Gemeente van Christus
De opstanding van Jezus
“Ik maak u bekend, broeders, het
evangelie, dat ik u verkondigd heb, dat gij ook ontvangen hebt,
waarin gij ook staat,
waardoor gij ook behouden wordt, indien gij het zo vasthoudt, als ik
het u verkondigd heb, tenzij gij tevergeefs tot geloof zoudt gekomen
zijn” 1 Korintiërs 15:1-2.
Paulus wil een ander probleem van de Korintiërs aanpakken. Namelijk
dat sommigen van hen zijn gaan geloven dat er geen opstanding van de
doden zal zijn. Om zijn punt kracht bij te zetten, zal Paulus eerst
spreken over datgene wat ze wel geloofden, namelijk de opstanding
van Jezus. Paulus wil dat ze goed zouden beseffen dat het evangelie,
het goede nieuws, dat hij hen heeft gepredikt, waardoor zij christen
zijn kunnen worden, hun enkel zal behouden als ze het zo vasthouden
zoals hij het hen heeft verkondigd (Romeinen 1:16; 1 Petrus 1:23).
Anders zouden zij tevergeefs tot geloof zijn gekomen. Anders zou hun
geloof en vertrouwen in het evangelie zonder succes zijn. Het zou
dan geen enkele zin hebben dat ze het in verleden hebben geloofd.
Het zou dan geen enkele zin hebben dat er nu in staan. Het zou hen
in de toekomst niet kunnen behouden omdat ze de waarheid hebben
veranderd en een leugen zijn gaan geloven.
“Want
voor alle dingen heb ik u overgegeven, hetgeen ik zelf ontvangen
heb: Christus is gestorven voor onze zonden, naar de Schriften, en
Hij is begraven en ten derden dage opgewekt, naar de Schriften,”
1 Korintiërs 15:3-4.
Paulus had de Korintiërs geleerd wat hij zelf van Jezus door
openbaring had ontvangen (vgl Galaten 1:11-12). Dit zijn de feiten:
Jezus, de Gezalfde is gestorven voor onze zonden zoals de Schriften
zeggen (Lukas 24:44-46). Jezus is begraven en op de derde dag
opgewekt zoals de Schriften zeggen (vgl Jesaja 53:10; Matteus 12:40)
“en
Hij is verschenen aan Kefas, daarna aan de twaalven. Vervolgens is
Hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders tegelijk, van wie
het merendeel thans nog in leven is, doch sommigen zijn ontslapen.
Vervolgens is Hij verschenen aan Jakobus, daarna aan al de
apostelen; maar het allerlaatst is Hij ook aan mij verschenen, als
aan een ontijdig geborene” 1 Korintiërs 15:5-8.
Jezus is verschenen aan Kefas, dit is Petrus (vgl Lukas 24:34),
daarna aan de twaalven (Johannes 20:19-23; Lukas 24:34-43). Dit geen
gedetailleerde opsomming van al de personen aan wie Jezus is
verschenen. De evangeliën geven ons daar een correct beeld van.
Paulus haalt hier enkel de punten aan die hem kunnen helpen om de
Korintërs te overtuigen. Vervolgens is Jezus verschenen aan meer dan
vijfhonderd broeders tegelijk van wie het merendeel nog leeft op het
moment dat Paulus deze woorden schrijft (vgl Matteus 28:7-10;
16-20). Vervolgens is Jezus verschenen aan Jakobus. Het nieuwe
testament vertelt ons niets over deze verschijning aan Jakobus. Toch
was deze informatie gekend onder de eerste christenen. Vervolgens
verscheen Jezus aan al de apostelen. Dit is waarschijnlijk een
andere verschijning dan die van Johannes 20:19-29. Als allerlaatste
is Jezus ook aan Paulus verschenen, als aan iemand die niet op de
normale wijze geboren wordt (vgl Handelingen 9).
“Want
ik ben de geringste der apostelen, niet waard een apostel te heten,
omdat ik de gemeente Gods vervolgd heb.
Maar door de genade Gods ben
ik, wat ik ben, en zijn genade aan mij is niet vergeefs geweest,
want ik heb meer gearbeid dan zij allen, doch niet ik, maar de
genade Gods, die met mij is. Daarom dan, ik of zij, zo prediken wij,
en zo zijt gij tot het geloof gekomen” 1 Korintiërs 15:9-11.
