Gemeente van Christus  Houthalen Oost

De eerste brief van Paulus aan de Korintiërs 7:25-39 (9)

Paulus sloot de vorige gedachte af dat de Korintiërs dat iedereen zo moest blijven leven zoals God hem geroepen had. Dit betekent echter niet dat de Korintiërs in zonden mochten blijven leven. Integendeel, eerder had Paulus al gezegd hoe zij zich hadden bekeerd van hun hoererij, afgoderij, overspel, verwijfdheid, pedofilie, stelen, geldgierigheid, dronkenschap en oplichterij (1 Korintiërs 6:10-11). Toch leren velen vandaag valselijk dat een mens in zonde mag blijven leven als deze zonden zijn aangegaan voor de bekering. Ze beweren bijvoorbeeld dat als je jezelf in een overspelige relatie bevindt, het voldoende is om God om vergeving te vragen, zonder de zonde te stoppen. Ze zeggen dat je daarna verder mag blijven leven in de overspelige relatie.

Wat nu de jongedochters betreft

Voor de jongedochters heb ik geen bevel van de Here. Maar ik geef mijn mening, als iemand, die door de ontferming des Heren trouw is. Ik acht dus om de bestaande nood dit goed, dat het voor een mens goed is, zo te zijn. Zijt gij aan een vrouw verbonden? Zoek geen scheiding. Hebt gij geen vrouw meer? Zoek er geen. Maar ook wanneer gij trouwt, dan doet gij daarmede geen kwaad, en wanneer een jongedochter trouwt, dan doet ook zij daarmede geen kwaad. Maar wel staat zulke mensen verdrukking voor het vlees te wachten, die ik u gaarne besparen zou” 1 Korintiërs 7:25-28.

Paulus begon hoofdstuk 7 met te verwijzen naar de punten waarover de Korintiërs hem hadden geschreven. Nu snijdt hij hun tweede vraag aan, een vraag over hun jongedochters. Paulus gaat hen daarover zijn mening geven. Het is echter geen gebod van de Here Jezus. M.a.w., ze zijn vrij om te beslissen als ze Paulus’ advies hierin volgen of niet. Vanwege een bestaande nood die er bestond op het moment dat de brief wordt geschreven, geeft hij hen het advies dat jongedochters beter niet huwen. Niet dat ze er geen recht toe hadden. Niet dat het zondig zou zijn. Maar de omstandigheden waarin de Korintiërs leefden waren moeilijk, waardoor het beter was om niet te huwen op dat moment. Toch doen de Korintiërs er goed aan om rekening te houden met het advies, want het wordt niet voor niets gegeven. Wie aan een vrouw verbonden is, zegt Paulus om niet te scheiden. Wie geen vrouw meer heeft kan er beter geen zoeken. Maar ook wanneer men dat toch doet dan doen ze daarmee geen kwaad. Ook wanneer de jongedochter huwt dan doet ze daarmee geen kwaad. Ze moeten er dan wel rekening mee houden dat ze het moeilijk zullen krijgen, vanwege de bestaande nood, en dat wil Paulus hen graag besparen. Let wel op, Paulus geeft in deze verzen niet plots een toestemming om wel te doen wat hij eerder had verboden, namelijk hertrouwen na echtscheiding  (zie 1 Korintiërs 7:5,10-11.12 -13).

De tijd is kort

Dit bedoel ik, broeders: de tijd is kort. Ten slotte, laten zij, die een vrouw hebben, zijn als zonder vrouw; die wenen, als weenden zij niet; die blijde zijn, als waren zij niet blijde; die kopen, als zouden zij er niets van behouden; die van de wereld gebruik maken, als zouden zij haar niet ten einde toe gebruiken. Want het uiterlijk van deze wereld is bezig te verdwijnen” 1 Korintiërs 7:29-31.

Christenen hebben een andere perceptie van tijd. We weten niet wanneer we gaan sterven, waardoor het soms lijkt dat we onbeperkte tijd hebben. Ons geloof laat ons deze dingen vanuit een ander perspectief bekijken. Vergelijk het met iemand die te horen krijgt dat hij of zij nog maar enkele maanden te leven heeft. De tijd is kort. Het leven op aarde is een damp zegt Jakobus (Jakobus 4:14). Onze missie is om bij de Here te zijn, om voor de Here te leven. Dat moet ons minder aards en wereldsgezind willen doen zijn. Dat moet ons doen focussen op het geestelijke. Door hier wijs mee om te gaan, besparen christenen zichzelf van bepaalde zorgen. Daarom moet de gehuwde christen zich beschouwen als zonder vrouw, zij die wenen als zouden ze geen verdriet hebben, zij die blij zijn als zouden ze niet blij zijn, zij die kopen als zouden ze er niets van behouden, zij die gebruik maken van de wereld als zouden zij haar niet ten einde toe gebruiken. Want het uiterlijk van de wereld is bezig te verdwijnen. Het bestaan op aarde is slechts tijdelijk. En zo moeten we de dingen van de aarde ook beschouwen. Slechts van tijdelijke aard.

