Gemeente van Christus  Houthalen Oost

De eerste brief van Paulus aan de Korintiërs 15:1-34 (19)

De opstanding van Jezus

Ik maak u bekend, broeders, het evangelie, dat ik u verkondigd heb, dat gij ook ontvangen hebt, waarin gij ook staat,  waardoor gij ook behouden wordt, indien gij het zo vasthoudt, als ik het u verkondigd heb, tenzij gij tevergeefs tot geloof zoudt gekomen zijn” 1 Korintiërs 15:1-2.

Paulus wil een ander probleem van de Korintiërs aanpakken. Namelijk dat sommigen van hen zijn gaan geloven dat er geen opstanding van de doden zal zijn. Om zijn punt kracht bij te zetten, zal Paulus eerst spreken over datgene wat ze wel geloofden, namelijk de opstanding van Jezus. Paulus wil dat ze goed zouden beseffen dat het evangelie, het goede nieuws, dat hij hen heeft gepredikt, waardoor zij christen zijn kunnen worden, hun enkel zal behouden als ze het zo vasthouden zoals hij het hen heeft verkondigd (Romeinen 1:16; 1 Petrus 1:23). Anders zouden zij tevergeefs tot geloof zijn gekomen. Anders zou hun geloof en vertrouwen in het evangelie zonder succes zijn. Het zou dan geen enkele zin hebben dat ze het in verleden hebben geloofd. Het zou dan geen enkele zin hebben dat er nu in staan. Het zou hen in de toekomst niet kunnen behouden omdat ze de waarheid hebben veranderd en een leugen zijn gaan geloven.

Want voor alle dingen heb ik u overgegeven, hetgeen ik zelf ontvangen heb: Christus is gestorven voor onze zonden, naar de Schriften, en Hij is begraven en ten derden dage opgewekt, naar de Schriften,” 1 Korintiërs 15:3-4.

Paulus had de Korintiërs geleerd wat hij zelf van Jezus door openbaring had ontvangen (vgl Galaten 1:11-12). Dit zijn de feiten: Jezus, de Gezalfde is gestorven voor onze zonden zoals de Schriften zeggen (Lukas 24:44-46). Jezus is begraven en op de derde dag opgewekt zoals de Schriften zeggen (vgl Jesaja 53:10; Matteus 12:40)

en Hij is verschenen aan Kefas, daarna aan de twaalven. Vervolgens is Hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders tegelijk, van wie het merendeel thans nog in leven is, doch sommigen zijn ontslapen. Vervolgens is Hij verschenen aan Jakobus, daarna aan al de apostelen; maar het allerlaatst is Hij ook aan mij verschenen, als aan een ontijdig geborene” 1 Korintiërs 15:5-8.

Jezus is verschenen aan Kefas, dit is Petrus (vgl Lukas 24:34), daarna aan de twaalven (Johannes 20:19-23; Lukas 24:34-43). Dit geen gedetailleerde opsomming van al de personen aan wie Jezus is verschenen. De evangeliën geven ons daar een correct beeld van. Paulus haalt hier enkel de punten aan die hem kunnen helpen om de Korintërs te overtuigen. Vervolgens is Jezus verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders tegelijk van wie het merendeel nog leeft op het moment dat Paulus deze woorden schrijft (vgl Matteus 28:7-10; 16-20). Vervolgens is Jezus verschenen aan Jakobus. Het nieuwe testament vertelt ons niets over deze verschijning aan Jakobus. Toch was deze informatie gekend onder de eerste christenen. Vervolgens verscheen Jezus aan al de apostelen. Dit is waarschijnlijk een andere verschijning dan die van Johannes 20:19-29. Als allerlaatste is Jezus ook aan Paulus verschenen, als aan iemand die niet op de normale wijze geboren wordt (vgl Handelingen 9).

Want ik ben de geringste der apostelen, niet waard een apostel te heten, omdat ik de gemeente Gods vervolgd heb.  Maar door de genade Gods ben ik, wat ik ben, en zijn genade aan mij is niet vergeefs geweest, want ik heb meer gearbeid dan zij allen, doch niet ik, maar de genade Gods, die met mij is. Daarom dan, ik of zij, zo prediken wij, en zo zijt gij tot het geloof gekomen” 1 Korintiërs 15:9-11.

