Gemeente van Christus Houthalen Oost
Tijdens de Eerste Wereld Oorlog werd de mooie Gotische Lakenhal te
Ieper, België volledig vernield. Na de oorlog wilden de Britten de
hele stad Ieper in puin laten als gedenkteken voor de oorlog! De
plaatselijke bevolking dacht er begrijpelijk anders over! Sommigen
wilden de Lakenhal vervangen door iets moderns. Maar stadsarchitect
Jules Coomans hield vol dat de Lakenhal teruggebouwd moest worden.
En met hulp van medearchitect, P.A.Pauwels, werd het gebouw tot zijn
oorspronkelijke pracht hersteld. Toen in 1959 het herstel voltooid
was, zag het gebouw precies zoals vroeger eruit. Dit was mogelijk
doordat zij de oorspronkelijke bouwplannen gebruikten.
In de eerste eeuw heeft Jezus zijn gemeente gebouwd (Matteüs
16:18). Twee millennia later is de wereld vol met kerkgenootschappen
die heel anders zijn dan de gemeente die Jezus heeft gebouwd. Mensen
hebben hun eigen plannen gebruikt om duizenden
denominaties te stichten volgens eigen goeddunken en tot eigen eer.
Gemeenten van Christus bestaan nu in alle werelddelen doordat
bepaalde mensen zich tot doel hebben gesteld niets meer en niets
minder te zijn dan de gemeente van het Nieuwe Testament. Zij krijgen
echter de negatieve mening van sommigen te horen dat deze een
onmogelijke droom is, een onhaalbare doelstelling, een onuitvoerbaar
ideaal.
Kunnen wij de gemeente van het Nieuwe Testament herstellen?
Kunnen wij de gemeente van het Nieuwe Testament zijn? Waarom niet,
indien wij de oorspronkelijke bouwplannen gebruiken, indien wij het
patroon van het Nieuwe Testament volgen?
De vraag is: Willen wij de gemeente van het Nieuwe
Testament zijn? Of hebben wij liever iets anders, iets moderns of
iets middeleeuws? Willen wij God op eigen wijze of op Zijn wijze
dienen?
Velen, zo niet de meesten, in de christenheid proberen niet
eens de gemeente van het Nieuwe Testament te zijn. Dus waarom zouden
wij?
Jezus zei over de godsdienstige groeperingen van Zijn tijd: "Elke
plant, die mijn hemelse Vader niet geplant heeft, zal uitgeroeid
worden. Laat hen gaan, blinden zijn zij, die blinden leiden. Indien
een blinde een blinde leidt, zullen zij beiden in een put vallen"
(Matteüs 15:13, 14).
Indien wij bij een godsdienstige groepering behoren anders
dan de gemeente die Jezus bouwde, worden wij uitgeroeid. Indien wij
blinde leiders blindelings volgen, zullen wij in een put vallen. Om
God te behagen, moeten wij de gemeente van het Nieuwe Testament
zijn.
Mensen die behoren bij één of andere kerk die anders is dan
de gemeente waarover wij in de Schrift lezen, proberen dikwijls zich
te rechtvaardigen door te beweren dat het niet mogelijk is de
gemeente van het Nieuwe Testament te zijn.
Kunnen wij de gemeente van het Nieuwe Testament herstellen?
Kunnen wij dezelfde gemeente zijn waarover wij in de Schrift lezen?
Ja zeker, indien wij het oorspronkelijke bouwplan gebruiken, indien
wij het oorspronkelijke patroon volgen.
De eerste gemeente bleef “volharden
bij het onderwijs der apostelen” (Handelingen 2:42). De
gemeente is “gebouwd
op het fundament van de apostelen en
profeten, terwijl Christus Jezus zelf de hoeksteen is” (Efeziërs
2:20). Indien wij in de leer van de apostelen volharden, zullen wij
dezelfde gemeente zijn. Indien wij het evangelie van het Nieuwe
Testament gehoorzamen, indien wij onze gemeenten volgens het Nieuwe
Testament organiseren, indien wij volgens het Nieuwe Testament
aanbidden en leven, zullen wij de gemeente van het Nieuwe Testament
zijn.
