Gemeente van Christus  Houthalen Oost

 

3.     Mannen

 

A Introductie

1. In het gezin hebben mannen het meeste gezag. Daarom hebben ze ook de grootste verantwoordelijkheid. Daarom is het gepaster om eerste de rol van de man in het gezin te bestuderen vooraleer we de rol van de vrouw en kinderen gaan bestuderen.

2.
 Als de man zijn rol in het gezin vervult, dan wordt een sfeer gecreëerd voor zijn vrouw en kinderen, waardoor zij met alle bereidwilligheid hun rol vervullen.
    a. Een man kan zijn vrouw niet dwingen om haar verantwoordelijkheid te nemen. Maar een vrouw zal vlugger haar rol vervullen als de man zijn rol vervult als het hoofd van het gezin (vgl Efeziërs 5:22)

B Efeziërs 5:29; 6:4 De man is de geestelijke leider van zijn huis.

1. De eerste verantwoordelijkheid van de man is voor hemzelf. Hij moet wandelen op de wegen van God. Een ongelovige man kan geen goddelijke man of vader zijn.
    a. Matteus 7:5 Hij moet eerst zichzelf verbeteren voor hij anderen gaat corrigeren.
            1. Galaten 6:1 Hij moet zelf geestelijk zijn om anderen geestelijk te kunnen herstellen.
    b. Een man die niet naar de wil van God leeft, kan anderen ook niet op de weg van de Heer leiden.
            1. Anders is hij een hypocriet
            2. Vergelijk de kenmerken van een ouderling met een echtgenoot.
                    a. 1 Timoteus 3:2 onbesproken
                    b. 1 Timoteus 3:4 goed bestuurder van zijn eigen huis
                    c. 1 Timoteus 3:7 goed bekend staan bij ongelovigen
                    d. Titus 1:9 zich vasthouden aan het betrouwbare Woord van God

2. De verantwoordelijkheid van de man tov zijn vrouw
    a. Efeziërs 5:25-31 Als een geestelijke leider moet hij de geestelijke ontwikkeling van zijn vrouw bevorderen
            1. vs 25 Hij moet van zijn vrouw houden (agape) zoals Christus van de gemeente houdt.
                    a. Hij moet daarom al het nodige doen om zijn vrouw te helpen om God te gehoorzamen.
            2. vs 28 Hij moet zijn vrouw liefhebben zoals zichzelf.
                    a. Als een man voor zijn eigen ziel zorgt, dan moet hij ook voor de ziel van zijn vrouw zorgen.
            3. vs 29 Hij moet zijn vrouw voeden.
                    a. "Voeden" betekent 'grootbrengen en vormen', daarom is de man verantwoordelijk om het geestelijk leven van zijn vrouw te ontwikkelen.
                    b. Vergelijk Efeziërs 6:4. Vaders moeten hun kinderen opvoeden. Vaders zijn verantwoordelijk voor de geestelijke opvoeding en ontwikkeling van hun kinderen.
                    c. Vergelijk Hebreeën 13:17. Ouderlingen moeten rekenschap geven over de zielen van de kudde.
                    d. Vergelijk de kenmerken van ouderlingen
                            1. 1 Timoteus 3:3-4 Mannen die hun huis goed besturen, laten zien dat ze ook voor Gods gemeente kunnen zorgen.
                            2. Titus 1:6 Ouderlingen moeten gelovige kinderen hebben.
            4. vs 29 Hij moet zijn vrouw koesteren.
                    a. "Koesteren" betekent 'liefdevol verzorgen', zoals een hen haar kuikentjes verwarmt en beschermt onder haar vleugels.
                    b. Een man die zijn vrouw koestert, verwarmt haar hart zodat zij zich tot hem keert. Het is veel gemakkelijker voor haar om haar onderdanige rol te vervullen als haar hart wordt verwarmd door liefdevolle genegenheid.
                            1. Het Griekse woord voor 'koesteren' komt alleen hier voor en in 1 Tessalonissenzen 2:7, waar Paulus hen herinnert aan zijn liefdevolle zorg voor hen. Hij gebruikt de vergelijking van een moeder die liefdevol voor haar kinderen zorgt.
                                    a. Mannen moeten zachtmoedig zijn voor hun vrouw. Zij mogen niet ruw, onbezonnen of verbitterd tegen hen zijn. (Kolossenzen 3:9)
                            2. Net zoals met Christus en de gemeente, zal niet iedereen goed reageren op liefdevolle genegenheid. Net zoals sommigen Christus verwerpen, zullen sommige vrouwen hun mannen verwerpen en hun verantwoordelijkheid niet vervullen.
    b. 1 Petrus 3:7 De houding van een man tov zijn vrouw.
            1. Hij moet haar benaderen met begrip
                    a. In het algemeen zijn de noden van vrouwen dezelfde, maar elke persoon is verschillend.
                    b. Het is de verantwoordelijkheid van de man om de noden van zijn vrouw te leren en ze tegemoetkomen op een begripvolle manier.
                    c. Enkele noden van een vrouw:
                            1. Vrouwen hebben liefdevolle genegenheid nodig (Efeziërs 5:29) – geven en ontvangen.
                                    a. Ze moet niet ruw of met bitterheid worden behandeld (Kolossenzen 3:19)
                            2. Vrouwen hebben nood aan het voeden anderen, kinderen.
                            3. Vrouwen hebben nood aan discussiëren en praten. Ze hebben meer communicatie nodig dan mannen.
                                    a. Zij moet verbaal horen dat er van haar wordt gehouden.
                                    b. Zij heeft behoefte aan het bespreken van problemen.
                                    c. Zij heeft nood aan algemene verbale interactie.
                            4. Vrouwen hebben nood aan het tonen van emoties.
                            5. Vrouwen moeten zich veilig voelen.
                            6. Vrouwen hebben meer rust nodig dan hun mannen. Zij is het brozer vaatwerk.
            2. Hij moet haar eren:
                    a. als met een brozer vaatwerk.
                            1. 1 Korintiërs 12:22-24 Hij moet haar de eer geven als het brozer vaatwerk (vgl Filippenzen 2:3)
                    b. omdat zij medeërfgenamen zijn van de genade des levens.
                            1. Hij moet haar eren met een lof die een christen toekomt en met de eer die een goddelijke man zijn vrouw moet geven.
                            2. Een man moet zijn christen vrouw behandelen als een christen. Alle schriftplaatsen die spreken over hoe christenen elkaar behoren te behandelen zijn toepasbaar op de relatie.
            3. Hij moet zijn vrouw juist behandelen zodat zijn gebeden niet belemmerd worden (vgl 1 Petrus 3:8-12).
                    a. God is niet gunstig gezind naar ons als wij niet behoorlijk handelen naar onze vrouw en familie.
                    b. Geen juiste relatie met je familie hebben is slecht (1 Petrus 3:12).

