Gemeente van Christus  Houthalen Oost

Jezus is de weg deel 4

Jezus, de weg tot vergeving

Veel mensen denken dat zonde niet meer is dan een overtreding van menselijke relaties. Ze beschouwen een daad enkel zondig als de maatschappij ervan opkijkt, als het hun eigen geweten schendt, of als het schadelijk is voor een ander. Voor zulke mensen is zonde niets anders dan het goedmaken van verkeerde dingen met andere mensen. Wanneer ze dit dan doen krijgen ze een vredig, verlossend gevoel.
Maar zonde is meer dan dat. Zonde is een afwijking van Gods wil. "Alle ongerechtigheid is zonde" 1 Johannes 5:17 . 
Soms is het dingen doen die God afkeurt: "Ieder, die de zonde doet, doet ook de wetteloosheid, en de zonde is wetteloosheid" 1 Johannes 3:4. Of het kan een falen zijn om het juiste te doen: "Als iemand dan weet goed te doen en het niet doet, is het hem tot zonde" Jakobus 4:17. 
Het ergste gedrag tegenover een medemens is enkel zondig omdat het een overtreding is van Gods wet. Na het plegen van overspel en moord, schreef David in een Psalm tot God "Tegen U, U alleen, heb ik gezondigd, en gedaan wat kwaad is in uw ogen" Psalm 51:4. Dit betekent dat zonde ernstiger is dan de meeste mensen beseffen en het verklaart ook de straf die eraan verbonden is: "Want het loon, dat de zonde geeft, is de dood" Romeinen 6:23. Het betekent ook dat de niemand wordt vergeven totdat alles in orde is gemaakt met God.

Het probleem van zonde.
Het rechtmaken van een zondaar met God is niet gemakkelijk - zelfs niet voor God. God is volmaakt en HEILIG, en heiligheid maakt elke wapenstilstand met zonde onmogelijk. "Uw troon, o God, staat voor altoos en eeuwig, uw koninklijke scepter is een rechtmatige scepter. Gij hebt gerechtigheid lief en haat goddeloosheid; daarom heeft, o God, uw God u gezalfd met vreugdeolie boven uw metgezellen" Psalm 45:6-7. God is oneindig rechtvaardig, en Zijn rechtvaardigheid eist dat Hij zonde bestraft met de straf die Zijn rechtvaardigheid voorschrijft voor hen die schuldig zijn, nl de dood. "Laat niemand u misleiden met drogredenen, want door zulke dingen komt de toorn Gods over de kinderen der ongehoorzaamheid" Efeziërs 5:6. 
Deze feiten plaatsen de mens in een benarde toestand, hij is een zondaar. De essentie van God Zijn Wezen eist een scheiding van Hem met de zondige mens en eist de straf van de dood voor de mens. De mens is hulpeloos om het probleem op te lossen. Hij kan niet ontkennen dat hij een zondaar is, en geen enkel goed werk kan hem plots onschuldig maken. Iemand die een moord heeft gepleegd waarvan niemand weet wordt niet onschuldig omdat hij zich de rest van zijn leven aan de wet gaat houden. Het doen van andere dingen die God van ons vraagt, pleit ons niet vrij van onze zonden. Eens we zondaren zijn geworden, zijn we als dode mensen. "Zo moet ook gij, nadat gij alles gedaan hebt wat u bevolen is, zeggen: Wij zijn onnutte slaven; wij hebben slechts gedaan, wat wij moesten doen" Lukas 17:10.

De oplossing voor het probleem.
"God echter, die rijk is aan erbarming, heeft, om zijn grote liefde, waarmede Hij ons heeft liefgehad, ons, hoewel wij dood waren door de overtredingen mede levend gemaakt met Christus, (door genade zijt gij behouden)" Efeziërs 2:4-5. Gods liefde en genade zijn niet tegenstellend aan Zijn heiligheid en rechtvaardigheid. Zijn handelen door de mens te veroordelen was juist. Maar Zijn liefde voorzag in Zijn eigen Zoon als een uitweg zodat Christus de veroordeling op Zich nam in plaats van de zondige mens. "... hij is afgesneden uit het land der levenden, om de overtreding van mijn volk is de plaag op hem geweest" Jesaja 53:8. Deze woorden, honderden jaren voor Christus geschreven, zijn vervuld in Zijn dood aan het kruis. Een bescherming voor een straf wordt ook een verzoenmiddel genoemd. "En Hij is een verzoening voor onze zonden en niet alleen voor de onze, maar ook voor die der gehele wereld" 1 Johannes 2:2. 

