Gemeente van Christus Houthalen Oost
In de eerste les zagen we dat Jezus een geestelijk Koninkrijk
kwam oprichten. Een Koninkrijk dat niet is gebouwd op materiële
welvaart, noch op sociale status of wereldse wijsheid, maar op de
heerschappij van Gods Wil in de harten van mensen die zich
vrijwillig, volledig en onvoorwaardelijk aan Hem overgeven. Burgers
van dat Rijk in de hemelen zijn anders dan de mensen in deze wereld,
ze zijn de meest gelukkige en voorspoedige mensen. Het gaat over hen
die beseffen dat ze geestelijk bankroet zijn en zich in alle
nederigheid met berouw tot God keren. Zij zijn zachtmoedig omdat zij
ervoor kiezen om alles in Gods handen te leggen zonder het kwade te
vergelden. Zij kennen een overheersend verlangen om enkel zo te
leven als het voor God aanvaardbaar is, wat maakt dat zij begaan
zijn met het lot van anderen omdat ze beseffen dat God hen
barmhartigheid heeft geschonken. Hun harten begeren om zowel in
lichaam als geest rein te zijn om God te kunnen zien zoals Hij is.
Zij koesteren de vrede die Christus hen geeft en verkondigen Zijn
vrede aan hun tijdsgenoten. Zij zijn ook bereid om de smaad, de
leugens en het kwaad dat de wereld hen aandoet te verdragen omdat
zij daardoor weten dat hun loon in de hemelen groot is.
Wanneer we leven zoals Jezus heeft beschreven in de zaligsprekingen
dan worden wij beïnvloeders in deze wereld. Toen Paulus Jezus
predikte in Tessalonica (Handelingen 17:1-3), werden de Joden
afgunstig en brachten enkele christenen voor de stadsbestuurders met
de woorden “Dezen, die de wereld in
opschudding gebracht hebben, zijn ook hier gekomen, ... En zij
handelen allen in strijd met de geboden van de keizer door te
beweren, dat er een andere koning, Jezus, is” Handelingen
17:6-7 (vgl 1 Korintiërs 4:11-13; uitvaagsel: de meest verachtelijke
mensen, uitschot). Zij brachten de wereld in opschudding door te
beweren dat er een andere koning is, nl Jezus. Zouden zij de
zaligsprekingen hebben begrepen? Ik ben er zeker van! Om te
illustreren welke impact de discipelen op de wereld zouden hebben,
gebruikt Jezus het voorbeeld van zout en licht.
Gij zijt het zout der aarde
“Gij zijt het zout der aarde; indien
nu het zout zijn kracht verliest, waarmede zal het gezouten worden?
Het deugt nergens meer toe dan om weggeworpen en door de mensen
vertreden te worden” Matteus 5:13.
Zout geeft smaak
Zout veroorzaakt dorst
Zout bewaart
Zout vergroot het leed (zout in wonde strooien)
Wanneer Jezus’ discipelen wandelen naar de karakterkenmerken van de
zaligsprekingen dan zijn zij het zout der aarde zijn. Hoewel de
wereld hen als het uitschot der aarde beschouwt, zijn zij de hoop
van deze wereld. Jezus zegt niet ‘gij zult het zijn’, maar Hij zegt
‘gij zijt het’.
Zout kan zijn kracht niet verliezen, maar kan wel zodanig vervuild
worden dat het waardeloos wordt.
- Paulus spreekt over hen bij wie zowel het denken als het geweten
besmet zijn (Titus 1:15-16)
- Petrus spreekt over hen die de losbandigheden van valse profeten
navolgen en door wie de Naam van Christus gelasterd wordt (2 Petrus
2:1-2)
Christenen leven op deze wereld maar zijn niet van deze wereld
(Johannes 17:14-15). Christenen gaan zich niet opsluiten in
kloosters of opsluiten in het verborgene. Ze gaan integendeel zoals
hun Koning om met zondaren (Lukas 15:1-2 – zondaren probeerden tot
Hem te komen om naar Hem te horen). Hoe kan de wereld immers
christenen haten als ze niet weten wie de christenen zijn (Johannes
15:18-20). Hun leven is een voorbeeld van heiligheid.
Gij zijt het licht der wereld
“Gij zijt het licht der wereld. Een
stad, die op een berg ligt, kan niet verborgen blijven. Ook steekt
men geen lamp aan en zet haar onder de korenmaat, maar op de
standaard, en zij schijnt voor allen, die in het huis zijn. Laat zo
uw licht schijnen voor de mensen, opdat zij uw goede werken zien en
uw Vader, die in de hemelen is, verheerlijken” Matteus
5:14-16.
Er waren reeds velen de revue gepasseerd wiens voornemens op niets
waren uitgedraaid (vgl Handelingen 5:34-36; 2 Korintiërs 11:13-15),
hoe denk je dat de ‘wijze mannen’ van Jezus tijd het hele gebeuren
rond Jezus zouden hebben aanschouwd? Vraag uzelf af waar zij nu
zijn? Toch zouden Jezus’ discipelen het licht der wereld zijn. Hun
licht zou doordringen tot de diepe duisternis van zonden en een
lichtpunt van hoop worden.
“En dit is de verkondiging, die wij
van Hem gehoord hebben en u verkondigen: God is licht en in Hem is
in het geheel geen duisternis. Indien wij zeggen, dat wij
gemeenschap met Hem hebben en in de duisternis wandelen, dan liegen
wij en doen de waarheid niet; maar indien wij in het licht wandelen,
gelijk Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkander; en
het bloed van Jezus, zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde” 1
Johannes 1:5-7.
Licht maakt onderscheid met de duisternis. “Indien
nu wat licht in u is, duisternis is, hoe groot is dan de duisternis!”
Matteus 6:23b.
- een stad op een berg kan niet verborgen blijven
- een lamp schijnt voor allen
We moeten door onze goede werken anderen aanzetten om God te
verheerlijken! Wij zijn het licht der wereld! Laten wij ons licht
niet uitdoven, of zelfs helemaal uit laten gaan.
- te vaak wordt de focus op ‘ik’ gericht.
- ik heb dit gedaan, ik heb dat gedaan, …
Conclusie
Als je je rechten wil laten gelden, als je door mensen gezien wil
worden, als je door mensen gehoord wil worden, … dan is het
Koninkrijk der hemelen geen plaats voor jou (Filippenzen 2:1-11). We
kunnen veel praten over deze dingen, maar vergeet niet dat we deze
dingen moeten uitwerken. Bestudeer de zaligsprekingen zodat je weet
wie je moet zijn om het zout en het licht van de wereld te zijn.