Gemeente van Christus  Houthalen Oost

De bergrede (13) / Matteus 6:24-34

In de eerste les zagen we dat Jezus een geestelijk Koninkrijk kwam oprichten. Een Koninkrijk dat niet is gebouwd op materiële welvaart, noch op sociale status of wereldse wijsheid, maar op de heerschappij van Gods Wil in de harten van mensen die zich vrijwillig, volledig en onvoorwaardelijk aan Hem overgeven. Burgers van dat Rijk in de hemelen zijn anders dan de mensen in deze wereld, ze zijn de meest gelukkige en voorspoedige mensen. Het gaat over hen die beseffen dat ze geestelijk bankroet zijn en zich in alle nederigheid met berouw tot God keren. Zij zijn zachtmoedig omdat zij ervoor kiezen om alles in Gods handen te leggen zonder het kwade te vergelden. Zij kennen een overheersend verlangen om enkel zo te leven als het voor God aanvaardbaar is, wat maakt dat zij begaan zijn met het lot van anderen omdat ze beseffen dat God hen barmhartigheid heeft geschonken. Hun harten begeren om zowel in lichaam als geest rein te zijn om God te kunnen zien zoals Hij is. Zij koesteren de vrede die Christus hen geeft en verkondigen Zijn vrede aan hun tijdsgenoten. Zij zijn ook bereid om de smaad, de leugens en het kwaad dat de wereld hen aandoet te verdragen omdat zij daardoor weten dat hun loon in de hemelen groot is. Christenen zijn het zout en het licht der aarde, zij zijn het die de woorden van Jezus gaan uitwerken in elk facet van hun leven.

Wie zijn gerechtigheid doet zoals de Joodse leiders door aalmoezen te geven of in het publiek te gaan bidden om door de mensen opgemerkt te worden, hebben geen loon bij God. Zij die dit doen zijn hypocrieten die Gods gerechtigheid gebruiken om zichzelf te verheerlijken. Ze zullen geen gehoor van God krijgen. Ook zij, die zoals de heidenen denken verhoord te zullen worden door te bidden met vele repetitieve woorden, zullen niet in de gunst van God komen. Jezus leert ons om God te verheerlijken in onze gebeden en om in een diep geloof en vertrouwen te spreken met God over de dingen die ons bezighouden. Gods Wil moet centraal staan in onze gebeden, niet onze wil! Wanneer wij vasten moeten wij niet zijn zoals de huichelaars, door onszelf aan de mensen te willen vertonen. We gaan ons hart zuiver houden van het begeren van aardse schatten en gaan onze aardse rijkdommen gebruiken om God te verheerlijken.

Wees niet bezorgd over uw leven

Daarom zeg Ik u: Weest niet bezorgd over uw leven, wat gij zult eten of drinken, of over uw lichaam, waarmede gij het zult kleden. Is het leven niet meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding?” Matteus 6:25.
Bezorgd: door zorgen/behoeften gekweld zijn.

De mens heeft de neiging om zich te laten leiden door de zorgen van het leven. Daar waar we in de vorige les zagen dat de mens zijn vertrouwen op het materiële stelde, gaat Jezus nu verder met mensen die helemaal worden opgeslorpt door zorgen. ‘Ja maar wat als’, ‘hoe moet het nu verder’, … . Wanneer hebzuchtige mensen hun Mammon kwijtraken komt hun leven in een grote leegte van hulpeloosheid en zorgen terecht. Ze hebben teveel hun vertrouwen gesteld in het materialisme, in hun omstandigheden, in mensen. Zij worden helemaal verteerd door de onzekere gedachten hoe het nu verder moet. Maar er zijn ook mensen die zich al zorgen maken over van alles en nog wat, nog voordat het probleem zich heeft gesteld. Ze hebben geen reden tot zorg en worden er toch door verteerd. Zo mensen kwijnen weg van ellende en kennen geen vrede. Satan lacht in zijn vuistje, want daar waar mensen hun tijd spenderen in materialisme en zorgen over het leven, daar zijn ze niet met God bezig.

Jezus leert ons om niet bezorgd te zijn over het leven en hetgeen wij nodig hebben. Wanneer wij dat toch doen dan hebben wij een verdeeld hart zoals we zagen in Matteus 6:21-24. Wanneer wij zorgen toelaten in ons leven dan zal dat ten koste van ons geloof en leven met God gaan.