In het Grieks is het woord voor testament en voor verbond
hetzelfde [diaqhkh]. Een verbond is een formele, plechtige en
bindende overeenkomst met betrekking tot de uitvoering van bepaalde
handelingen. Een testament dat rechtskracht verkregen heeft, kan
niet veranderd of ongeldigd gemaakt worden (Galaten 3:15). Het
Nieuwe Testament is een door God-gegeven verbond! Het kreeg
rechtskracht toen Jezus aan het kruis stierf (Hebreeën 9:16, 17).
Via dit verbond verleent God zegeningen op bepaalde voorwaarden. Dit
nieuwe verbond bepaalt de vereiste voorwaarden om christenen en
gemeenten van Christus te zijn. Deze specificaties kunnen niet
veranderd worden. God, als soevereine Heer, stelt de voorwaarden.
Wij kunnen de gemeente van het Nieuwe Testament herstellen, maar
uitsluitend indien wij de bepalingen van het nieuwe verbond nakomen.
Onder het oude verbond werd Moses door God verteld precies
hoe de tabernakel gemaakt moest worden: “Gij
zult het maken overeenkomstig alles wat Ik u toon, het model van de
tabernakel en het model van al zijn gerei” (Exodus 25:9). “Dan
zult gij de tabernakel oprichten overeenkomstig het plan dat u
daarvan op de berg getoond werd” (Exodus 26:30). “En
aldus was de kandelaar gemaakt: van gedreven goud; zowel wat zijn
schacht als wat zijn bloesem-versiering betreft, was hij gedreven
werk; overeenkomstig het voorbeeld dat de HERE hem had getoond, had
Mozes de kandelaar gemaakt” (Numeri 8:4). In verband met het
altaar werd Mozes verteld: “Zoals Hij u
op de berg getoond heeft, zo zal men het maken” (Exodus
27:8). Het belang van dit patroon wordt tweemaal in het Nieuwe
Testament vermeld. Stefanus zei: “De
tent der getuigenis hadden onze vaderen in de woestijn, zoals Hij
het geboden had, die tot Mozes zeide, dat hij haar moest maken naar
het voorbeeld, dat hij gezien had” (Handelingen 7:44). In
Hebreeën wordt uitgelegd dat de tabernakel een afbeelding van het
hemelse was “blijkens de godsspraak,
die Mozes ontving, toen hij de tabernakel zou gereedmaken. Zie toe,
zegt Hij immers, dat gij alles maakt naar het voorbeeld, dat u
getoond werd op de berg” (Hebreeën 8:5).
God voorspelde dat het oude verbond vervangen zou worden: “Zie,
de dagen komen, luidt het woord des HEREN, dat Ik met het huis van
Israël en het huis van Juda een nieuw verbond sluiten zal. Niet
zoals het verbond, dat Ik met hun vaderen gesloten heb ten dage dat
Ik hen bij de hand nam, om hen uit het land Egypte te leiden: mijn
verbond, dat zij verbroken hebben” (Jeremia 31:31, 32).
Dit nieuwe verbond, het Nieuwe Testament van Christus, is nu
ons patroon. Paulus schreef aan Timoteüs: “Neem
tot voorbeeld de gezonde woorden, die gij van mij gehoord hebt, in
het geloof en de liefde, die in Christus Jezus is” (2
Timoteüs 1:13).
Wij kunnen de gemeente van het Nieuwe Testament zijn indien
wij in het woord van Christus blijven. Jezus zegt aan Zijn
volgelingen: “Als gij in mijn woord
blijft, zijt gij waarlijk discipelen van Mij en gij zult de waarheid
verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken” (Johannes 8:31,
32). Zijn woord zal ons oordelen: “Wie
Mij verwerpt en mijn woorden niet aanneemt, heeft één, die hem
oordeelt: het woord, dat Ik heb gesproken, dat zal hem oordelen ten
jongsten dage” (Johannes 12:48).
De heilige schriften, door God ingegeven, verschaffen alle
nodige inlichtingen om de gemeente van het Nieuwe Testament te zijn.
In zijn eerste brief aan Timoteüs zei Paulus: “Dit
schrijf ik u, hoewel ik vrij spoedig tot u hoop te komen. Mocht ik
nog uitblijven, dan weet gij, hoe men zich behoort te gedragen in
het huis Gods, dat is de gemeente van de levende God, een pijler en
fundament der waarheid” (1 Timoteüs 3:14, 15). In zijn tweede
brief vermaant Paulus Timoteüs verder: “Blijf
gij echter bij wat u geleerd en toevertrouwd is, wel bewust van wie
gij het hebt geleerd, en dat gij van kindsbeen af de heilige
schriften kent, die u wijs kunnen maken tot zaligheid door het
geloof in Christus Jezus. Elk van God ingegeven schriftwoord is ook
nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te
voeden in de gerechtigheid, opdat de mens Gods volkomen zij, tot
alle goed werk volkomen toegerust” (2 Timoteüs 3:14 t/m 17).