3. De derde verantwoordelijkheid van een man is naar zijn kinderen. Zowel man als vrouw hebben een rol in het grootbrengen van hun kinderen in de opvoeding en de terechtwijzing van de Heer. De leiding voor het behoorlijk grootbrengen van de kinderen van het paar moet door de echtgenoot worden geleverd.
        a. Dit zal specifiek worden besproken in les 5.
        b. De echtgenoot is verantwoordelijk om het nodige te doen voor zichzelf en zijn vrouw zodat ze hun kinderen kunnen opvoeden in de wegen van God.

C. Hoe leidt en beslist een man in zijn gezin?

1. Hij leidt en beslist als een dienaar.
    a. Efeziërs 5:21 Een man zorgt voort zijn gezin door te leiden en te beslissen zoals God het beveelt (vgl 1 Petrus 5:1-3).

2.
 Voorbeelden van oudsten en diakenen:
    a. 1 Timoteus 3:1b; Titus 1:5b Ouderlingen en diakenen zijn mannen die geslaagd zijn in het goed besturen van hun familie.
                1. Maar niet alle goede leiders van het gezin zijn bekwaam om ouderling of diaken te worden.
                2. Om de kenmerken van goed leiderschap te leren, is het nuttig om het algemene karakter van een ouderling te bekijken.
    b. Omschrijvingen gebruikt voor ouderlingen kunnen worden toegepast op echtgenoten.
                1. "Bisschop", hetgeen betekent opziener.
                        a. Een man ziet toe op alle andere familieleden. Hij moet een grote nadruk leggen op hun geestelijke ontwikkeling.
                2. "Herder"
                        a. Zoals een ouderling een herder is voor de gemeente, moet een man dat zijn voor zijn familie (geestelijk, fysiek, en emotioneel).
                3. 1 Petrus 5:1-4 Het principe van het leiderschap van een ouderling:
                        a. vs 2 Een man die enkel toeziet en handelt als een herder voor de gemeente waartoe hij behoort. Zo zal een man enkel het gezin leiden waar hij deel van uit maakt.
                        b. vs 3 Een ouderling leidt niet als een heerser, maar als een voorbeeld. Zo zal de man ook niet heersen, maar een voorbeeld zijn.
    c. Vgl 1 Timoteus 3:1-13; Titus 1:5-11 Kwaliteiten van ouderlingen die betrekking hebben op goddelijke echtgenoten.
                1. Mannen die dezelfde kwaliteiten hebben als ouderlingen zullen goede leiders zijn in hun huizen en families.

