Gemeente van Christus
Wie profeteert, sticht de gemeente
“Jaagt de liefde na en streeft naar de
gaven des Geestes, doch vooral naar het profeteren. Want wie in een
tong spreekt, spreekt niet tot mensen, maar tot God, want niemand
verstaat het; door de Geest spreekt hij geheimenissen. Maar wie
profeteert, spreekt voor de mensen stichtend, vermanend en
bemoedigend. Wie in een tong spreekt, sticht zichzelf, maar wie
profeteert, sticht de gemeente. Ik wilde wel, dat gij allen in
tongen spraakt, maar liever nog, dat gij profeteerdet. Wie
profeteert, is meer dan wie in tongen spreekt, tenzij hij het ook
uitlegt, zodat de gemeente stichting ontvangt” 1 Korintiërs
14:1-5.
Paulus heeft uitgelegd wat liefde is en hoe noodzakelijk liefde is.
Het is deze liefde die de Korintiërs begerig moeten zoeken. Daarbij
moeten ze ook ijverig zoeken naar de gaven van de Geest, en vooral
naar het profeteren. Want zij die in vreemde tongen (bestaande
menselijke talen) spraken, spraken niet tot mensen maar tot God
omdat niemand het verstaat. Op de pinksterdag (Handelingen 2) waren
er allemaal Joden van heinde en ver aanwezig in Jeruzalem. Deze
hoorden toen de apostelen het evangelie verkondigen elk in hun eigen
taal. De gave van tongen had in Korinthe weinig nut gezien zij
allemaal dezelfde taal spraken, en dus niemand kon verstaan wat er
werd gezegd. De tongenspreker sprak bijgevolg niet tot mensen maar
tot God. Hij sprak door de Geest geheimenissen, dingen die God
openbaarde in een vreemde taal, maar het had geen enkel nut voor de
gemeente gezien niemand het verstond. Degene die profeteert
daartegen, spreekt voor de mensen stichtend, vermanend en
bemoedigend. Omdat deze profeteerde in de taal die iedereen in de
gemeente sprak. Stichten betekent om het geloof van een ander te
bevorderen. Vermanen betekent om met een overtuigende, krachtige
toespraak te onderwijzen en aansporen. Bemoedigen betekent om iemand
te kalmeren en te vertroosten. Iemand die in een tong spreekt,
sticht zichzelf (doordat niemand het verstaat), maar wie profeteert,
sticht de gemeente. Paulus koesterde het verlangen dat alle
Korintiërs in tongen konden spreken (wat dus niet het geval was, zie
1 Korinthe 12:30), maar hij gaf de voorkeur dat ze beter allemaal
konden profeteren. Want wie profeteert is meer dan wie in tongen
spreekt, tenzij de tongenspreker het ook uitlegt zodat de gemeente
stichting ontvangt. Daarbij komt dat Paulus in de volgende verzen
zal verduidelijken dat tongen eerder een teken zijn voor ongelovigen
dan voor gelovigen. De Korintiërs spraken in de gemeente in vreemde
talen door inspiratie van de Geest, maar niemand verstond het
gesprokene omdat niemand de tong vertaalde. Daardoor had deze gave
geen enkel nut voor de gemeente in Korinthe. Niemand had er iets aan
dan alleen degene die de tong sprak. God gaf deze gaven aan de
mensen, maar het was aan de mensen om te beslissen hoe en wanneer ze
deze gave gebruikten. Er waren bepaalde regels die in acht moesten
worden genomen (vgl 1 Korintiërs 14:26-39), maar de
Korintiërs schepten chaos doordat ieder zijn eigen ding deed.
Als men niet verstaat wat gij zegt,
dan spreekt gij in de lucht
“En nu, broeders, als ik tot u kom en
spreek in tongen, wat nut zal ik u brengen, als ik mij niet tot u
richt, of met een openbaring, of met kennis, of met profetie, of met
onderricht? Hoe toch zal men zelfs bij onbezielde dingen, die geluid
geven, fluit of citer, als zij geen verschil in toon doen horen, te
weten komen wat op de fluit of de citer gespeeld wordt?