En ik wilde wel, dat gij zonder zorgen waart. Wie niet getrouwd is, wijdt zijn zorgen aan de zaak des Heren, hoe hij de Here zal behagen. Maar hij, die getrouwd is, wijdt zijn zorgen aan aardse zaken, hoe hij zijn vrouw zal behagen, en hij is verdeeld. Zowel zij, die geen man meer heeft, als de jongedochter, wijdt haar zorgen aan de zaak des Heren, om heilig te zijn naar lichaam en geest. Maar zij, die getrouwd is, wijdt haar zorgen aan aardse zaken, om haar man te behagen. Dit zeg ik in uw eigen belang, niet om u een strik om te werpen, maar lettende op de betamelijkheid en de onverdeelde toewijding aan de Here” 1 Korintiërs 7:32-35.

Paulus verlangde dat de christenen in Korinthe zonder zorgen waren. Daarom dat hij hen dit advies gaf. Wie niet getrouwd is, wijdt zijn zorgen aan het evangelie van Jezus en hoe hij God kan plezieren. Hij de getrouwd is daartegen, heeft een verantwoordelijkheid om aardse zaken te behartigen. Hij heeft de plicht om zijn vrouw te behagen waardoor hij verdeeld is. De vrouw die geen man meer heeft, evenals de maagd wijdt haar tijd en moeite aan de zaak van de Here, om heilig te zijn naar lichaam en geest. De getrouwde vrouw echter heeft de verantwoordelijkheid om haar zorgen te wijden aan aardse zaken. Ze moet haar man behagen. Paulus zegt dit niet om het hen moeilijk te maken, maar dit is het juiste om te doen. Dit is hoe de gehuwde en de alleenstaande hun leven met God behoren in te vullen.

Laten zij trouwen

Vindt nu iemand, dat hij jegens zijn jongedochter niet betamelijk handelt, indien zij reeds wat ouder wordt, en het zo behoort te geschieden, hij doe, wat hij wil; het is geen zonde, laten zij trouwen. Doch hij, die, in zijn gemoed vast overtuigd, niet genoodzaakt wordt en macht heeft over zijn wil en hiertoe bij zichzelf besloten heeft, zijn jongedochter ongerept te laten blijven, zal wel doen. Wie dus zijn jongedochter uithuwelijkt, doet wel, en wie haar niet uithuwelijkt, doet beter” 1 Korintiërs 7:36-38.

Er is wat controverse over vers 36. Over wie gaat dit? Over een verloofd koppel, of over een vader met zijn dochter? Het is relevant voor hoe we deze verzen gaan uitleggen. Deze schrijver zal de tekst benaderen vanuit de gedachte dat het over een vader en zijn dochter gaat. Paulus spreekt over iemand die vindt dat er jegens zijn jongedochter niet goed wordt gehandeld als zij wat ouder  is geworden. Ze is de gangbare leeftijd om te huwen al voorbij. Hij heeft het recht om zijn dochter te laten huwen. Als zijn dochter wil huwen, dan is dat niet verkeerd van haar en ook niet van haar vader. De vader hoeft er niet tegen te zijn. Maar als deze vindt dat zijn dochter beter alleen kan blijven, dan is dat ook goed. Wie zijn dochter uithuwelijkt, doet goed, wie haar niet uithuwelijkt doet beter. Ook hier moeten we rekening houden met de bestaande nood die er was op dat moment.

Een vrouw is gebonden, zolang haar man leeft; maar indien haar man is ontslapen, is zij vrij om te trouwen, met wie zij wil, mits in de Here. Toch is zij naar mijn mening gelukkiger, indien zij blijft, zoals zij is; en ik meen ook de Geest Gods te hebben” 1 Korintiërs 7:39-40.

Een vrouw is gebonden zolang haar man leeft (v.g.l. Romeinen 7:1-4), maar als haar man sterft dan is zij vrij om te trouwen met wie zij wil. Het huwelijk moet wel een huwelijk zijn in de Here, d.w.z. niet in strijd met de voorschriften van de Here.  Bvb, niet met een gescheiden man, niet met een ongelovige, niet met … . Toch geeft Paulus nu het advies dat ze gelukkiger zal zijn als ze een weduwe blijft en niet hertrouwt. Paulus geeft dit advies met de wijsheid van Gods Geest. Aan Timoteus zegt hij dat het beter is dat jonge weduwen huwen (1 Timoteus 5:14-15), vandaar dat ook dit advies moet worden beschouwd in het licht van de bestaande nood.


Vorige