Paulus is de minste van de apostelen, nog niet eens waard om een
apostel te heten omdat hij de eerste jaren van het christendom de
gemeente van God heeft proberen uit te roeien (2 Korintiërs 11:5;
Handelingen 8:1; 26:10; 1 Timoteus 1:15). Zuiver door Gods genade,
doordat God het kwade niet toerekende en hem vergaf toen Paulus
daarom vroeg (Handelingen 22:16), is Paulus geworden wie hij was. De
werking van Gods genade is niet vergeefs geweest, want Paulus is
produktiever geweest dan al de andere ooggetuigen. Toch beroept
Paulus zich niet op zijn eigen kunnen, maar op Gods genade. Hoe het
ook zij, de andere apostelen of Paulus, dit is hoe ze allen
prediken, en door deze prediking zijn de Korintiërs tot geloof
gekomen.
Waarom zeggen sommigen van jullie dat er
geen opstanding van doden is?
“Indien nu van Christus gepredikt wordt,
dat Hij uit de doden is opgewekt, hoe komen sommigen onder u ertoe
te zeggen, dat er geen opstanding der doden is?” 1 Korintiërs
15:13.
Het is duidelijk dat van Christus wordt verkondigd dat Hij uit de
doden is opgewekt. Paulus vraagt hen daarom waarom sommigen zeggen
dat er geen opstanding van doden is. Dit was niet het evangelie dat
hij hen had verkondigd. Ze moesten ook goed beseffen dat hun
overtuiging een hele reeks gevolgen in werking stelde. Gelijk een
domino spel. Het ene blokje doet het andere blokje vallen. Wat zijn
de gevolgen van de valse leer dat er geen opstanding van de doden
is?
“Indien er geen opstanding der doden is,
dan is ook Christus niet opgewekt. En indien Christus niet is
opgewekt, dan is immers onze prediking zonder inhoud, en zonder
inhoud is ook uw geloof. Dan blijken wij ook valse getuigen van God
te zijn, want dan hebben wij tegen God in getuigd, dat Hij de
Christus opgewekt heeft, die Hij toch niet heeft opgewekt, indien er
geen doden opgewekt worden” 1 Korintiërs 15:14-15.
Als er geen opstanding van doden is, dan is ook Jezus niet uit de
dood opgewekt. Als Jezus niet uit de dood is opgewekt, dan is wat de
apostelen prediken inhoudloos en dan is ook het geloof van de
Korintiërs inhoudloos. Dan is het logisch gevolg dat de apostelen
valse getuigen van God zijn, omdat zij dan tegen God in hebben
getuigd dat God de Christus heeft opgewekt, terwijl God de Christus
dan niet heeft opgewekt als er geen doden opgewekt worden (vgl
Handelingen 2:24,32; 3:15,26; 4:10).
“Immers,
indien er geen doden opgewekt worden, dan is Christus ook niet
opgewekt; en indien Christus niet is opgewekt, dan is uw geloof
zonder vrucht, dan zijt gij nog in uw zonden. Dan zijn ook zij, die
in Christus ontslapen zijn, verloren. Indien wij alleen voor dit
leven onze hoop op Christus gebouwd hebben, zijn wij de
beklagenswaardigste van alle mensen” 1 Korintiërs 15:16-19.
Als er geen doden opgewekt worden dan is Christus ook niet opgewekt.
Als Christus niet is opgewekt, dan is ook het geloof van de
Korintiërs zinloos. Dan leven ze nog steeds in hun zonden (Romeinen
4:25; Hebreeën 7:25; 1 Johannes 2:1). Dan zijn ook zij die gelovig
gestorven zijn, verloren. Meer nog, als mensen enkel hopen op
Christus gedurende hun aardse bestaan, dan zijn christenen de
beklagenswaardigste van alle mensen.
Christenen geloven in een opstanding van het lichaam, net zoals
Jezus’ lichaam werd opgewekt. Het is daarom dat Paulus in hoofdstuk
6 benadrukte dat de Korintiërs hun lichaam moesten gebruiken om de
Here te dienen (1 Korintiërs 6:13-20).
Christus is opgewekt uit de doden
“Maar
nu, Christus is opgewekt uit de doden, als eersteling van hen, die
ontslapen zijn. Want, dewijl de dood er is door een mens, is ook de
opstanding der doden door een mens. Want evenals in Adam allen
sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden”
