Gemeente van Christus
Hoe worden doden opgewekt?
“Maar, zal iemand zeggen, hoe worden de
doden opgewekt? En met wat voor lichaam komen zij? Dwaas! Wat gij
zelf zaait, wordt niet levend, of het moet gestorven zijn, en als
gij zaait, zaait gij niet het toekomstige lichaam, maar slechts een
korrel, bijvoorbeeld van koren, of van iets anders. Maar God geeft
er een lichaam aan, gelijk Hij dat gewild heeft, en wel aan elk zaad
zijn eigen lichaam. Alle vlees is niet hetzelfde, maar dat van
mensen is anders dan dat van beesten, en het vlees van vogels weer
anders dan dat van vissen. Er zijn hemelse en aardse lichamen, maar
de glans der hemelse is anders dan die der aardse. De glans der zon
is anders dan die der maan en der sterren, want de ene ster
verschilt van de andere in glans.” 1 Korintiërs 15:35-41.
‘Hoe worden de doden dan opgewekt Paulus? Het lichaam van de
meeste doden is immers al lang vergaan’. Sommige christenen in
Korinte konden maar moeilijk begrijpen hoe doden dan worden
opgewekt. Dit is een eerste bezwaar dat ze aanhalen. Omdat ze
het niet konden begrijpen, verworpen ze deze gedachte. Het is niet
omdat we iets niet begrijpen, dat het daarom niet waar is of
bestaat. Er zijn veel dingen in het leven die we niet begrijpen,
maar die we tocht geloven en als waar aannemen. Omdat zij die zo
denken dwaas zijn, legt Paulus uit hoe doden worden opgewekt met het
voorbeeld van een zaad. Een plant komt voort van een zaad. Toch
lijkt de plant totaal niet op het zaad dat geplant is. Het zaad
wordt begraven en brengt dan een plant voort. Dus elke keer wanneer
een valse leraar, die niet gelooft in de opstanding van de doden,
een zaad plant, bewijst hij daarmee zijn ongelijk.
We weten niet hoe het opstandingslichaam eruit zal gaan zien, maar
God geeft er een lichaam aan zoals Hij dat heeft gewild. Net zoals
God aan elk zaad een eigen lichaam geeft. God heeft ervaring genoeg
in het geven en vormen van lichamen. Kijk maar naar de mens die
gevormd wordt uit een zaad, alsook dieren die een ander lichaam
hebben. Zo hebben ook vogels en vissen andere lichamen. God heeft
ook aan de hemellichamen vorm gegeven. Deze verschillen thans met de
aardse lichamen. Maar zelfs de hemellichamen onderling verschillen
van elkaar, zoals de zon verschilt van de maan. En zoals de ene ster
een andere glans kent dan de andere. De schepping is Gods
meesterwerk. Er is dus voldoende reden om vertrouwen te hebben in de
functionaliteit en de schoonheid van het opstandingslichaam dat God
zal geven.
Hoe zal het opstandingslichaam eruit
zien?
“Zo is het ook met de opstanding der
doden. Er wordt gezaaid in vergankelijkheid, en opgewekt in
onvergankelijkheid; er wordt gezaaid in oneer, en opgewekt in
heerlijkheid; er wordt gezaaid in zwakheid, en opgewekt in kracht.
Er wordt een natuurlijk lichaam gezaaid, en een geestelijk lichaam
opgewekt. Is er een natuurlijk lichaam, dan bestaat er ook een
geestelijk lichaam. Aldus staat er ook geschreven: de eerste mens,
Adam, werd een levende ziel; de laatste Adam een levendmakende
geest. Doch het geestelijke komt niet eerst, maar het natuurlijke,
en daarna het geestelijke. De eerste mens is uit de aarde,
stoffelijk, de tweede mens is uit de hemel. Gelijk de stoffelijke
is, zijn ook de stoffelijken, en zoals de hemelse is, zijn ook de
hemelsen. En gelijk wij het beeld van de stoffelijke gedragen
hebben, zo zullen wij het beeld van de hemelse dragen” 1
Korintiërs 15:42-49.
