Gemeente van Christus  Houthalen Oost

Wat zegt de Bijbel over:

‘de Gemeente van Christus’ (door W.J. Richardson)

 

9.     De leer van de Gemeente

De gemeente van het Nieuwe Testament heeft geen menselijke leerregels. Zij moet blijven in de leer van Christus: „Een ieder, die verder gaat en niet blijft in de leer van Christus, heeft God niet: wie in die leer blijft, de ze heeft zowel de Vader als de Zoon" (2 Johannes 9). Het is zeer belangrijk, dat wij in de leer van Christus blijven, want anders hebben wij God niet. Daarom moeten wij weten wat de leer van Christus is, wat die inhoudt en hoe wij daarin kunnen blijven.

Wat is die leer en hoe komen wij daaraan?

Wij kunnen de ontwikkeling als een ketting zien waardoor God ervoor gezorgd heeft dat wij aan zijn woord zouden komen:

Het woord komt van God

Want Ik heb niet uit Mijzelf gesproken, maar de Vader, die Mij
heeft gezonden, heeft zelf Mij een gebod gegeven, wat Ik zeggen en
spreken moet
" Johannes 12:49.

God spreekt door Christus

Nadat God eertijds vele malen en op vele wijzen tot de vaderen ge-
sproken had in de profeten, heeft Hij nu in het laatst der dagen tot
ons gesproken in de Zoon
" Hebreeën 1:1-2.

Jezus spreekt door de apostelen

Want de woorden, die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik hun gegeven"
Johannes 17:8; Zie ook: Johannes 16:13; Matteus 28:18-20; Markus
16:15-16; Lukas 24:44-49; Johannes 20:21-23; Handelingen 2:1-4).

De apostelen spreken door de Bijbel

Hoe zullen wij dan ontkomen, indien wij geen ernst maken met
zulk een heil, dat allereerst verkondigd  is door de Here, en door hen,
die het gehoord hebben, op betrouwbare wijze ons is overge
-
leverd" Hebreeën 2:3; Zie ook: Efeziërs 3:5; Johannes 16:13;
Efeziërs 3:4; Openbaringen 20:11-15; Johannes 12:48;
2 Timoteus 3:16-17).

Wij ontvangen Gods woord door de Bijbel

Dus niet door menselijke of kerkelijke overleveringen, niet door nieuwe openbaringen van de laatste eeuwen, niet door een directe werking van de Heilige Geest in de mens. Om dit nog duidelijker te kunnen zien, moeten wij andere feiten naar voren brengen in verband met het geschreven woord van God:

De apostelen werden door de Heilige Geest geleid

De Heilige Geest zou hun in de “volle waarheid" leiden, die Jezus al aan hen had geopenbaard (Johannes 16:13; 14:26). De woorden, die zij gebruikten, werden door de Heilige Geest ingegeven (1 Korintiërs 2:13). De geheimenissen Gods werden door hen bekend gemaakt (Efeziërs 3:1-5). Met

de profeten maakten zij deel uit in het fundament van de gemeente (Efeziërs 2:20). Door hen werd het grote heil aan de mensen verkondigd (Hebreeën 2:3).

Het woord werd bevestigd door wonderen en tekenen (Markus 16:19-20; Hebreeën 2:3-4).

Het doel van die tekenen was duidelijk, namelijk, het bewijzen, dat die geïnspireerde apostelen en profeten het woord van God brachten en niet een eigen of valse leerstelling.

De openbaring van Gods woord aan de mens is door hen geëindigd.

Dit wordt duidelijk gezien uit verschillende overwegingen. Wij noemen slechts de eenvoudigste:
1. De apostelen zouden in de “volle waarheid" geleid worden.
2. De geheimenissen zijn nu door hen geopenbaard (Efeziërs 3:5).
3. Het grote heil is door Christus gesproken en door degenen, die Hem hoorden aan ons geopenbaard (Hebreeën 2:3).
4. Hun boodschap maakt de Schriften compleet en doeltreffend voor alle noden van mensen (2 Timoteus 3:14-4:4).
5. Het geloof is eenmaal (eens en voor altijd) aan de heiligen overgeleverd (Judas 3).
6. Wij zullen door de woorden van Christus geoordeeld worden (Johannes 12:48).
7. Er was geen reden om een deel van het woord terug te houden. Jezus gaf het woord, de apostelen maakten het bekend en het zal nooit verloren raken (Matteus 24:35; 1 Petrus 1:25; 2 Johannes 2).