1 Korintiërs 15:20-22.
Hun gedachten waren niet juist, Christus is wel opgewekt uit de
doden. Hij was de eerste van hen die gestorven zijn. Zoals de dood
er is door een mens, zo is ook de opstanding van de doden er door
een mens. In Adam sterven allen, zo zullen in Christus allen levend
gemaakt worden. Adam was de bron van dood voor alle mensen doordat
zijn zonde heeft veroorzaakt dat alle mensen sterven. Zo is Jezus de
bron van leven na de dood voor alle mensen. Niet dat iedereen
behouden zal worden, maar alle doden zullen worden opgewekt (vgl
Johannes 5:28-29)
“Maar
ieder in zijn eigen rangorde: Christus als eersteling, vervolgens
die van Christus zijn bij zijn komst; daarna het einde, wanneer Hij
het koningschap aan God de Vader overdraagt, wanneer Hij alle
heerschappij, alle macht en kracht onttroond zal hebben. Want Hij
moet als koning heersen, totdat Hij al zijn vijanden onder zijn
voeten gelegd heeft. De laatste vijand, die onttroond wordt, is de
dood, want alles heeft Hij aan zijn voeten onderworpen. Maar wanneer
Hij zegt, dat alles onderworpen is, is blijkbaar Hij uitgezonderd,
die Hem alles onderworpen heeft. Wanneer alles Hem onderworpen is,
zal ook de Zoon zelf Zich aan Hem onderwerpen, die Hem alles
onderworpen heeft, opdat God zij alles in allen” 1 Korintiërs
15:23-28.
De levendmaking zal gebeuren voor ieder in zijn rangorde. Christus
is de eerste, daarna die van Christus zijn bij Zijn komst. Daarna is
het einde wanneer Jezus het koningschap aan God de Vader overdraagt.
Wanneer Jezus alle heerschappij, alle macht en kracht onttroond zal
hebben (2 Tessalonissenzen 1:7-10; 2 Petrus 3:9). Christus moet als
koning heersen totdat Hij al Zijn vijanden onder zijn voeten heeft
gelegd. De laatste vijand die onttroond zal worden is de dood, want
alles heeft Hij aan Zijn voeten onderworpen (vgl Psalm 8). Wanneer
Hij zegt dat alles onderworpen is, is blijkbaar Hij uitgezonderd die
Hem alles onderworpen heeft. Wanneer alles Hem onderworpen is, zal
ook de Zoon zelf Zich aan Hem onderwerpen. De Vader heeft Christus
de macht gegeven om alle dingen aan Zich te onderwerpen. Wanneer
Christus die macht teruggeeft aan de Vader, zal het zijn God zij
alles in allen.
Wat zullen zij anders doen die zich
voor de doden laten dopen?
“Wat zullen anders zij doen, die zich
voor de doden laten dopen? Indien er in het geheel geen doden
opgewekt worden, waarom laten zij zich nog voor hen dopen? Waarom
zijn ook wijzelf van uur tot uur in gevaar? Zowaar als ik, broeders,
op u roem draag in Christus Jezus, onze Here, ik sterf elke dag.
Indien ik te Efeze, naar de mens, met wilde dieren gevochten heb,
wat baat het mij? Indien er geen doden worden opgewekt, laten wij
eten en drinken, want morgen sterven wij” 1 Korintiërs
15:29-32.
Wat zullen zij, dat zijn de valse leraren, dan doen als zij zich
voor de doden laten dopen? De doop staat symbool voor een begrafenis
en opstanding (vgl Romeinen 6). Als er dus geen doden worden
opgewekt, waarom zou ge u dan voor doden laten dopen? Waarom zijn
dan de apostelen constant in gevaar? Waarom zou hij zijn leven in
gevaar brengen als het toch niks oplevert? De Korintiërs waren de
reden waarom Paulus deze valse leer niet zomaar aanvaardde.
Dagelijks nam Paulus afstand van een comfortabel leven om voor
Christus te kunnen leven. Hij stierf elke dag. In Efeze had hij met
wilde dieren gevochten. Maar waarom als er toch geen opstanding is?
Als er geen doden worden opgewekt, laten wij dan eten en drinken
want morgen sterven wij (vgl Jesaja 22:13).
“Misleidt uzelf niet; slechte omgang
bederft goede zeden. Komt tot de rechte nuchterheid en zondigt niet
langer, want sommigen hebben geen besef van God. Tot uw beschaming
moet ik dit zeggen” 1 Korintiërs 15:33-34.
De Korintiërs moesten oppassen dat ze zichzelf niet misleidden door
valse leren te geloven. Slechte omgang bederft goede zeden. Deze
valse leer is niet van de apostelen gekomen. Daarom moeten ze tot
het juiste besef komen, want sommigen zijn onwetend over God. Dat
was geen compliment, maar een beschaming voor hen die waren
afgedwaald. Veel hangt af van hoe we denken, met wie we omgaan en
van hoe we Gods Woord lezen. Wanneer we in zonde leven dan wordt ons
denken bezoedeld. Dan wordt ons denken wazig en slecht.