3.
 Principes om te leiden en te beslissen in het gezin:
    a. "Heersen over" (Genesis 3:16; 1 Timoteus 3:4) betekent leiden, besturen, beschermer of voogd zijn, hulp geven, zorgen voor, aandacht schenken aan.
            1. Een man moet zijn familie leiden door hen te laten zien welke weg zij behoren te bewandelen. Hij leidt door een voorbeeld te zijn, door raad te geven, door op te voeden, door te verbeteren.
    b. Genesis 18:19 Een man moet zijn gezin bevelen om hem te volgen in de weg van de Heer (om het goede en rechtvaardige te doen).
    c. Deuteronomium 6:4-9 Een man moet een voorbeeld zijn voor zijn gezin (vs 6) en vol overgave zijn kinderen mondeling het geschreven Woord leren (vs 7-9).
    d. Jozua 24:14-15 Een man moet de koers van zijn gezin bepalen.
    e. Efeziërs 5:22-6:4 Een man moet het voorbeeld van Christus volgen in het liefhebben, dienen, leren, oefenen, voeden ,en koesteren van zijn gezin (vgl 1 Petrus 2:21).
    f. Efeziërs 5:29; 6:4 Een man moet de geestelijke, emotionele, mentale en fysieke noden van zijn gezin zien.
            1. 1 Timoteus 5:8 ( zie St vertaling) Een man die niet voor zijn gezin zorgt is erger dan een ongelovige.

4.
 Hoe worden mannen goede leiders?
    a. Leiderschap als christen wordt geleerd. We worden niet geboren als leiders.
    b. Romeinen 1:16; 2 Timoteus 3:16-17 Mannen moeten Gods Woord leren en bestuderen om goddelijke leiders te worden.
    c. Jacobus 1:5 Mannen moeten bidden voor wijsheid om goddelijke leiders te zijn.
    d. Matteus 5:13-16 Mannen moeten rechtvaardig met God leven door een goddelijk voorbeeld te zijn voor anderen, om een goddelijke leider te zijn.
            1. Mannen kunnen geen goddelijke leiders zijn zonder persoonlijke geestelijke groei en ontwikkeling.
    e. Hebreën 5:12-14 Mannen die groeien tot geestelijke volwassenheid kunnen hun familie leren.
            1. Hebreën 10:24-25 Ze leren van andere christelijke mannen.

D. Conclusie

1. Mannen zijn de geestelijke leiders van het gezin.
    a. De eerste verantwoordelijkheid van een echtgenoot is naar zijn persoonlijke geestelijke groei en ontwikkeling.
    b. De tweede verantwoordelijkheid is naar zijn vrouw.
    c. De derde verantwoordelijkheid is om zijn kinderen groot te brengen met zijn vrouw.

2.
 Hoe leiden en besturen mannen hun gezin, familie?
    a. Mannen besturen hun gezinnen op dezelfde wijze als ouderlingen de gemeente besturen.
    b. Principes in het leiden en besturen van het gezin:
            1. Genesis 18:19 Een man moet zijn gezin bevelen om hem te volgen in de weg van de Heer (om het goede en rechtvaardige te doen).
            2. Deuteronomium 6:4-9 Een man moet een voorbeeld zijn voor zijn gezin (vs 6) en vol overgave zijn kinderen mondeling het geschreven Woord leren (vs 7-9).
            3. Jozua 24:14-15 Een man moet de koers van zijn gezin bepalen.
            4. Efeziërs 5:22-6:4 Een man moet het voorbeeld van Christus volgen in het liefhebben, dienen, leren, oefenen, voeden ,en koesteren van zijn gezin (vgl 1 Petrus 2:21).
            5. Efeziërs 5:29; 6:4 Een man moet de geestelijke, emotionele, mentale en fysieke noden van zijn gezin zien.
                    1. 1 Timoteus 5:8 ( zie St vertaling) Een man die niet voor zijn gezin zorgt is erger dan een ongelovige.

3.
 Hoe worden mannen goede leiders?
    a. Romeinen 1:16; 2 Timoteus 3:16-17 Door een grondige kennis en studie van Gods Woord.
    b. Jacobus 1:5 Door te bidden voor wijsheid om een goede leider te zijn.
    c. Matteus 5:13-16 Door anderen te leiden door een goddelijk voorbeeld te zijn.
    d. Hebreën 5:12-14 Door persoonlijke geestelijke groei die resulteert in de bekwaamheid om hun gezin te leren.

 

Vorige