Gemeente van Christus  Houthalen Oost

De bergrede (16) / Matteus 7:13-20

In de eerste les zagen we dat Jezus een geestelijk Koninkrijk kwam oprichten. Een Koninkrijk dat niet is gebouwd op materiële welvaart, noch op sociale status of wereldse wijsheid, maar op de heerschappij van Gods Wil in de harten van mensen die zich vrijwillig, volledig en onvoorwaardelijk aan Hem overgeven. Burgers van dat Rijk in de hemelen zijn anders dan de mensen in deze wereld, ze zijn de meest gelukkige en voorspoedige mensen. Het gaat over hen die beseffen dat ze geestelijk bankroet zijn en zich in alle nederigheid met berouw tot God keren. Zij zijn zachtmoedig omdat zij ervoor kiezen om alles in Gods handen te leggen zonder het kwade te vergelden. Zij kennen een overheersend verlangen om enkel zo te leven als het voor God aanvaardbaar is, wat maakt dat zij begaan zijn met het lot van anderen omdat ze beseffen dat God hen barmhartigheid heeft geschonken. Hun harten begeren om zowel in lichaam als geest rein te zijn om God te kunnen zien zoals Hij is. Zij koesteren de vrede die Christus hen geeft en verkondigen Zijn vrede aan hun tijdsgenoten. Zij zijn ook bereid om de smaad, de leugens en het kwaad dat de wereld hen aandoet te verdragen omdat zij daardoor weten dat hun loon in de hemelen groot is. Christenen zijn het zout en het licht der aarde, zij zijn het die de woorden van Jezus gaan uitwerken in elk facet van hun leven.

Wie zijn gerechtigheid doet zoals de Joodse leiders door aalmoezen te geven of in het publiek te gaan bidden om door de mensen opgemerkt te worden, hebben geen loon bij God. Zij die dit doen zijn hypocrieten die Gods gerechtigheid gebruiken om zichzelf te verheerlijken. Ze zullen geen gehoor van God krijgen. Ook zij, die zoals de heidenen denken verhoord te zullen worden door te bidden met vele repetitieve woorden, zullen niet in de gunst van God komen. Jezus leert ons om God te verheerlijken in onze gebeden en om in een diep geloof en vertrouwen te spreken met God over de dingen die ons bezighouden. Gods Wil moet centraal staan in onze gebeden, niet onze wil! Wanneer wij vasten moeten wij niet zijn zoals de huichelaars, door onszelf aan de mensen te willen vertonen. We gaan ons hart zuiver houden van het begeren van aardse schatten en gaan onze aardse rijkdommen gebruiken om God te verheerlijken. We moeten eerst Gods Koninkrijk en Zijn gerechtigheid zoeken zonder ons zorgen te maken over ons leven. God weet wat wij nodig hebben en daar moeten we op vertrouwen. Met het harde onrechtvaardige oordeel dat wij oordelen, zullen we zelf worden geoordeeld. Voordat we ongemeen hard doen naar anderen moeten we eerst naar de balk in ons eigen oog kijken. Mensen daarentegen die geen goede wil hebben om te luisteren naar het evangelie, daar gaan we onze tijd en moeite niet insteken. Wanneer wij God om de geestelijke zegeningen vragen zal Hij het ons geven, Hij geeft ons de kracht en de middelen om te leven zoals Hij het wil.

De keuze tussen twee wegen

Gaat in door de enge poort, want wijd is de poort en breed de weg, die tot het verderf leidt, en velen zijn er, die daardoor ingaan; want eng is de poort, en smal de weg, die ten leven leidt, en weinigen zijn er, die hem vinden” Matteus 7:13-14.

Jezus’ rede op de berg kent zijn laatste woorden. Niet alleen heeft Jezus tot hiertoe woorden gesproken die revolutionair zijn en tegen de verwachtingen in waren van hen die een aardse heerschappij van de Messias verwachtten. Jezus sprak niet slechts om Zijn toehoorders iets mee te delen, maar om hen te overtuigen. Nu moet je een keuze maken en denk goed na waarvoor je kiest. De inzet is ‘leven en dood’. Het leven is vol met keuzes, maar de meeste keuzes zijn onbetekenend. De keuze om Jezus’ te volgen is echter de meest betekenisvolle en levensveranderende keuze die een mens kan maken.

De keuze voor of tegen

Wanneer God de mens een keuze geeft, dan heeft de mens een vrije wil om het te aanvaarden of om het verwerpen (vgl Deuteronomium 30:19-20; Handelingen 7:51-53). Laten wij niet zoals Israel tussen God en de wereld in schipperen (1 Koningen 18:21). Jezus roept de mens tot Zich (Matteus 11:28-30) en Hij is de enige manier om tot de Vader te komen (1 Timoteus 2:4; Johannes 14:6). Als je het één kiest, dan niet het ander. Het is niet voldoende om Jezus te aanbidden, we moeten Hem ook gehoorzamen. Hoewel het maken van de keuze moeilijk kan zijn gezien we onze eigen wil moeten afleggen (Lukas 14:25-35), is het helemaal niet moeilijk om te begrijpen. Er zijn twee wegen waaruit we kunnen kiezen. We moeten dus nadenken waar deze wegen naartoe gaan.