Zo zal het dus ook zijn met de opstanding van de doden. Daarmee
weerlegt Paulus een tweede bezwaar. ‘Paulus, met wat voor
lichaam zal de opstanding komen?’. Er wordt gezaaid in de
vergankelijkheid, in datgene dat sterfelijk is, in datgene dat
tijdelijk is. Maar er wordt opgewekt in onvergankelijkheid. Er wordt
gezaaid in oneer, en opgewekt in heerlijkheid. Er wordt gezaaid in
zwakheid, maar opgewekt in kracht. Ons natuurlijk lichaam is
kwetsbaar vanaf de conceptie tot aan het moment dat we sterven. Het
lichaam is onderhevig aan ziekten en de dood. Mensen, dieren en
natuurverschijnselen kunnen ons lichaam schade toebrengen. Ons
lichaam past zich aan de omgeving aan waarin we leven. Zo zal ook
het geestelijk opstandingslichaam zich aanpassen aan de nieuwe
situatie. Het geestelijke komt niet eerst, maar het natuurlijke
lichaam. Daarna het geestelijke lichaam.
Adam, de eerste mens werd een levende ziel toen God hem formeerde
(Genesis 1-3). De laatste Adam werd een levendmakende geest. Dit is
een verwijzing naar Christus en wat Hij heeft volbracht op Golgotha
en wat Hij zal bewerken in de opstanding. “Verwondert
u hierover niet, want de ure komt, dat allen, die in de graven zijn,
naar zijn stem zullen horen, en zij zullen uitgaan, wie het goede
gedaan hebben, tot de opstanding ten leven, wie het kwade bedreven
hebben, tot de opstanding ten oordeel.”
Johannes 5:28-29. Adam werd uit het stof van de aarde geformeerd
(Genesis 2:7), Jezus daarentegen kwam uit de hemel (Johannes
1:1,14), en is teruggekeerd naar de hemel (Handelingen 1:10-11).
Zoals de stoffelijke Adam is, zo is ook zijn nageslacht. Zoals de
hemelse Jezus is, zo zijn ook de hemelsen. Zoals wij het beeld van
de stoffelijke gedragen hebben, zo zullen wij ook het beeld van de
hemelse lichamen dragen.
Wat met hen die nog leven als de
doden worden opgewekt?
Een derde bezwaar dat tegen de opstanding van de doden wordt
opgeworpen door sommige te Korinte is ‘ja maar, wat dan met hen
die nog leven als Jezus terugkomt?’.
“Dit
spreek ik evenwel uit, broeders: vlees en bloed kunnen het
Koninkrijk Gods niet beërven en het vergankelijke beërft de
onvergankelijkheid niet. Zie, ik deel u een geheimenis mede. Allen
zullen wij niet ontslapen, maar allen zullen wij veranderd worden,
in een ondeelbaar ogenblik, bij de laatste bazuin, want de bazuin
zal klinken en de doden zullen onvergankelijk opgewekt worden en wij
zullen veranderd worden. Want dit vergankelijke moet
onvergankelijkheid aandoen en dit sterfelijke moet onsterfelijkheid
aandoen” 1 Korintiërs 15:50-53.