Maar net zoals we in de vorige les zagen dat de woorden ‘verzamelt u geen schatten op aarde’ niet betekenden dat we helemaal geen aardse bezittingen mogen hebben, zo zien we ook hier dat het niet betekent dat we nergens bezorgd over moeten of mogen zijn (vgl Handelingen 6:1-4). “Werkt niet om de spijs, die vergaat, maar om de spijs, die blijft tot in het eeuwige leven” Johannes 6:27. Bedoelt Jezus misschien met deze woorden dat we helemaal niet meer moeten werken om onze kost te verdienen? Natuurlijk niet. Hij laat zien wat belangrijker moet zijn. Een man die ik kende wilde niet voor zijn familie zorgen. Hij ging niet werken maar was daar helemaal niet bezorgd om, hij zei dat God wel zou voorzien. Deze man begreep niet dat zijn luiheid hem veroordeelde (Spreuken 24:30-34). Het niet bezorgd zijn over het leven waar Jezus over spreekt heeft dus niet zozeer met de zorg van ouders voor hun kinderen (1 Timoteus 5:8; 2 Korintiërs 12:14) of met de zorg van broeders en zusters voor elkaar (Filippenzen 2:25-26), maar met de zorg die zo groot is dat het uw geestelijk leven verlamt. Paulus zegt immers “En ik wilde wel, dat gij zonder zorgen waart. Wie niet getrouwd is, wijdt zijn zorgen aan de zaak des Heren, hoe hij de Here zal behagen. Maar hij, die getrouwd is, wijdt zijn zorgen aan aardse zaken, hoe hij zijn vrouw zal behagen, en hij is verdeeld. Zowel zij, die geen man meer heeft, als de jongedochter, wijdt haar zorgen aan de zaak des Heren, om heilig te zijn naar lichaam en geest. Maar zij, die getrouwd is, wijdt haar zorgen aan aardse zaken, om haar man te behagen” 1 Korintiërs 7:32-34. Het is Jezus te doen om mensen die hun leven laten leiden door zorgen. Die i.p.v. op God te vertrouwen, zich laten overweldigen door zorgen.

Ziet naar de vogels en let op de leliën

Ziet naar de vogelen des hemels: zij zaaien niet en maaien niet en brengen niet bijeen in schuren, en toch voedt uw hemelse Vader die; gaat gij ze niet verre te boven? Wie van u kan door bezorgd te zijn een el aan zijn lengte toevoegen? En wat zijt gij bezorgd over kleding? Let op de lelien des velds, hoe zij groeien: zij arbeiden niet en spinnen niet; en Ik zeg u, dat zelfs Salomo in al zijn heerlijkheid niet bekleed was als een van deze. Indien nu God het gras des velds, dat er heden is en morgen in de oven geworpen wordt, zo bekleedt, zal Hij u niet veel meer kleden, kleingelovigen? Maakt u dan niet bezorgd, zeggende: Wat zullen wij eten, of wat zullen wij drinken, of waarmede zullen wij ons kleden?” Matteus 6:26-30.

Als de Schepper ons het leven heeft gegeven, waarom zou Hij ons dan ook niet de middelen geven om dat leven te kunnen behouden? Zou God ons het leven kunnen geven, maar geen voedsel? Zou God ons het leven kunnen geven maar geen kleding? Kijk naar de vogels in de hemel hoe zij niet de bekwaamheid hebben om te zaaien, te maaien en bijeen te verzamelen zoals de mens dat kan, en toch voedt God deze. Jezus wil dat de mens Gods beseft dat hij veel meer en veel belangrijker is dan de vogels. Zou God ons dan niet voeden?

Wie van u kan door bezorgd te zijn een el aan zijn lengte toevoegen?” Vaak is het zo dat de zorgen die we hebben nog niet eens te maken hebben met een echt probleem, maar met een denkbeeldig probleem. Het zijn zorgen over de toekomst. En we laten deze zorgen ons dan helemaal lam maken dat we ons geloof en vertrouwen in God daardoor verliezen. Maar we moeten het in onze gedachten kerven, wat bereiken we met het maken van zoveel zorgen? Wat verkrijgen we ermee? NIETS! Hoewel we het niet met zoveel woorden zullen zeggen, laten we aan God zien ‘God ik weet dat gij van mij houdt en voor mij zorgt maar ik geloof er niets van, ik vertrouw uw niet’. (Vgl kinderen die door hun ouders zijn opgevoed met liefde en zorg en dan niet vertrouwen op hun ouders). Heeft God ons nog niet genoeg laten zien dat Hij voor ons zorgt?

