Gemeente van Christus
 
			
			Op 25 januari 2005 heeft 
			Elaine Solowey, een plantkundige te Ketura in Israël, drie 
			dadelzaden gezaaid. De zaden werden zorgvuldig voorbereid. Om de 
			ontkieming te bevorderen, werden zij in warm water met meststof 
			geweken vóór ze in drie potten werden gezaaid.
			
			           
			Er was iets merkwaardigs aan die dadelzaden. Zij waren 2000 
			jaar oud. Dertig jaar voordien werden zij door archeoloog Ehud 
			Netzer gevonden tijdens opgravingen te Masada, een bergtopburcht aan 
			de oever van de Dode Zee. Door koolstofdatering bleek dat zij 2000 
			jaar oud waren plus-min 50 jaar.
			
			           
			Niemand verwachte dat zij zouden groeien. Maar na vijf weken 
			werd in één van de potten de grond door de nieuwe schuit van een 
			dadelboom doorbroken. Het eerste jaar is de boom 30 cm hoog 
			geworden.
			
			           
			Tweeduizend jaar geleden heeft een dadelboom in Israël een 
			zaad geproduceerd dat tot in onze tijd bewaard bleef. Toen het in de 
			juiste omgeving werd geplaatst, is het ontsproten en een boom 
			geworden zoals de boom die het voortbracht.
			
			            Zowat 2000 
			jaar geleden is het woord des Heren uit Jeruzalem uitgegaan (Jesaja 
			2:3; Lucas 24:47). Het werd eerst door Jezus Christus, de Zoon van 
			God, verkondigd. Na zijn dood en opstanding werd het door Zijn 
			discipelen aan de wereld verkondigd en als het Nieuwe Testament te 
			boek gesteld.
			
			           
			Dit zaad van het evangelie heeft leven-gevende kracht. Het 
			ontspruit en draagt vrucht wanneer het in goede en vrome harten 
			wordt gezaaid (Lucas 8:15).
			
			           
			Het woord ‘evangelie’ betekent ‘goed nieuws’. Wat is het goed 
			nieuws van het nieuwe verbond, en wat betekent het om dit te 
			gehoorzamen?
			
			           
			God heeft Zijn Zoon gezonden om “voor allen, die Hem 
			gehoorzamen, een oorzaak van eeuwig heil” te worden (Hebreeën 5:9). 
			Het evangelie gehoorzamen is dus Christus gehoorzamen, aan Zijn 
			heilsboodschap gehoor geven.
			
			           
			Nadat Jezus gekruisigd werd en uit de dood is opgestaan, zei 
			Hij aan Zijn volgelingen: “Gaat heen in 
			de gehele wereld, verkondigt het evangelie aan de ganse schepping. 
			Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden, maar wie niet 
			gelooft, zal veroordeeld worden” (Marcus 16:15, 16).
			
			           
			Misschien denkt u, “Nou, verkondigen niet alle kerken het 
			evangelie?” Jammer genoeg, ‘Neen!’ Onder de kerkgenootschappen is 
			één van de gewoonste afwijkingen van het nieuwe verbond, dat zij het 
			evangelie veranderd hebben.
			
			           
			Dit is niets nieuws. Zelfs in de eerste eeuw hebben valse 
			leraars het evangelie veranderd. Paulus schreef aan de gemeenten van 
			Galatië: “Het verbaast mij, dat gij u zo 
			schielijk van degene, die u door de genade van Christus geroepen 
			heeft, laat afbrengen tot een ander evangelie, en dat is geen 
			evangelie. Er zijn echter sommigen, die u in verwarring brengen en 
			het evangelie van Christus willen verdraaien. Maar ook al zouden 
			wij, of een engel uit de hemel, u een evangelie verkondigen, 
			afwijkend van hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt!” 
			(Galaten 1:6 t/m 8).
			