Het
is waar dat vlees en bloed het Koninkrijk van God niet kunnen
beërven, net zo min als het vergankelijke de onvergankelijkheid kan
beërven. Daarom wil Paulus dat de Korintiërs het volgende geheimenis
kennen. Niet iedereen zal dood zijn wanneer Jezus terugkomt (vgl 1
Tessalonissenzen 4:13-18, Handelingen 24:15). Maar wel zal iedereen
worden veranderd. Dit gebeurt in een oogwenk en bij een
bazuingeschal, “want de Here zelf zal op
een teken, bij het roepen van een aartsengel en bij het geklank ener
bazuin Gods, nederdalen van de hemel, en zij, die in Christus
gestorven zijn, zullen het eerst opstaan, daarna zullen wij,
levenden, die achterbleven, samen met hen op de wolken in een
oogwenk weggevoerd worden, de Here tegemoet in de lucht, en zo
zullen wij altijd met de Here wezen” 1 Tessalonissenzen
4:16-17. Dit zal een wonderbaarlijk moment zijn, waar christenen
reikhalzend naar verlangen en uitzien. Paulus wist zelf ook niet
wanneer dit zou gaan gebeuren. Het kon tijdens zijn leven gebeuren,
het kon na zijn dood gebeuren. Dit is hoe elke christen in het leven
staat. Jezus zei “Daarom, weest ook gij
bereid, want op een uur, dat gij het niet verwacht, komt de Zoon des
mensen” Matteus 24:44.
Gevolgen van de opstanding van de doden
“En zodra dit vergankelijke
onvergankelijkheid aangedaan heeft, en dit sterfelijke
onsterfelijkheid aangedaan heeft, zal het woord werkelijkheid
worden, dat geschreven is: De dood is verzwolgen in de overwinning.
Dood, waar is uw overwinning? Dood, waar is uw prikkel? De prikkel
des doods is de zonde en de kracht der zonde is de wet. Maar Gode
zij dank, die ons de overwinning geeft door onze Here Jezus Christus”
1 Korintiërs 15:5’-57.
Het vergankelijke zal onvergankelijkheid aandoen. Zodra dit gebeurt
zal het woord worden vervuld dat zegt dat de dood overwonnen is (vgl
Jesaja 25:8). Om dit idee kracht bij te zetten, personifieert Paulus
de dood. Dood, waar is uw overwinning? Dood, en nu? Waar is uw macht
nu? (vgl Hosea 13:14). De dood is het loon van de zonde (vgl Genesis
2:17, 3:19, Romeinen 6:23). Omdat Adam tegen God rebelleerde, is hij
sterfelijk geworden. En zo ook zijn nageslacht door hem. Door te
sterven in de zonde is er geen hoop voor de mens (vgl Johannes
8:21). Gezien allen Gods wet hebben overtreden (Romeinen 3:10-18),
bezegelt de dood hun eeuwig lot. Maar God zij dank voor het offer
van Jezus Christus. Door Zijn genade is er overwinning over zonde en
dood!
“Daarom, mijn geliefde broeders, weest
standvastig, onwankelbaar, te allen tijde overvloedig in het werk
des Heren, wetende, dat uw arbeid niet vergeefs is in de Here”
1 Korintiërs 15:50.
Omdat Jezus zonde en dood heeft overwonnen, moeten christenen
standvastig en onwankelbaar zijn. De arbeid en het lijden van een
christen is niet tevergeefs. Onze rekening in de hemel wordt
dagelijks aangevuld door het trouwe geloofsleven dat we leiden (vgl
Filippenzen 2:30; 4:17). “Ook u, die
eertijds vervreemd en vijandig gezind waart blijkens uw boze werken,
heeft Hij thans weder verzoend, in het lichaam zijns vlezes, door de
dood, om u heilig en onbesmet en onberispelijk vóór Zich te
stellen, indien gij slechts wel gegrond en standvastig blijft in het
geloof en u niet laat afbrengen van de hoop van het evangelie, dat
gij gehoord hebt en dat verkondigd is in de ganse schepping onder de
hemel, en waarvan ik, Paulus, een dienaar geworden ben.” Kolossenzen 1:21-23. Dit leven is niet altijd vanzelfsprekend, zeker
niet als je omringd wordt door ontrouwe christenen, en verdrukking
kent door ongelovigen. De bemoediging van Paulus is daarom nodig.
Het leven dat je leidt en de keuzes die je maakt, zijn niet
tevergeefs. Geef niet op!