mooie vlinders. Zo moeten de christenen in Rome 
			ook beseffen dat ze een metamorfose moeten doorgaan. Ze moeten 
			veranderen in mensen die hun lichaam als een offer aan God 
			presenteren. Denk aan het programma ‘extreem make-over’ waarin 
			vrouwen helemaal onder handen worden genomen en een metamorfose 
			ondergaan. Wanneer ze dan aan hun familie en kennissen worden 
			voorgesteld, dan staat deze mensen blijdschap en vreugdetranen op de 
			gezichten. Het nieuwe is zoveel beter dan de oude! Christenen kunnen 
			deze hervorming doorgaan door hun denken te vernieuwen. Daar waar 
			zij eerst, net als de wereld hun zondige begeerten gehoorzaamden en 
			God niet erkenden, zullen ze nu God erkennen en Christus navolgen. 
			Wanneer zij hun denken vernieuwen, zal hun hele lichaam van 
			binnenuit vernieuwen. Dan zal alles wat zij met hun lichaam 
			uitwerken nieuw zijn. Paulus zei tegen de Galaten “Maar 
			toen de goedertierenheid en mensenliefde van onze Heiland en God 
			verscheen, heeft Hij, niet om werken der gerechtigheid, die wij 
			zouden gedaan hebben, doch naar zijn ontferming ons gered door het 
			bad der wedergeboorte en der vernieuwing door de Heilige Geest, die 
			Hij rijkelijk over ons heeft uitgestort door Jezus Christus, onze 
			Heiland” Titus 3:4-6. God heeft ons een extreem make-over 
			cadeau gegeven. Wat doen we ermee? Gaan we de operaties en de 
			aanpassingen verwaarlozen?
			
			Wanneer christenen hervormd worden door de vernieuwing van hun 
			denken, dan zullen zij in staat zijn om te erkennen wat God nu echt 
			wil. Ze mogen onderzoeken en erachter komen dat Gods wil goed, 
			welgevallig en volkomen is. Gods wil is
			goed, het brengt een mens 
			voordeel. Gods wil is 
			welgevallig, het is aangenaam voor de ziel omdat het de relatie 
			met God ten goede bewerkt en omdat het de mens leert te leven zoals 
			het van den beginne bedoeld
			is. Gods wil is
			volkomen, er ontbreekt 
			niets aan. Het is perfect!