			           
			Het evangelie mag niet veranderd worden omdat het van God is. 
			Paulus vervolgt: “Want ik maak u bekend, 
			broeders, dat het evangelie, hetwelk door mij verkondigd is, niet is 
			naar de mens. Want ik heb het ook niet van een mens ontvangen of 
			geleerd, maar door openbaring van Jezus Christus” (Galaten 
			1:11, 12).
			
			           
			Dus, om de gemeente van het Nieuwe Testament te herstellen, 
			moeten wij het evangelie van het Nieuwe Testament gehoorzamen.
			
			           
			Het evangelie berust op historische feiten, dingen die God 
			voor ons in de geschiedenis heeft gedaan.
			
			           
			“Want alzo lief heeft God de 
			wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een 
			ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe” 
			(Johannes 3:16).
			Om het evangelie te 
			gehoorzamen, moeten wij in Christus geloven.
			
			            Toen Jezus 
			Zijn discipelen vroeg, “Wie
			zegt u dat ik ben?”, antwoordde Petrus, 
			“Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God” (Matteüs 
			16:15, 16). Johannes de Doper heeft over Jezus getuigd: “Zie, 
			het Lam Gods, die de zonden van de wereld wegneemt” (Johannes 
			1:29).
			
			           
			“Het loon, dat de zonde geeft, is 
			de dood” (Romeinen 6:23). “Allen 
			hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods” (Romeinen 
			3:23). Wij staan dus allen veroordeeld en hebben de dood verdiend. 
			Dat is het slecht nieuws. Wat is het goed nieuws? Jezus, als Lam 
			Gods, heeft de rechtsstraf voor onze zonden in onze plaats ondergaan 
			opdat wij vergeven kunnen worden: Hij “die 
			zelf onze zonden in zijn lichaam op het hout gebracht heeft, opdat 
			wij, aan de zonden afgestorven, voor de gerechtigheid zouden leven; 
			en door zijn striemen zijt gij genezen” (1 Petrus 2:24). “Hem, 
			die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, 
			opdat wij zouden worden gerechtigheid Gods in Hem” (2 
			Korintiërs 5:21).
			
			           
			“God echter bewijst zijn liefde 
			jegens ons, doordat Christus, toen wij nog zondaren waren, voor ons 
			gestorven is. Veel meer zullen wij derhalve, thans door zijn bloed 
			gerechtvaardigd, door Hem behouden worden van de toorn. Want als 
			wij, toen wij vijanden waren, met God verzoend zijn door de dood van 
			zijn Zoon, zullen wij veel meer, nu wij verzoend zijn, behouden 
			worden, doordat Hij leeft” (Romeinen 5:8 t/m 10), “en 
			worden om niet gerechtvaardigd uit zijn genade, door de verlossing 
			in Christus Jezus. Hem heeft God voorgesteld als zoenmiddel door het 
			geloof, in zijn bloed” (Romeinen 3:24, 25), “en 
			Hij is een verzoening voor onze zonden en niet alleen voor de onze, 
			maar ook voor die der gehele wereld” (1 Johannes 2:2). “Hierin 
			is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons 
			heeft liefgehad en zijn Zoon gezonden heeft als een verzoening voor 
			onze zonden” (1 Johannes 4:10).
			
			           
			Een zoenmiddel is een genoegdoening die vrede bewerkt. De 
			Zoon des mensen is gekomen om “zijn leven te geven als losprijs voor 
			velen.” (Matteüs 20:28). Een losprijs is de prijs voor een leven, 
			een betaling voor de vrijlating van iemand. “Want er is één God en 
			ook één middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus, die 
			Zich gegeven heeft tot een losprijs voor allen” (1 Timoteüs 2:5, 6).
			
			           
			“Want God heeft ons niet gesteld tot toorn, maar tot het 
			verkrijgen van zaligheid door onze Here Jezus Christus, die voor ons 
			gestorven is, opdat wij, hetzij wij waken, hetzij wij slapen, 
			tezamen met Hem zouden leven” (1 Tessalonicenzen 5:9, 10).
			