Wij mogen niet afwijken van hun boodschap

De aanbidding wordt tevergeefs gemaakt door de leringen van mensen (Matteus 15:9). Wij moeten mensen vermijden, die afwijken van de leer, die wij van de apostelen hebben ontvangen (Romeinen 16:17). De onenigheden in de godsdienst worden door dergelijke afwijkingen veroorzaakt. Wij moeten leren niet te gaan boven hetgeen geschreven staat (1 Korintiërs 4.6). Wij mogen ons niet laten afbrengen ,,tot een ander evangelie" Galaten 1:6. Er zijn sommigen, die mensen in de war brengen door het verdraaien van het evangelie (v. 7). Als iemand, zelfs een engel uit de hemel, een ander evangelie zou brengen, die zou vervloekt zijn (v. 8,9).

Er is slechts één geloof (Efeziërs 4:5)

Wij moeten alles toetsen en slechts het goede behouden (1 Tessalonissenzen 5:21). In de laatste tijden zouden sommigen van het geloof afvallen (1 Timoteus 4:1-3). Velen zouden niet in de gezonde leer blijven (2 Timoteus 4:3). Wii moeten blijven in de leer van Christus en zelfs geen gemeenschap hebben met mensen, die dit niet doen (2 Johannes 9,10). Wij mogen niets toevoegen aan het woord of iets daarvan weglaten (Openbaringen 22:18-19). Dit principe geldt niet slechts voor het boek Openbaring, maar ook voor het woord van God in het geheel (Deuteronomium 4:2; Spreuken 30:6).

Wat doet het woord van God voor ons?

Om de kracht, volledigheid en doeltreffendheid van het woord te begrijpen, laten wij de volgende belangrijke feiten daarover waarnemen:

Lees Psalmen 1 en 19 om te zien wat het woord voor David betekende. De mens kan leven door het woord van God (Matteus 4:4). Wij moeten luisteren naar de woorden van Gods Zoon (Matteus 17:5).  Door zijn woorden zullen wij eenmaal geoordeeld worden (Johannes 12:46-50). Door de waarheid te verstaan en volgen worden wij vrijgemaakt (Joh. 8:31-32). Wij worden door God getrokken door middel van het woord (Johannes 6:44-45). Het woord is geschreven om ons tot geloof te brengen, opdat wij het eeuwige leven zouden hebben (Joh. 20:30-31). Het woord is het zaad van het Koninkrijk (Lukas 8:11). Het evangeliewoord is in staat mensen te redden (Romeinen 1:16; 1 Korintiërs 1:21). Door het woord wordt men gereinigd (Johannes 15:3). Door gehoorzaamheid aan het woord werden duizenden gered (Markus 16:15-16; Handelingen 2:36-41; 8:12). Geloof komt door het horen van het woord (Romeinen 10:17). Door het woord wordt men geheiligd (Johannes 17:17; Efeziërs 5:26). De woorden van Christus zijn leven en geest (Johannes 6:53).

De geïnspireerde schriften werden gegeven om aan al onze geestelijke noden te voorzien en om ons een volmaakte leiding te geven (2 Timoteus 3:16-17). De Heilige Geest woont in ons wanneer wij het woord gehoorzamen en in ons laten wonen (Handelingen 2:38; 5:32; Efeziërs 5:18; Kolossenzen 3:16). Het woord is levend en krachtig (Hebreeën 4:12). Het woord kan onze zielen behouden (Jakobus 1:22-25). Door gehoorzaamheid aan de waarheid kunnen wij onze zielen reinigen (1 Petrus 1:22). Het woord is het zaad van de wedergeboorte (1 Petrus 1:23-25). Dat woord leeft en blijft tot in de eeuwigheid. Dat is het woord, dat door het evangelie is verkondigd. Vasthouden aan het woord is noodzakelijk om te komen tot gemeenschap met God (2 Johannes 9). Het woord, dat van God komt, kan niet falen (Jesaja 55:11). Het geopenbaarde woord is voor de mens, maar wat God niet verkondigd heeft is voor Hemzelf. Wij behoeven ons niet druk te maken over wat niet in de Bijbel staat (Deuteronomium 29:29).