Immers, indien de bazuin een
onduidelijk geluid geeft, wie zal zich gereed maken tot de strijd?”
1 Korintiërs 14:7-8.
Paulus vraagt hen welk nut hij hun zou doen, als hij tot hen komt en
in tongen spreekt. Als hij zich daarbij niet tot hen richt? Of hen
een openbaring geeft? Of kennis van God meedeelt? Of een profetie
geeft? Of onderricht geeft? Het antwoord is duidelijk, het zou hen
geen enkel nut doen. Het is ook zo bij onbezielde (levenloze) dingen
die geluid geven zoals een fluit of een citer (harp). Als zij
dezelfde toon geven, hoe kan men dan te weten komen wat op de fluit
en wat op de harp gespeeld wordt? Wie zal zich klaarmaken voor de
strijd, als de bazuin die oproept voor de strijd een onduidelijk
geluid geeft? Stel u voor dat het geluid van de bazuin bedoelt is om
te gaan strijden, maar omdat niemand het verstaat, interpreteren
sommige soldaten het als een bevel van terugtrekken. Het zou dat
leger geen goed doen.
“Evenzo,
indien gij met uw tong geen verstaanbare volzin spreekt, hoe zal men
het gesprokene begrijpen? Gij zoudt immers in de lucht spreken? Er
zijn wie weet hoe vele soorten van klanken in de wereld en niets is
zonder zijn eigen klank. Indien ik nu de betekenis van een klank
niet ken, zal ik voor iemand, die spreekt een vreemde zijn en de
spreker zal voor mij een vreemde zijn. Zo moet ook gij, omdat gij
naar geestelijke gaven streeft, trachten uit te munten tot stichting
van de gemeente” 1 Korintiërs 14:9-12.
Het is zo ook met het spreken van andere talen. Wanneer zij met hun
tong geen verstaanbare zin uitspreken, hoe zullen toehoorders de
gesproken woorden dan kunnen begrijpen? Er zijn heel veel soorten
klanken in de wereld. Niets is zonder zijn eigen klank. Als ik de
betekenis van een klank niet ken, dan zal ik voor iemand die spreekt
een vreemde zijn. En de spreker zal voor mij een vreemde zijn. Zo
moet ook gij Korintiërs, omdat jullie naar geestelijke gaven
streven, proberen uit te blinken in het stichten van de gemeente.
Een christen behoort de taal te spreken die de mensen verstaan. Een
prediker kan een hele preek in een vreemde taal spreken. Maar als de
gemeente die taal niet verstaat, dan hebben die woorden geen enkel
nut. Niet zoals de katholieke mis waar vaak in het Latijn wordt
gesproken. Niet zoals sommige predikers die allerlei geleerde en
moeilijke woorden gebruiken. Hoe zit het met onze samenkomsten? Is
wat wij doen tot stichting van anderen? Zingen we liederen enkel
omdat we ze mooi vinden, of denken we na over wat we zingen? Waarom
luisteren we naar een les? Omdat we de spreker aangenaam vinden of
omdat we met ons verstand het gesprokene proberen te doorgronden?
Ik spreek liever vijf woorden met
mijn verstand dan duizend woorden in een tong
“Derhalve moet hij, die in een tong
spreekt, bidden, dat hij het moge uitleggen. Want indien ik bid in
een tong, bidt mijn geest wel, maar mijn verstand blijft
onvruchtbaar. Hoe staat het dan? Ik zal bidden met mijn geest, maar
ook bidden met mijn verstand; ik zal lofzingen met mijn geest, maar
ook lofzingen met mijn verstand. Want anders, indien gij een zegen
uitspreekt met uw geest, hoe zal iemand, die als toehoorder aanwezig
is, op uw dankzegging zijn amen spreken? Hij weet immers niet, wat
gij zegt. Want gij dankt wel goed, doch de ander wordt er niet door
gesticht. Ik dank God, dat ik meer dan gij allen in tongen spreek;
maar in de gemeente wil ik liever vijf woorden met mijn verstand
spreken, om ook anderen te onderwijzen, dan duizenden woorden in een
tong” 1 Korintiërs 14:13-19.