			           
			Christus’ dood voor ons en Zijn opstanding zijn de 
			fundamentele feiten van het evangelie. Paulus schreef aan de 
			Korintiërs: “Ik maak u bekend, broeders, 
			het evangelie, dat ik u verkondigd heb, dat gij ook ontvangen hebt, 
			waarin gij ook staat, waardoor gij ook behouden wordt, indien gij 
			het zo vasthoudt, als ik het u verkondigd heb, tenzij gij tevergeefs 
			tot geloof zoudt gekomen zijn. Want vóór alle dingen heb ik u 
			overgegeven, hetgeen ik zelf ontvangen heb: Christus is gestorven 
			voor onze zonden, naar de Schriften, en Hij is begraven en ten 
			derden dage opgewekt, naar de Schriften” (1 Korintiërs 15:1 
			t/m 4).
			
			           
			Het evangelie is “een kracht Gods 
			tot behoud voor een ieder die gelooft” (Romeinen 1:16). Om 
			het evangelie te gehoorzamen, moeten wij geloven.
			Wij moeten ons ook bekeren.
			
			           
			“En
			nadat Johannes was overgeleverd, ging 
			Jezus naar Galilea om het evangelie Gods te prediken, en Hij zeide: 
			De tijd is vervuld en het Koninkrijk Gods is nabijgekomen. Bekeert u 
			en gelooft het evangelie” (Marcus 1:14, 15).
			
			           
			Ons bekeren is berouw hebben voor onze zonden en het besluit 
			nemen ons van de zonde af te wenden en ons leven aan God te wijden. 
			Kort voor Zijn hemelvaart zei Jezus aan Zijn apostelen: “Aldus 
			staat er geschreven, dat de Christus moest lijden en ten derden dage 
			opstaan uit de doden, en dat in zijn naam moest gepredikt worden 
			bekering tot vergeving der zonden aan alle volken, te beginnen bij 
			Jeruzalem” (Lucas 24:46, 47).
			Ons geloof in Christus moet 
			beleden worden.
			
			           
			“Nabij u is het woord, in uw mond 
			en in uw hart, namelijk het woord des geloofs, dat wij prediken. 
			Want indien gij met uw mond belijdt, dat Jezus Heer is, en met uw 
			hart gelooft, dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult gij 
			behouden worden; want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en 
			met de mond belijdt men tot behoudenis” (Romeinen 10:8 t/m 
			10). Over ongelovigen zegt Paulus verder: “Maar 
			niet allen hebben aan het evangelie gehoor gegeven” (Romeinen 
			10:16).
			
			           
			Dus, om gehoor aan het evangelie te geven, moeten wij ons 
			bekeren en in ons hart geloven dat Jezus de Zoon van God is en dat 
			God Hem uit de doden heeft opgewekt. Dit geloof moeten wij ook met 
			onze mond belijden. Misschien lijkt dit iets kleins. Maar vele 
			christenen door de eeuwen heen werden gedood omdat zij hun geloof in 
			Christus beleden. Paulus schreef aan Timoteüs: “Strijd 
			de goede strijd des geloofs, grijp het eeuwige leven, waartoe gij 
			geroepen zijt en de goede belijdenis afgelegd hebt voor vele 
			getuigen” (1 Timoteüs 6:12).
			Om het evangelie te 
			gehoorzamen moeten wij gedoopt worden.
			
			           
			Jezus gaf het bevel: “Gaat heen 
			in de gehele wereld, verkondigt het evangelie aan de ganse 
			schepping. Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden, maar 
			wie niet gelooft, zal veroordeeld worden” (Marcus 16:15, 16).
			
			           
			Weinige kerkgenootschappen gehoorzamen dit eenvoudig bevel. 
			Jezus plaatst geloof en doop vóór de redding. Kerken die 
			zuigelingendoop toepassen, plaatsen de doop vóór geloof. Het 
			evangelie gehoorzamen zij niet. Kerken die leren dat behoudenis door 
			‘geloof alleen’ is, plaatsen de redding vóór de doop. Ook zij 
			gehoorzamen het evangelie niet. Jezus zei, “Wie 
			gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden.”
			