Paulus is de minste van de apostelen, nog niet eens waard om een apostel te heten omdat hij de eerste jaren van het christendom de gemeente van God heeft proberen uit te roeien (2 Korintiërs 11:5; Handelingen 8:1; 26:10; 1 Timoteus 1:15). Zuiver door Gods genade, doordat God het kwade niet toerekende en hem vergaf toen Paulus daarom vroeg (Handelingen 22:16), is Paulus geworden wie hij was. De werking van Gods genade is niet vergeefs geweest, want Paulus is produktiever geweest dan al de andere ooggetuigen. Toch beroept Paulus zich niet op zijn eigen kunnen, maar op Gods genade. Hoe het ook zij, de andere apostelen of Paulus, dit is hoe ze allen prediken, en door deze prediking zijn de Korintiërs tot geloof gekomen.

Waarom zeggen sommigen van jullie dat er geen opstanding van doden is?

Indien nu van Christus gepredikt wordt, dat Hij uit de doden is opgewekt, hoe komen sommigen onder u ertoe te zeggen, dat er geen opstanding der doden is?” 1 Korintiërs 15:13.

Het is duidelijk dat van Christus wordt verkondigd dat Hij uit de doden is opgewekt. Paulus vraagt hen daarom waarom sommigen zeggen dat er geen opstanding van doden is. Dit was niet het evangelie dat hij hen had verkondigd. Ze moesten ook goed beseffen dat hun overtuiging een hele reeks gevolgen in werking stelde. Gelijk een domino spel. Het ene blokje doet het andere blokje vallen. Wat zijn de gevolgen van de valse leer dat er geen opstanding van de doden is?

Indien er geen opstanding der doden is, dan is ook Christus niet opgewekt. En indien Christus niet is opgewekt, dan is immers onze prediking zonder inhoud, en zonder inhoud is ook uw geloof. Dan blijken wij ook valse getuigen van God te zijn, want dan hebben wij tegen God in getuigd, dat Hij de Christus opgewekt heeft, die Hij toch niet heeft opgewekt, indien er geen doden opgewekt worden” 1 Korintiërs 15:14-15.

Als er geen opstanding van doden is, dan is ook Jezus niet uit de dood opgewekt. Als Jezus niet uit de dood is opgewekt, dan is wat de apostelen prediken inhoudloos en dan is ook het geloof van de Korintiërs inhoudloos. Dan is het logisch gevolg dat de apostelen valse getuigen van God zijn, omdat zij dan tegen God in hebben getuigd dat God de Christus heeft opgewekt, terwijl God de Christus dan niet heeft opgewekt als er geen doden opgewekt worden (vgl Handelingen 2:24,32; 3:15,26; 4:10).

Immers, indien er geen doden opgewekt worden, dan is Christus ook niet opgewekt; en indien Christus niet is opgewekt, dan is uw geloof zonder vrucht, dan zijt gij nog in uw zonden. Dan zijn ook zij, die in Christus ontslapen zijn, verloren. Indien wij alleen voor dit leven onze hoop op Christus gebouwd hebben, zijn wij de beklagenswaardigste van alle mensen” 1 Korintiërs 15:16-19.

Als er geen doden opgewekt worden dan is Christus ook niet opgewekt. Als Christus niet is opgewekt, dan is ook het geloof van de Korintiërs zinloos. Dan leven ze nog steeds in hun zonden (Romeinen 4:25; Hebreeën 7:25; 1 Johannes 2:1). Dan zijn ook zij die gelovig gestorven zijn, verloren. Meer nog, als mensen enkel hopen op Christus gedurende hun aardse bestaan, dan zijn christenen de beklagenswaardigste van alle mensen.

Christenen geloven in een opstanding van het lichaam, net zoals Jezus’ lichaam werd opgewekt. Het is daarom dat Paulus in hoofdstuk 6 benadrukte dat de Korintiërs hun lichaam moesten gebruiken om de Here te dienen (1 Korintiërs 6:13-20).

Christus is opgewekt uit de doden

Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, als eersteling van hen, die ontslapen zijn. Want, dewijl de dood er is door een mens, is ook de opstanding der doden door een mens. Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden” 1 Korintiërs 15:20-22.