Vergeving is voorwaardelijk.
Hoewel Christus de verzoener is voor de zonden van de gehele wereld, zullen niet allen door Hem behouden worden. "En toen Hij het einde had bereikt, is Hij voor allen, die Hem gehoorzamen, een oorzaak van eeuwig heil geworden" Hebreën 5:9. Het gehoorzamen van Christus vraagt GELOOF, we moeten Hem geloven. Als Hij de weg is, moeten we ons vertrouwen in Hem stellen. "Stel uw vertrouwen op de Here Jezus en gij zult behouden worden, gij en uw huis" Handelingen 16:31. Het is vanzelfsprekend dat dit geloof sterk genoeg moet zijn dat het ons doet beslissen om ons weg te keren van zonde.  Dit is BEKERING. "God dan verkondigt, met voorbijzien van de tijden der onwetendheid, heden aan de mensen, dat zij allen overal tot bekering moeten komen" Handelingen 17:30. Ons geloof moet sterk genoeg zijn om het in het openbaar te BELIJDEN. "Want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot behoudenis" Romeinen 10:10. En we moeten genoeg geloof hebben om ons te laten DOPEN. "Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden, maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden" Markus 16:16. Deze doop plaatst ons in Christus waar we kinderen van God zijn door het geloof. "Want gij zijt allen zonen van God, door het geloof, in Christus Jezus. Want gij allen, die in Christus gedoopt zijt, hebt u met Christus bekleed" Galaten 3:26-27. Het is wanneer we met Christus worden begraven in de doop dat God ons levend maakt. "Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat, gelijk Christus uit de doden opgewekt is door de majesteit des Vaders, zo ook wij in nieuwheid des levens zouden wandelen" Romeinen 6:4. Eens we in Christus zijn gekomen en deel hebben aan dit nieuwe leven, zijn we vergeven van onze zonden wanneer we verdergaan en ons aanpassen aan Gods voorwaarden van vergeving. "Maar indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkander; en het bloed van Jezus, zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde. Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid" 1 Johannes 1:7,9.


Vragen

Gelieve de antwoorden voor les 4 in te vullen in de kaders:

1. Alle is zonde. (1 Johannes 5:17)

2. Het loon van de zonde is (Romeinen 6:23)

3. Hij die weet goed te doen en het niet doet, doet (Jacobus 4:17)

4. De Here heeft lief en haat (Psalm 45:6-7)

5. Wanneer we alles hebben gedaan wat ons bevolen is dan zijn we nog steeds slaven. (Lukas 17:10)

6. God is rijk aan , heeft een grote en redt ons door (Efeziërs 4:4-5)

7. Christus was afgesneden en gedood voor de van Gods volk. (Jesaja 53:8)

8. Christus is de voor onze zonden. (1 Johannes 2:2)

9. In Christus hebben we van zonden. (Efeziërs 1:7)

10. Christus is de oorzaak van eeuwig heil voor allen die Hem . (Hebreën 5:9)

11. God gebiedt alle mensen om overal tot te komen (Handelingen 17:30)

12. Belijdenis moet worden gedaan met de tot behoudenis. (Romeinen 10:10)

13. Iemand die gelooft en zich laat zal behouden worden. (Markus 16:16)

14. Het van Jezus reinigt ons van zonden. (1Johannes 1:7)

Gebruik uw bijbel, vind de antwoorden op de volgende vragen en plaats een 'X' langs het juiste antwoord.

1. (Handelingen 2:38) Dopen moet gebeuren in de naam van (op gezag van):

Jezus Christus De man die doopt De gemeente

2. (Handelingen 8:12) De gelovigen die werden gedoopt in Samaria waren:

Babies Kinderen Mannen en vrouwen

3. (Handelingen 22:16) Saul werd gezegd zich te laten dopen:

Om zijn ouders te plezieren Om zijn zonden weg te wassen Om een doopbewijs te krijgen

4. (Galaten 3:27) We worden gedoopt in:

De denominatie van onze keuze Christus Een plaatselijke gemeente

5. (Kolossenzen 2:12) De doop is:

Besprenkelen Een begrafenis Gieten

 

Vorige