Gemeente van Christus Houthalen Oost
1.
Heiliging (door
W.Richardson)
God zelf is heilig (Exodus 15:11) en Hij verwacht, dat zijn kinderen
ook heilig zullen zijn. ,,Gelijk Hij,
die u geroepen heeft, heilig is, wordt (zo) ook gijzelf heilig in al
uw wandel; er staat immers geschreven: Weest heilig, want Ik ben
heilig" 1 Petrus 1:15-16.
WAT BETEKENT "HEILIG"?
Dit woord is de vertaling van het Hebreeuwse woord QODESH en het
Griekse woord HAGIOS en betekent ,,afgezonderd". In de Bijbel duidt
het iets aan, dat afgezonderd is om voor God gebruikt te worden. In
het Oude Testament lezen wij over de sabbat (Genesis 2:3), offers
bestaande uit runderen en kleinvee (Deuteronomium 15:19), het
altaar, het volk, de tent, Aäron en zijn zonen (Exodus 29:37,43-44),
enz., die geheiligd werden. Dit betekent, dat ze aan God toegewijd
werden.
In het Nieuwe Testament lezen wij over Johannes ,,een
rechtvaardig en heilig man" Markus 6:20, ,,heilige
engelen" Markus 8:38, „heilige
profeten" Lukas 1:70, ,,zijn
heilig verbond" Lukas 1:72), ,,heilige
Vader" Johannes 17:11, Gods ,,heilige
knecht Jezus" Handelingen 4:27, ,,de
heilige Schriften" Romeinen 1:2, de heilige „tempel",
de gemeente 1 Korintiërs 3:17, ,,heilige
broeders" Hebreeën 3:1 en „heilige
wandel" 2 Petrus 3:11.
AFGEZONDERD EN TOEGEWIJD
Heiligmaking heeft zowel een negatieve als een positieve kant. Er
moet behalve een negatieve afzondering ook een positieve toewijding
bestaan. De apostel Paulus schrijft hierover als volgt: „Daarom
gaat weg uit hun midden, en scheidt u af, spreekt de Here, en houdt
niet vast aan het onreine, En Ik zal u aannemen, en Ik zal u tot
Vader zijn en gij zult Mij tot zonen en dochteren zijn, zegt de
Here, de Almachtige. Daar wij nu deze beloften bezitten, geliefden,
laten wij ons reinigen van alle bezoedeling des vlezes en des
geestes, en zo onze heiligheid volmaken in de vreze Gods" 2
Korintiërs 6:17-7:1. Door ons af te scheiden van het onreine kunnen
wij gemeenschap met God, onze Vader, ervaren. Wij kunnen Hem
toebehoren en van zijn Vaderlijke zegeningen genieten. Wat zijn dat
voor onreine praktijken waaraan Christenen geen deel mogen nemen? De
zondige werken van het vlees worden door Paulus genoemd in zijn
brief aan de gemeenten te Galatië: ,,hoererij,
onreinheid, losbandigheid, afgoderij, toverij, veten, twist,
afgunst, uitbarstingen van toorn, zelfzucht, tweedracht,
partijschappen, nijd, dronkenschap, brasserijen en dergelijke"
Galaten 5:20-21. Dit zijn dingen, die ons lichaam, de tempel Gods,
ontheiligen (1 Korintiërs 6:19-20). De positieve toewijding van een
Christen aan zijn God zien wij in de volgende tekst: ,,Ik
vermaan u dan, broeders, met beroep op
Het leven van een trouw kind van God is anders dan dat van een
onbekeerde zondaar. Het heilige doel van iemand die God liefheeft is
een volkomen toewijding: ,,Indien iemand
zich nu hiervan gereinigd heeft, zal hij een voorwerp zijn met
eervolle bestemming, geheiligd, bruikbaar voor de eigenaar, voor
iedere goede taak gereed" 2 Timoteus 2:21. Wie is die
eigenaar, die ons gebruiken wil? Is het niet onze Here Jezus
Christus, die zijn leven voor ons gaf? Is het niet een eer om Hem te
mogen dienen? Laten wij ons dan reinigen van alles wat het leven kan
besmetten, zoals Paulus het zegt: ,,maar
thans moet ook gij dit alles wegdoen..." Kolossenzen 3:8.
Jezus heeft Zich „voor ons
HOE WORDT MEN HEILIG?
Onze heiligmaking gaat uit van God. Het is zijn werk. In
Christus zijn wij een nieuwe schepping Gods geworden (2 Korintiërs
5:17). Wij zijn ,,zijn maaksel in
Christus Jezus geschapen om goede werken te doen, die God tevoren
bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen" Efeziërs
2:10.