			         
			   De doop in het Nieuwe Testament is door onderdompeling 
			(Johannes 3:23; Handelingen 8:38, 39). Kerken die op een andere 
			wijze dopen, gehoorzamen het evangelie niet.
			
			           
			Toen Petrus op de Pinksterdag werd gevraagd, “Wat 
			moeten wij doen?” antwoordde hij: “Bekeert 
			u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, 
			tot vergeving van uw zonden” (Handelingen 2:38). Om het 
			evangelie te gehoorzamen, moeten wij tot vergeving van zonden 
			gedoopt worden. Kerken die niet tot vergeving van zonden dopen, 
			gehoorzamen het evangelie niet.
			
			           
			Wanneer wij op basis van geloof en bekering dit 
			evangeliebevel gehoorzamen, en ons laten dopen, worden wij 
			geestelijk herboren. Aan de christenen te Rome legde Paulus uit: “Of 
			weet gij niet, dat wij allen, die in Christus Jezus gedoopt zijn, in 
			zijn dood gedoopt zijn? Wij zijn dan met Hem begraven door de doop 
			in de dood, opdat, gelijk Christus uit de doden opgewekt is door de 
			majesteit des Vaders, zo ook wij in nieuwheid des levens zouden 
			wandelen” (Romeinen 6:3, 4). Jezus zei aan Nicodemus: “Tenzij 
			iemand geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk Gods 
			niet binnengaan” (Johannes 3:5).
			
			           
			Petrus geeft deze uitleg van de wedergeboorte: “Nu 
			gij uw zielen door gehoorzaamheid aan de waarheid gereinigd hebt tot 
			ongeveinsde broederliefde, hebt dan elkander van harte en bestendig 
			lief, als wedergeboren, en niet uit vergankelijk, maar uit 
			onvergankelijk zaad, door het levende en blijvende woord van God. 
			... Dit nu is het woord, dat u als evangelie verkondigd is” 
			(1 Petrus 1:22, 23, 25).
			
			           
			Bij Zijn wederkomst zal Jezus de ongehoorzamen straffen: “Bij 
			de openbaring van de Here Jezus van de hemel met de engelen zijner 
			kracht, in vlammend vuur, als Hij straf oefent over hen, die God 
			niet kennen en het evangelie van onze Here Jezus niet gehoorzamen” 
			(2 Tessalonicenzen 1:7, 8). “Want het is 
			nu de tijd, dat het oordeel begint bij het huis Gods; als het bij 
			ons begint, wat zal het einde zijn van hen, die ongehoorzaam blijven 
			aan het evangelie Gods?” (1 Petrus 4:17).
			
			           
			De gemeente van het Nieuwe Testament kunnen wij zijn indien 
			wij het evangelie van het Nieuwe Testament gehoorzamen. Jezus stierf 
			voor onze zonden en is de derde dag weer opgestaan. Hij is het Lam 
			Gods die de zonden van de wereld wegneemt. Hij droeg onze zonden in 
			Zijn lichaam aan het kruis. Wij zondigen en verdienen daarmee de 
			dood. Maar God heeft ons lief en heeft Zijn Zoon gezonden om voor 
			ons te sterven en voor onze zonden voldoening te geven. Wij 
			gehoorzamen dit evangelie door in Christus te geloven, ons van onze 
			zonden te bekeren, Christus te belijden en tot vergeving van zonden 
			gedoopt te worden opdat wij uit water en Geest wedergeboren kunnen 
			worden om in nieuwheid des levens te wandelen.
			
			           
			Kunnen wij de gemeente van het Nieuwe Testament herstellen? Kunnen wij 
			de gemeente van het Nieuwe Testament zijn? Ja zeker, indien wij het 
			verbond naleven en het evangelie van het Nieuwe Testament 
			gehoorzamen.