Omdat de gemeente moet worden gesticht, moet degene die in een tong
spreekt bidden dat hij het moge uitleggen. Want degene die bidt in
een tong, bidt met zijn geest, maar zijn verstand blijft
onvruchtbaar. Het geeft niet de opbrengst die het dient te geven.
Hoe moet het dan wel zijn? Bidden gebeurt met de geest, maar behoort
ook te gebeuren met het verstand. Ook lofzang gebeurt met de geest,
maar behoort eveneens te gebeuren met het verstand. Want stel dat
gij een zegen uitspreekt met uw geest (dus met een vreemde tong).
Hoe kan een toehoorder op uw dankzegging een amen spreken? Hij
begrijpt niet eens wat gij zegt. Het is goed om de danken met de
geest, maar de ander wordt er niet door gesticht. Paulus is God
dankbaar dat hij meer dan alle Korintiërs in tongen kan spreken.
Toch spreekt hij in de gemeente liever vijf woorden met zijn
verstand om anderen daarmee te kunnen onderwijzen, dan dat hij
duizenden woorden in een tong spreekt waar niemand iets aan heeft.
Tongen is een teken voor ongelovigen,
profetie voor gelovigen
“Broeders, weest geen kinderen in het
verstand, maar in de boosheid; wordt in het verstand volwassen. In
de wet staat geschreven: Door lieden van een andere taal en door
lippen van vreemden zal Ik tot dit volk spreken, en toch zullen zij
naar Mij niet luisteren, zegt de Here. Derhalve zijn de tongen een
teken niet voor hen, die geloven, maar voor de ongelovigen; de
profetie echter is niet voor de ongelovigen, maar voor hen, die
geloven” 1 Korintiërs 14:20-22.
Broeders, zijt geen kinderen in het verstand, maar in de
boosheid. Wordt volwassen in het verstand. De Korintiërs gedroegen
zich als kleine kinderen. Ze werden aangetrokken door het
fascinerende. Tot datgene waardoor ze in de belangstelling stonden.
Ze dachten dat ze bijzonder waren omdat zij in tongen konden
spreken. Maar ze misten het hele punt waarom God deze gave had
gegeven. Tongen waren eigenlijk bedoeld voor ongelovigen. Daarom
moesten de Korintiërs opgroeien en volwassen worden in het verstand.
Om dit duidelijk te maken verwijst Paulus naar een oudtestamentisch
voorbeeld.
De wet zegt dat God tot het volk Israel zou spreken door mensen van
een andere taal en door lippen van vreemden. Toch zou het volk niet
luisteren. Dit is een verwijzing naar Jesaja 28:11-12. Jesaja
profeteerde het woord van God aan Israel maar ze weigerden om naar
hem te luisteren. Ze spotten met het woord van God. Ze konden het
niet verdragen. Daarom zou God tot hen spreken door mensen met een
overstaanbare taal, met een vreemde tongval. Dit zou hen tot teken
zijn. Deze profetie werd vervuld toen God Israel strafte d.m.v. de
Assyriërs (Deuteronomium 28:49-50, 2 Koningen 16:7-16). God had het
ongeloof van Israel beantwoord met de bezetting en verovering door
een volk met een vreemde taal. Toen dit teken aan Israel werd
vervuld, begrepen zij dat Jesaja wel degelijk Gods woorden had
gesproken, en dat zij niet hadden geluisterd. De vreemde taal van de
Assyriërs was het teken dat Israel hieraan moest doen herinneren.
Paulus gebruikt dit oudtestamentische voorbeeld om duidelijk te
maken dat tongen niet een teken zijn voor hen die geloven, maar voor
de ongelovigen. Net zoals de tongen van de Assyriërs een teken waren
voor Israel, zo zijn in het nieuwe verbond de tongen een teken voor
ongelovigen. Profetie daarentegen is niet voor de ongelovigen, maar
voor hen die geloven.