De enge poort en de smalle weg

- smal (grieks ‘thlibo) betekent drukken, nauw insluiten, benauwen
- het is een harde weg die gekenmerkt wordt door zelfverloochening
- je zal er niet per toeval op uitkomen, je moet er ernstig naar zoeken en weinigen vinden hem
- zij die God boven alles liefhebben vinden deze weg.

De enge poort kent een smalle weg waar weinigen op wandelen, maar deze poort leidt ten leven. Het is een individuele keuze die de mens moet maken om wederom geboren te worden door water en Geest (Johannes 3:3-5) en om trouw aan Christus te blijven tot de dood (Hebreeën 10:36-39). De smalle weg erkent Gods soevereiniteit en onderwerpt zich daaraan. Zij die de Zoon van God volgen, leven andere levens dan hun tijdsgenoten en hebben ook een andere bestemming (vgl Romeinen 2:7-11). Hoewel de weg smal is, is het een weg vol van geloof, hoop en liefde (1 Korintiërs 13:13). Het is een weg van dankbaarheid waarbij de vrede van Christus in hun harten regeert (Kolossenzen 3:15). Wanneer wij die enge poort binnengaan dan leggen wij alle zonde af en gaan wij voor God leven. “Want wie Christus Jezus toebehoren, hebben het vlees met zijn hartstochten en begeerten gekruisigd” Galaten 5:24. Kijk dus niet terug naar de oude brede weg waar je op wandelde, verlang niet terug naar de dingen die dat leven met zich meebracht.

De brede poort en de brede weg

- de brede weg is gemakkelijk, aantrekkelijk, alles kan en alles mag
- geloof maar in Jezus en probeer wat godsdienstig te zijn
- zonde wordt getolereerd en Gods waarheid aangepast aan de mensen
- geestelijke volwassenheid, toewijding en opoffering worden helemaal niet gevraagd

De brede poort kent een brede weg en velen gaan daardoor in, maar deze poort leidt tot het verderf. Jezus roept zijn toehoorders dus op om te kiezen voor de moeilijke weg die je niet populair zal maken. Dit moet ons niet verbazen gezien zij die op die smalle weg wandelen niet meer hun eigen wil eerst zoeken, maar Gods Koninkrijk en Zijn gerechtigheid eerst zoeken. Je moet dan ook niet op begrip rekenen van mensen die zichzelf blijven zoeken.

Herken valse profeten aan hun vruchten


Wacht u voor de valse profeten, die in schapevacht tot u komen, maar van binnen zijn zij roofgierige wolven. Aan hun vruchten zult gij hen kennen: men leest toch geen druiven van dorens of vijgen van distels? Zo brengt iedere goede boom goede vruchten voort, maar de slechte boom brengt slechte vruchten voort. Een goede boom kan geen slechte vruchten dragen, of een slechte boom goede vruchten dragen. Iedere boom, die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen. Zo zult gij hen dan aan hun vruchten kennen” Matteus 7:15-20.

Jezus had eerder al een waarschuwing gegeven om onze gerechtigheid niet voor de mensen te doen (Matteus 6:1), dus voor gevaar dat van binnen onszelf komt. Nu waarschuwt Jezus ons voor gevaar dat van buiten ons komt, n.l. het gevaar van valse profeten. Dit is niet slechts een denkbeeldig gevaar, maar zeer reëel gevaar.

Het oude testament staat vol met waarschuwingen van valse profeten (Deuteronomium 13:1-11; 18:15-22; Micha 3:11). Wanneer Jezus over de verwoesting van Jeruzalem profeteerde in Matteus 24:1-33 waarschuwde Hij Zijn discipelen voor valse Christussen en valse profeten (Matteus 24:5,11,24) die velen zouden verleiden. Ook het nieuwe testament staat vol met waarschuwingen voor valse profeten (2 Korintiërs 11:1-4, 13-15; 2 Tessalonissenzen 2:8-12; Judas 1:3-4; …), n.l. mensen die de gezonde leer niet kunnen verdragen en hun oor van de waarheid afkeren (Titus 4:3-4) om hun eigen wil na te volgen. Paulus zei “Zelf weet ik, dat na mijn heengaan grimmige wolven bij u zullen binnenkomen die de kudde niet zullen sparen; en uit uw eigen midden zullen mannen opstaan, die verkeerde dingen spreken om de discipelen achter zich aan te trekken” Handelingen 20:29-30. “Want er zijn vele misleiders uitgegaan in de wereld, die de komst van Jezus Christus in het vlees niet belijden. Dit is de misleider en de antichrist” 2 Johannes 1:7. God laat dezen toe opdat duidelijk mag worden wie de waarheid heeft geloofd en liefgehad en wie niet (2 Tessalonissenzen 2:12).