Kijk naar de leliën op het veld, hoe zij zelf niets doen, ze arbeiden niet en spinnen niet. En toch zijn ze zoveel meer bekleed als Salomo in al zijn heerlijkheid. Als God een lelie zo mooi maakt, hetgeen voor ons iets nietig is, zal hij dan ons niet veel meer bekleden? Maar het probleem ligt in ons geloof. Het is vaak zo klein en daarom hebben we ook zoveel zorgen. Christenen zouden de meeste hoopvolle en positieve mensen moeten zijn, maar spijtig genoeg heeft de satan velen in zijn macht door de zorgen over eten, drinken en kleding. Jezus’ apostelen hadden Hem al een jaar gevolgd wanneer ze zichzelf in een storm op een meer bevinden. En wat doet Jezus? Hij slaapt! (Matteus 8:23-27). Hoewel ze al veel hadden gezien waartoe de Zoon des mensen in staat was, was hun geloof zo klein dat ze dachten dat Jezus hen niet zou kunnen helpen in deze storm.

Maak u dan niet bezorgd … want God weet wat gij nodig hebt

Maakt u dan niet bezorgd, zeggende: Wat zullen wij eten, of wat zullen wij drinken, of waarmede zullen wij ons kleden? Want naar al deze dingen gaat het zoeken der heidenen uit. Want uw hemelse Vader weet, dat gij dit alles behoeft” Matteus 6:31-32.

Goddeloze mensen zijn boven alles bezig met het zoeken van eten, kleding en onderdak. Dat is immers het hoofddoel in hun leven gezien zij niet in God geloven. Zo moet het onder Gods kinderen niet zijn, want God weet dat gij deze dingen nodig hebt. Zou God ons niet kunnen vertroosten wanneer wij lijden? Zou God ons niet kunnen bemoedigen wanneer we beproefd worden? Zou God ons niet kunnen versterken wanneer wij beangstigd zijn? Wij moeten geloven en vertrouwen dat God weet wat wij nodig hebben en dat Hij daarin zal voorzien!

Zoek eerst Zijn Koninkrijk en Zijn gerechtigheid

Maar zoekt eerst Zijn Koninkrijk en Zijn gerechtigheid en dit alles zal u bovendien geschonken worden. Maakt u dan niet bezorgd tegen de dag van morgen, want de dag van morgen zal zijn eigen zorgen hebben; elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad” Matteus 6:33-34.

De mens Gods moet zich niet laten leiden door hebzucht of zorgen, maar door Gods Wil. Er mag niets belangrijker zijn dan Gods Koninkrijk en Zijn gerechtigheid. Zijn wil moet op de eerste plaats komen, boven het materialisme en zorgen. Alleen God mag ons hoofddoel en onze zorg zijn in het leven. Wanneer we dit doen dan zullen we elke gedachte als krijgsgevangene brengen onder de gehoorzaamheid van Christus (2 Korintiërs 10:5).

We moeten EERST actief op zoek gaan naar Gods Wil. Als we dan bedenken hoeveel uren in de week we daarmee bezig zijn, dan weten we tegelijk ook waar we onze prioriteiten hebben gelegd. God is niet tevreden met de restjes van onze tijd! Welke keuzes maken wij tussen hobbies, werk, familie, vrienden, vakantie, … en God en Zijn gemeente?
Lezen we dagelijks in onze bijbel en bidden we daarbij? Wonen we trouw alle samenkomsten van de gemeente bij? Zijn we actief bezig met de redding van verloren zielen? Waarom vinden we het zoveel fijner en gemakkelijker om uren voor de T.V. of achter de computer of in een tijdschrift te zitten voor ons vermaak of werk, maar 15 minuten voor te lezen in de bijbel of een behoeftige op te zoeken lijkt maar niet te lukken (vgl Lukas 10:38-42). Er is een tijd voor God en een tijd voor de dagelijkse zorg, maar leef zo dat God steeds op de eerste plaats komt en de dagelijkse zorg op de tweede plaats.

De mens die dat doet zal een diepe liefde hebben voor zijn naaste en een juiste houding naar God. Daarbij komt dat God deze mens niet op zichzelf zal laten m.b.t. de dagelijkse behoeften. Als we het hemelse zoeken, dan zal het aardse ons daarbij gegeven worden.

Conclusie

Het eerst zoeken van Gods Koninkrijk en Zijn gerechtigheid zal onze levens helemaal veranderen. Het is niet dat materiële dingen en voedsel onbelangrijk zouden zijn, maar onze prioriteit moet liggen bij de wil van God en de rest zal ons bovendien geschonken worden. We kunnen niet bidden voor ons dagelijks brood totdat we eerst Gods glorie hebben gezocht (Filippenzen 4:6-7). We zullen misschien niet altijd begrijpen hoe God werkt en waarom iets gebeurt, maar God weet wat onze behoeften zijn. Vertrouw daarop en geloof in Hem!

 

Vorige