Hun gedachten waren niet juist, Christus is wel opgewekt uit de doden. Hij was de eerste van hen die gestorven zijn. Zoals de dood er is door een mens, zo is ook de opstanding van de doden er door een mens. In Adam sterven allen, zo zullen in Christus allen levend gemaakt worden. Adam was de bron van dood voor alle mensen doordat zijn zonde heeft veroorzaakt dat alle mensen sterven. Zo is Jezus de bron van leven na de dood voor alle mensen. Niet dat iedereen behouden zal worden, maar alle doden zullen worden opgewekt (vgl Johannes 5:28-29)

Maar ieder in zijn eigen rangorde: Christus als eersteling, vervolgens die van Christus zijn bij zijn komst; daarna het einde, wanneer Hij het koningschap aan God de Vader overdraagt, wanneer Hij alle heerschappij, alle macht en kracht onttroond zal hebben. Want Hij moet als koning heersen, totdat Hij al zijn vijanden onder zijn voeten gelegd heeft. De laatste vijand, die onttroond wordt, is de dood, want alles heeft Hij aan zijn voeten onderworpen. Maar wanneer Hij zegt, dat alles onderworpen is, is blijkbaar Hij uitgezonderd, die Hem alles onderworpen heeft. Wanneer alles Hem onderworpen is, zal ook de Zoon zelf Zich aan Hem onderwerpen, die Hem alles onderworpen heeft, opdat God zij alles in allen” 1 Korintiërs 15:23-28.

De levendmaking zal gebeuren voor ieder in zijn rangorde. Christus is de eerste, daarna die van Christus zijn bij Zijn komst. Daarna is het einde wanneer Jezus het koningschap aan God de Vader overdraagt. Wanneer Jezus alle heerschappij, alle macht en kracht onttroond zal hebben (2 Tessalonissenzen 1:7-10; 2 Petrus 3:9). Christus moet als koning heersen totdat Hij al Zijn vijanden onder zijn voeten heeft gelegd. De laatste vijand die onttroond zal worden is de dood, want alles heeft Hij aan Zijn voeten onderworpen (vgl Psalm 8). Wanneer Hij zegt dat alles onderworpen is, is blijkbaar Hij uitgezonderd die Hem alles onderworpen heeft. Wanneer alles Hem onderworpen is, zal ook de Zoon zelf Zich aan Hem onderwerpen. De Vader heeft Christus de macht gegeven om alle dingen aan Zich te onderwerpen. Wanneer Christus die macht teruggeeft aan de Vader, zal het zijn God zij alles in allen.

Wat zullen zij anders doen die zich voor de doden laten dopen?

Wat zullen anders zij doen, die zich voor de doden laten dopen? Indien er in het geheel geen doden opgewekt worden, waarom laten zij zich nog voor hen dopen? Waarom zijn ook wijzelf van uur tot uur in gevaar? Zowaar als ik, broeders, op u roem draag in Christus Jezus, onze Here, ik sterf elke dag. Indien ik te Efeze, naar de mens, met wilde dieren gevochten heb, wat baat het mij? Indien er geen doden worden opgewekt, laten wij eten en drinken, want morgen sterven wij” 1 Korintiërs 15:29-32.

Wat zullen zij, dat zijn de valse leraren, dan doen als zij zich voor de doden laten dopen? De doop staat symbool voor een begrafenis en opstanding (vgl Romeinen 6). Als er dus geen doden worden opgewekt, waarom zou ge u dan voor doden laten dopen? Waarom zijn dan de apostelen constant in gevaar? Waarom zou hij zijn leven in gevaar brengen als het toch niks oplevert? De Korintiërs waren de reden waarom Paulus deze valse leer niet zomaar aanvaardde. Dagelijks nam Paulus afstand van een comfortabel leven om voor Christus te kunnen leven. Hij stierf elke dag. In Efeze had hij met wilde dieren gevochten. Maar waarom als er toch geen opstanding is? Als er geen doden worden opgewekt, laten wij dan eten en drinken want morgen sterven wij (vgl Jesaja 22:13).

Misleidt uzelf niet; slechte omgang bederft goede zeden. Komt tot de rechte nuchterheid en zondigt niet langer, want sommigen hebben geen besef van God. Tot uw beschaming moet ik dit zeggen” 1 Korintiërs 15:33-34.

De Korintiërs moesten oppassen dat ze zichzelf niet misleidden door valse leren te geloven. Slechte omgang bederft goede zeden. Deze valse leer is niet van de apostelen gekomen. Daarom moeten ze tot het juiste besef komen, want sommigen zijn onwetend over God. Dat was geen compliment, maar een beschaming voor hen die waren afgedwaald. Veel hangt af van hoe we denken, met wie we omgaan en van hoe we Gods Woord lezen. Wanneer we in zonde leven dan wordt ons denken bezoedeld. Dan wordt ons denken wazig en slecht.

Vorige