De wolf in schapevacht

Wolven kennen geen barmhartigheid, ze zijn zeer sluw en altijd uitkijkende naar een slachtoffer (iemand voor de wolven gooien/als de herders twisten steelt de wolf het schaap). Wolven in schapevacht zijn niet wat ze lijken! Valse profeten zijn te herkennen aan hun leer en aan hun handel.

Sommige valse profeten leren wel de juiste leer maar praktiseren niet wat ze prediken. Ze doen hun Godedienst gedreven door hebzucht, aanzien of macht. Je kan ze dus herkennen aan hun levensstijl en hun karakter. Andere valse profeten kan je herkennen aan hun leer. Ze prediken hun eigen wil i.p.v. Gods Wil omdat ze Gods Woord niet kunnen verdragen (Titus 1:10-16). Ze zullen Gods standaard afdoen als onmogelijk of veranderen.

De discipel van Jezus kan dus maar beter acht geven op Jezus’ waarschuwing voor de valse profeten die in schapevacht tot u komen. Je zal ze tegenkomen! Het ‘omgaan met’ en ‘identificeren van’ valse profeten is iets waar elke discipel mee te maken zal krijgen. Dit is één van de moeilijkheden van het wandelen op de smalle weg. Zij zullen je in verwarring brengen over wat nu precies de smalle weg inhoudt door het evangelie van Christus te verdraaien (Galaten 1:6-10). Pas dus op voor hen die zeggen dat er vele wegen naar God zijn en dat ieder zalig kan worden in zijn eigen geloof. Zulke mensen zijn niet door God gezonden, het zijn misleiders. Over de valse profeten van het oude testament werd goed gesproken (Lukas 6:26). Hun prediking was erop gericht om een vals gevoel van vrede te geven (Jeremia 6:14). Ze predikten dat het leven met God in orde was terwijl dat niet het geval was. Ze profeteerden leugens en gaven daardoor valse hoop aan de mensen (Jeremia 26:2-9). In het nieuwe testament is het niet anders (vgl 1 Timoteus 4:1-3). Zulke mensen praten niet of nauwelijks over Gods oordeel, de gevolgen van zonden, de nood voor ware bekering, en de realiteit van de hel (vgl Handelingen 24:25). Er is in hun prediking geen smalle weg te vinden. Het feit dat ze valse profeten worden genoemd laat zien dat we ze kunnen herkennen door hun woorden te vergelijken met Gods Woord. Gezien de mond spreekt uit de overvloed van het hart, laat het ons ook zien dat de oorsprong van hun boze woorden, komt uit de slechtheid van hun harten (Matteus 12:34). Valse profeten hebben een schijn van godsvrucht (2 Timoteus 3:5) en zij “misleiden door hun schoonklinkende en vrome taal de harten der argelozen” Romeinen 16:18b. We worden gewaarschuwd om ons niet te laten meeslepen door wereldse wijsheid en bedrog dat in overeenstemming is met de overlevering van mensen en niet met de overlevering van Christus (Kolossenzen 3:8). Heb je het nog niet gehoord dat men je zei ‘deze mensen zijn toch zo lief en goed, hoe kunnen zij nu verkeerd bezig zijn?’. Dit betekent echter niet dat we bij elke broeder of zuster achterdochtig moeten zijn, want Jezus maakt duidelijk dat we valse profeten aan de vruchten zullen herkennen. We moeten voorzichtig zijn dat we niet elk schaapje kaal willen scheren om te zien als er een roofgierige wolf onder zit. We zouden veel kwaad kunnen doen door zo te handelen en nooit tot broederliefde kunnen komen. Het zou het soort oordeel zijn dat hard en onrechtvaardig is en Jezus heeft ons daar reeds voor gewaarschuwd (Matteus 7:1). Maar toch moeten de geesten worden beproefd of zij uit God zijn of niet (1 Johannes 4:1). Uiteindelijk zal de dekmantel gaan afvallen, want vruchten zullen zichtbaar worden. Leer hier zelf uit door enkel zo te willen spreken zoals Gods Woord het leert.

Zo identificeerde Jezus de Joodse leiders van Zijn tijd “Maar wee u, schriftgeleerden en Farizeeen, gij huichelaars, want gij sluit het Koninkrijk der hemelen toe voor de mensen. Immers, gij gaat er niet binnen en die trachten binnen te gaan, laat gij niet toe daarin te komen” Matteus 23:13. Hoewel zij van zichzelf dachten kinderen Gods te zijn, zei Jezus van hen “Elke plant, die mijn hemelse Vader niet geplant heeft, zal uitgeroeid worden. Laat hen gaan, blinden zijn zij, die blinden leiden. Indien een blinde een blinde leidt, zullen zij beiden in een put vallen” Matteus 15:13-14. Jezus aannemen is ook Zijn Woord aannemen, want dat Woord zal ons oordelen als de standaard van goed en fout (Johannes 12:48). Valse profeten en hen die hun leugens navolgen moeten tijd worden gegeven om zich te bekeren van hun zonden (Openbaring 2:18-26), maar mogen zeker niet worden getolereerd en toegelaten om deze valse leringen te verkondigen (Openbaring 2:2-3; 2:14-16).

Conclusie

Lukas 13:22-30.


Vorige