Dit patroon moeten wij nauwkeurig volgen. Aan de Romeinen
schreef Paulus: “Maar Gode zij dank:
gij wáárt slaven der zonde, doch gij zijt van harte gehoorzaam
geworden aan die vorm van onderricht, die u overgeleverd is”
(Romeinen 6:17). Wij mogen niet gaan boven hetgeen geschreven staat
(1 Korintiërs 4:6). Een oudste moet zich houden “aan
het betrouwbare woord naar de leer, zodat hij ook in staat is te
vermanen op grond van de gezonde leer en de tegensprekers te
weerleggen” (Titus 1:9). Johannes waarschuwt: “Een
ieder, die verder gaat en niet blijft in de leer van Christus, heeft
God niet; wie in die leer blijft, deze heeft zowel de Vader als de
Zoon” (2 Johannes 9).
Om het patroon van het nieuwe verbond te volgen, moet onze
taal zuiver zijn. Theologische formuleringen moeten wij vermijden,
en woorden uit de Schrift gebruiken om ons geloof te uiten. Deze
woorden zijn niet toevallig. Ze zijn van God. Paulus schreef: "Hiervan
spreken wij dan ook met woorden, die niet door menselijke wijsheid,
maar door de Geest geleerd zijn, zodat wij het geestelijke met het
geestelijke vergelijken" (1 Korintiërs 2:13). Petrus schreef:
"Spreekt
iemand, laten het woorden zijn als van
God" (1 Petrus 4:11). "Tot de
wet en tot de getuigenis! Voor wie niet spreekt naar dit woord, is
er geen dageraad" (Jesaja 8:20). Om de gemeente van het
Nieuwe Testament te zijn, moeten wij de taal van het Nieuwe
Testament gebruiken.
Menselijke interpretatie van deze door de Geest geleerde
woorden, is niet toegelaten. Wij moeten hun ware betekenis naleven.
"En wij achten het profetische woord
(daarom) des te vaster, en gij doet wel er acht op te geven als op
een lamp, die schijnt in een duistere plaats, todat de dag aanbreekt
en de morgenster opgaat in uw harten. Dit moet gij vooral weten, dat
geen profetie der Schrift een eigenmachtige uitlegging toelaat; want
nooit is profetie voortgekomen uit de wil van een mens, maar, door
de Heilige Geest gedreven, hebben mensen van Godswege gesproken"
(2 Petrus 1:19 t/m 21).
Ja, wij kunnen de gemeente van het Nieuwe Testament zijn,
maar uitsluitend indien wij hetzelfde geloof hebben en hetzelfde
evangelie gehoorzamen. Judas schreef: "Geliefden,
daar ik mij in alle opzichten beijver u te schrijven over ons
gemeenschappelijk heil, zie ik mij genoodzaakt het te doen met de
vermaning tot het uiterste te strijden voor het geloof, dat eenmaal
de heiligen overgeleverd is" (Judas 3). Paulus schreef aan de
Galaten: “Maar ook al zouden wij, of
een engel uit de hemel, u een evangelie verkondigen, afwijkend van
hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt!” (Galaten
1:8).
Kunnen wij de
gemeente van het Nieuwe Testament herstellen? Ja zeker. Indien wij
het patroon van het Nieuwe Testament volgen, indien wij de
voorwaarden en bepalingen van het nieuwe verbond nakomen, indien wij
in het woord van Christus blijven, indien wij in het onderwijs van
de apostelen volharden, indien wij ons aan het betrouwbare woord
houden, indien wij de heilige Schriften gebruiken voor het
onderrichten, weerleggen, verbeteren en opvoeden in de
gerechtigheid, indien wij die vorm van onderricht van harte
gehoorzamen, indien wij niet verder gaan dat wat geschreven staat,
indien wij het betrouwbare woord vasthouden, indien wij hetzelfde
geloof hebben en hetzelfde evangelie gehoorzamen, indien wij in de
leer van Christus blijven, kunnen wij de gemeente van het Nieuwe
Testament zijn.