Gemeente van Christus Houthalen Oost
“Nadat God eertijds vele malen en op
vele wijzen tot de vaderen gesproken had in de profeten, heeft Hij
nu in het laatst der dagen tot ons gesproken in de Zoon, die Hij
gesteld heeft tot erfgenaam van alle dingen, door wie Hij ook de
wereld geschapen heeft. Deze, de afstraling zijner heerlijkheid en
de afdruk van zijn wezen, die alle dingen draagt door het woord
zijner kracht, heeft, na de reiniging der zonden tot stand gebracht
te hebben, Zich gezet aan de rechterhand van de majesteit in den
hoge” Hebreeën 1:1-3.
De schrijver stelt zich niet voor, maar focust de aandacht van de
lezer onmiddellijk op zijn boodschap. God heeft voorheen vele malen
en op vele verschillende manieren gesproken door de profeten. Maar
nu, in het laatst der dagen heeft God ervoor gekozen om de mensheid
toe te spreken door Zijn Zoon. M.a.w., als je wil weten wat God te
zeggen heeft, luister dan naar de Zoon.
Jezus is beter dan de oudtestamentische
profeten
Eerder sprak God met de mens op verschillende manieren, tot
verschillende personen en doorheen verschillende tijdperken. We
denken aan het gesprek van God met Mozes van aangezicht tot
aangezicht zoals iemand spreekt met zijn vriend (Exodus 33:11-12).
We denken aan de profeten aan wie God zich in dromen en gezichten
bekend maakte (Numeri 12:6). We denken aan de Godsspraak tot de
priester Eleazar d.m.v. de Urim (Numeri 27:21) of het uitblijven van
de Godsspraak door de Urim, dromen of profetieën zoals bij Saul (1
Samuel 28:6). We denken aan de stem in het suizen van de koelte bij
de ingang van de spelonk die tot Elia sprak (1 Koningen 19:12-13).
We denken aan het woord van God dat tot Ezechiël kwam toen hij aan
de rivier Kebar zat in het land der Chaldeeën (Ezechiël 1:2). We
denken aan de gesprekken die God voerde met Adam en Eva, Kaïn en
Abel, Abraham, Isaak en Jakob, Jozef, de richters, de koningen van
Israel en Juda, Daniël en al de andere profeten … . God gaf doorheen
de tijd wetten, geschiedenisboeken, spreuken, poëzie en psalmen. Hij
leerde, vermaande en vertroostte sinds het begin der mensheid. Maar
al deze woorden van God tot de vaderen waren slechts moment opnamen.
Zij doelden allemaal op Jezus Christus en hetgeen Hij ons te
vertellen heeft (1 Petrus 1:10-11). Het is Jezus, door wie God nu in
het laatst der dagen tot ons heeft gesproken.
Maar Jezus is niet zomaar een profeet zoals allen die voor Hem Gods
Woord bekend maakten. De schrijver gaat daarom verder met aan te
tonen dat Jezus in alle opzichten superieur is aan alle voorgaande
profeten. Deze gedachte is belangrijk voor mensen die de woorden van
de profeten van het Oude Testament belangrijker achten dan de
woorden van Jezus. Het is niet toevallig dat de schrijver van de
Hebreeën brief zich richt tot Joodse christenen die een goede kennis
hadden van het oude testament. Zij moesten weten dat Jezus en Zijn
verbond in alle opzichten beter was dan hetgeen de oudtestamentische
profeten hen hadden gebracht. Het punt dat de schrijver doorheen
zijn brief zal aantonen is dat het christendom superieur is aan het
Judaïsme.
De Zoon is gesteld tot
erfgenaam van alle dingen. God heeft alle dingen aan Hem
onderworpen (1 Korintiërs 15:27), Hij is de Bezitter van het erfdeel
van de Vader. Er is niemand anders die kan zeggen dat Hij deze
erfenis van de Vader heeft gekregen.
God heeft de wereld geschapen
door de Zoon. Het was YHWH Elohim die de hemel en aarde schiep
en al wat daarop is (Genesis 1:1,26; 2:4). Niemand anders dan de
Zoon kan zeggen dat Hij alle dingen heeft geschapen (Kolossenzen
1:15-17).
De Zoon is de afstraling van
Gods heerlijkheid en de afdruk van Zijn wezen. Jezus is de
weerspiegeling van de Vader, een nauwkeurige uitdrukking van wie God
is. Wie de Zoon heeft gezien, heeft de Vader gezien (Johannes 14:9).
Hij is de levende God die Zich geopenbaard heeft in het vlees (1
Timoteus 3:14-16; Johannes 1:1,14). In de Zoon woont al de volheid
der godheid lichamelijk (Kolossenzen 2:9).
De Zoon draagt alle dingen
door het woord van Zijn kracht. De Zoon is niet alleen de
Schepper maar ook Diegene die de schepping in stand houdt en brengt
tot bevrijding van de vergankelijkheid door de kracht van Zijn Woord
(Romeinen 8:19-21).
De Zoon heeft de reiniging
van zonden tot stand gebracht. De Schepper heeft de vergeving
van de zonden van Zijn schepsels mogelijk gemaakt! Wat een
ontnuchterende gedachte. Hij heeft Zijn Gode gelijk zijn afgelegd,
om als een mens te sterven voor de zonden van de mensheid (Filippenzen
2:5-8).
De Zoon heeft Zich gezet aan
de rechterhand van de majesteit in de hoge. Na Zichzelf te
offeren op het kruis van Golgotha heeft de Zoon zich op de troon
gezet, aan de rechterhand van de Vader (1 Petrus 3:21-22; Openbaring
3:21).
Iemand die de woorden van de oudtestamentische profeten belangrijker
vind, moet zich toch nog eens bedenken wie deze profeten waren in
vergelijking van de Zoon. Wie van de oudtestamentische profeten kan
aanspraak maken op de superioriteit van Jezus? Wiens woorden zouden
dan gezaghebbend moeten zijn? Wel, dat is nu net het punt waar de
Hebreeën schrijver mee begint. Luister naar de Zoon!
Jezus is beter dan de engelen