Maar hoe worden wij heilig? Paulus schrijft het volgende over onze
heiligmaking: ,,Maar wij behoren God te
allen tijde om u te danken, door de Here geliefde broeders, dat God
u als eerstelingen Zich verkoren heeft tot behoudenis, in heiliging
door de Geest en geloof in de waarheid. Daartoe heeft Hij u ook door
ons evangelie geroepen tot het verkrijgen van de heerlijkheid van
onze Here Jezus Christus" 2 Tessalonissenzen 2:13-14. Uit
deze tekst leren wij, dat onze heiliging het werk van de Heilige
Geest is. Hij gebruikt het Woord om dit te volbrengen. Jezus zegt:
,,Heilig hen in uw waarheid; uw woord is
de waarheid" Johannes 17:17. Tegen zijn discipelen heeft Hij
gezegd: ,,Gij zijt nu rein om het woord,
dat Ik tot u gesproken heb" Johannes 15:3. Wij worden
geheiligd door ,,het offer van het
lichaam van Jezus Christus" Hebreeën 10:10, ,,door
zijn eigen bloed" Hebreeën 13:12. Deze heiliging vindt plaats
wanneer wij de waarheid gehoorzamen: „Nu
gij uw zielen door gehoorzaamheid aan de waarheid gereinigd hebt"
1 Petrus 1:22. Jezus heeft de gemeente geheiligd en gereinigd „door
het waterbad met het woord" Efeziërs 5:26. Wij zijn dus
afgezonderd en toegewijd wanneer wij gedoopt zijn en onze zonden
vergeven zijn (Handelingen 2:38,41,47). Deze gedachte komt zeer
sterk naar voren in Romeinen hoofdstuk 6. Eerst stelt Paulus de
vraag: ,,Mogen wij bij de zonde blijven,
opdat de genade toeneme?". Het antwoord hierop is: ,,Volstrekt
niet". Maar waarom niet? ,,Weet
gij niet, dat wij allen, die in Christus Jezus gedoopt zijn, in zijn
dood gedoopt zijn?". Wat heeft dat met onze heiliging te
maken? ,,Wij zijn dan met Hem begraven
door de doop in de dood, opdat, gelijk Christus uit de doden
opgewekt is door de majesteit des Vaders, zo ook wij in nieuwheid
des levens zouden wandelen". Daarom, ,,Laat
dan de zonde niet langer als koning heersen in uw sterfelijk lichaam".
Wanneer wij ons laten dopen worden onze zonden vergeven en onze
zielen gereinigd; wij worden wedergeboren tot een nieuw leven en
behoren vanaf dat moment geheel en al toe aan God. Wij zijn gekocht
en betaald (1 Korintiërs 6:19-20).
ZIJN WIJ DAN ZONDER ZONDE?
Het antwoord hierop is ,,neen". Onze heiligmaking gaat steeds door.
Het feit, dat wij door God geheiligd zijn, wanneer Hij onze zonden
vergeeft, betekent niet, dat wij volmaakt en zonder zonde zijn. De
gemeente te Korinthe was geheiligd (1 Korintiërs 6:11), maar beslist
niet zonder zonde. Johannes vertelt ons, dat niemand zonder zonde is
(1 Johannes 1:8-12). Daarom hebben wij een voorspraak bij de Vader
(2:1-2) nodig. Paulus erkende dat hij niet volmaakt was (Filippenzen
3:12-14). Volmaakte heiliging is het doel waarnaar wij streven. Het
leven van een Christen is een leven van groei. Wij gaan van ,,geloof
tot geloof" Romeinen 1:17. Onze overwinningen worden niet
allemaal op een en dezelfde dag behaald, maar met Gods genade en
hulp kunnen wij met het heiligingsproces doorgaan. Om in staat te
zijn dit te doen dienen wij ons volkomen te onderwerpen aan de
leiding van de Geest door het woord. ,„En
wij allen, die met een aangezicht, waarop geen bedekking meer is, de
heerlijkheid des Heren weerspiegelen, veranderen naar hetzelfde
beeld van heerlijkheid tot heerlijkheid, immers door de Here, die
Geest is" 2 Korintiërs 3:18. Zou jij niet graag de
heerlijkheid van Jezus willen weerspiegelen? Het kan, maar dan moet
u zich aan Hem overgeven, zonder iets terug te houden (Matteus
16:24). Onder de leiding van de Heilige Geest kunt u vrucht dragen.
,,Maar de vrucht van de Geest is liefde,
blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw,
zachtmoedigheid, zelfbeheersing... Indien wij door de Geest leven,
laten wij ook door de Geest het spoor houden" Galaten
5:21,25. Amen!