Kunnen wij de Bijbel begrijpen?

De godsdienstige verwarring heeft velen tot de conclusie gebracht, dat men de Bijbel toch niet begrijpen kan. Velen zijn moedeloos geworden. Wat leert de Bijbel daarover? Wij kunnen een inzicht in de dingen Gods krijgen door het lezen van zijn woord (Efeziërs 3:1-5). Het geschreven woord is nuttig en doeltreffend (2 Timoteus 3:16-17). Als wij in het woord blijven, zullen wij het woord verstaan (Johannes 8:31-32). God spreekt tot ons door de Bijbel. Hij verwacht van ons, dat wij Hem geloven, liefhebben en gehoorzamen. Hoe zou dat mogelijk zijn, indien wij zijn wil niet zouden kunnen begrijpen?

Het woord deelt zich echter in twee delen: 1) melk; 2) vaste spijs (Hebreeën 5:12-14). Dat zijn de gemakkelijke dingen en de dingen, die niet gemakkelijk zijn. Het belangrijkste is, dat wij Gods wil voor ons kunnen begrijpen. „Tracht te verstaan wat de wil des Heren is" (Efeziërs 5:17). „En toetst wat de Here welbehagelijk is" (Efeziërs 5:10). „Toetst alles" (1 Tessalonissenzen 5:21). Wij kunnen de wil van God leren kennen.

Zijn er regels voor bijbelstudie?

Inderdaad, maar wij zullen die slechts in het kort behandelen. Enkele noodzakelijke eisen moeten wij toch in het oog houden: Wij moeten geloven, dat de Bijbel Gods woord is. Wij moeten de waarheid liefhebben en gehoorzamen (2 Tessalonissenzen 2:10; Johannes 8:31-32; 7:17). Wij moeten er ernst van maken om rechte voren te trekken bij het brengen van het woord (2 Timoteus 2:15). Het kost tijd en inspanning om Gods woord te leren.

Laat de Bijbel zichzelf uitleggen. Als een tekst niet duidelijk is, zoek een andere tekst op, die het duidelijk maakt. Probeer alles te vinden over het onderwerp in kwestie. Laat al die teksten elkaar ver
klaren. Maak een onderscheid tussen ,,melk" en ,,vaste spijs" en wees verstandig genoeg om bij de ,,melk" te blijven, totdat u echt bereid bent om aan de ,vaste spijs" te beginnen. Houdt u zich eerst bezig met de gemakkelijke dingen die zijn immers het belangrijkst. Gods woord is vooral een boek voor gewone mensen! Bouw uw kennis dan stap voor stap op. Laat dit een heerlijke, dagelijkse ervaring voor u zijn. Bid om Gods leiding en hulp.

VRAGEN

1. In welke leer moet Gods gemeente blijven?

2. Wat gebeurt er met iemand, die in die leer niet blijft?

3. Mogen wij gemeenschap hebben, met iemand, die een andere leer brengt?

4. Van wie had Jezus zijn boodschap ontvangen?

5. Van wie kregen de apostelen hun boodschap?

6. Hoe werd het woord der apostelen bevestigd?

7. Wat gebeurt er met iemand, die een ander evangelie brengt?

8. Werd het evangelie soms verdraaid?

9. Verwacht God van ons, dat wij blijven streven om zijn wil te verstaan en volbrengen?

10. Zal God ons helpen als wij echt streven om zijn woord te kennen en gehoorzamen?
  

Vorige