Gemeente van Christus  Houthalen Oost

Wat zegt de Bijbel over:

‘de Gemeente van Christus’ (door W.J. Richardson)

 

7.     De Gemeente: de voorwaarden voor lidmaatschap

Het is belangrijk, dat wij weten wat de gemeente is, wat de voordelen en verantwoordelijkheden van lidmaatschap zijn en hoe men de bijbelse gemeente kan identificeren en onderscheiden van menselijke instellingen. Maar al deze kennis zou ons niet baten als wij niet wisten hoe wij leden van die gemeente konden worden. Het doel van dit hoofdstuk is het beantwoorden van de vraag: Hoe wordt men lid van de gemeente waarover wij in de Bijbel lezen?


WAT LEERT DE BIJBEL OVER LIDMAATSCHAP IN DE GEMEENTE?

De gemeente bestaat uit mensen die behouden zijn. Het woord „ekklesia", waarvan het woord ,,gemeente" een vertaling is, betekent „uitgeroepenen" en duidt die mensen aan die uit de zonde geroepen zijn. De Here voegt toe aan de gemeente de mensen die behouden zijn (Handelingen 2:47). De brieven aan de gemeente zijn geschreven aan de mensen in verschillende plaatsen, die gered waren. De gemeente is het lichaam van Christus - bestaande uit mensen die in Christus zijn (Kolossenzen 1:18; Galaten 3:25-27; Efeziërs 1:22-23). Zij bestaat uit mensen die door het waterbad geheiligd zijn (Efeziërs 5:26-27). Zij is het Koninkrijk, bestaande uit allen die wedergeboren zijn uit water en Geest en uit geestelijke duisternis bevrijd zijn (Johannes 3:3-5; Kolossenzen 1:13-14). Leden van de gemeente worden beschreven als gelovigen, broeders en zusters, kinderen van God, heiligen en christenen. Daarom zijn de voorwaarden van lidmaatschap in de gemeente ook de voorwaarden tot behoudenis. Wat iemand moet doen om gered te worden, moet hij doen om in de gemeente te komen. Door het feit dat iemand van zijn zonden verlost wordt, verkrijgt hij lidmaatschap in de gemeente.

Wij kunnen het proces van redding stap voor stap volgen. Wij kunnen dit proces vergelijken met een stoep met vijf treden, waarvan de laatste ons het huis Gods (de gemeente) binnenbrengt. Wij vinden vijf noodzakelijke stappen in Gods reddingsplan:

Stap 1: het evangelie horen

De gemeente is gefundeerd op geloof in Jezus Christus, de Zoon van God (Matteus 16:15-18; 1 Korintiërs 3:11). Dat geloof komt door het horen van het woord van God (Romeinen 10:17; Johannes 20:30-31). Het evangelie is Gods kracht tot behoudenis voor iedereen die gelooft (Romeinen 1:16). Zondaars moeten het evangelie horen (1 Korintiërs 1:21).

Stap 2: in Christus geloven

Iedereen, die niet gelooft, zal veroordeeld worden (Markus 16:16). Alles wat wij voor Jezus willen doen moet uit geloof worden gedaan. Iedere stap tot God moet in geloof worden genomen (Hebreeën 11:6). Zonder geloof in Christus kunnen wij niet in de hemel komen (Johannes 8:21,24; 20:30-31; 3:16). Bekering, belijdenis en de doop zijn allemaal handelingen van geloof in Christus. Zonder geloof zijn deze handelingen doelloos. Uit het geloof komen liefde, vertrouwen en gehoorzaamheid. Hiernaast staat ook vast, dat een geloof, dat deze vrucht niet draagt dood en nutteloos is (Jakobus 2:20-26; Galaten 5:6).

Men vindt in de Bijbel drie belangrijke eigenschappen van geloof: 1) overtuiging; 2) vertrouwen; 3) gehoorzaamheid. Een geloof, waar één van deze eigenschappen ontbreekt is niet het bijbelse geloof, waardoor men gered wordt.

In Hebreeën hoofdstuk elf vinden wij vele voorbeelden, die deze drie eigenschappen van geloof duidelijk laten zien: door het geloof heeft Abel een offer gebracht, door het geloof heeft Noach een ark gebouwd, door het geloof heeft Abraham zijn zoon willen offeren, door het geloof hebben de kinderen van Israël de stad Jericho veroverd. Hun geloof was actief en gehoorzaam! Het geloof waardoor zondaars behouden worden is ook een actief, gehoorzaam geloof. De volgende stappen zijn eigenlijk stappen van geloof. Geloof blijft doorwerken totdat men in Christus komt en daar-
na totdat men in de hemel komt.

De basis van ons geloof is de dood van Christus voor onze zonden, zijn begrafenis en zijn opstanding uit de dood. Wij moeten geloven, dat Jezus de Zoon van God is (Johannes 20:30-31). Jezus is voor onze zonden gestorven en God heeft Hem op de derde dag opgewekt (1 Korintiërs 15:1-3). Hij heeft zondaars lief en wil hen redden. Hij roept ze met de woorden: “Kom tot Mij". ledereen mag komen, die dit evangelie van Christus gelooft.

Stap 3: zich bekeren

Het woord ,,bekering" is de vertaling van een Grieks woord, dat betekent “verandering van gedachte". Dit woord komt ongeveer op hetzelfde neer als “inkeer". Het heeft te maken met de beslissing die men nemen moet om tot Christus te komen. Het houdt een overgave in. Bekering vindt plaats in het hart. Zonder bekering is het niet mogelijk door het bloed van Christus behouden te worden. De boodschap van bekering kunnen wij als een draad door het Nieuwe Testament volgen: Johannes predikte “bekeert u" (Matteus 3:2), Jezus verkondigde de boodschap van bekering (Matteus 4:17), zijn volgelingen moesten de boodschap van bekering tot vergeving van zonden prediken (Lucas 24:47), Petrus predikte ,,bekeert u" (Handelingen 2:38; 3:19), de heidenen mochten zich tot leven bekeren (Handelingen 11:18), alle mensen moeten zich bekeren (Handelingen 17:30-31), de goedertierenheid Gods leidt tot bekering (Romeinen 2:4), God wil hebben, dat alle mensen tot bekering komen (2 Petrus 3:9).

Dat bekering een verandering van hart is, is duidelijk te zien door het feit, dat die altijd door daden moet worden gevolgd. Na de bekering komt vrucht (Matteus 3:8), de doop (Handelingen 2:38), gebed (Handelingen 8:22), goede werken (Openbaring 2:5). Goddelijk berouw voor zonden zit altijd in nauw verband met bekering (2 Korintiërs 7:8-10). Er kan geen bijbelse doop plaatsvinden, totdat er een echte, berouwvolle inkeer eerst plaatsgevonden heeft.

Stap 4: het geloof in Christus belijden

Timoteus had de goede belijdenis afgelegd (1 Timoteus 6:12-13). Jezus wil hebben, dat wij Hem voor de mensen belijden (Matteus 10:32-33). De kamerling heeft zijn geloof in Christus net voor zijn doop beleden (Handelingen 8:37). Zie ook Romeinen 10:9-10.

Stap 5: zich laten dopen

Op het moment, dat een zondaar, die de eerste 4 stappen al genomen heeft, zich laat dopen wordt hij behouden (Markus 16:16; 1 Petr. 3:20-21), worden zijn zonden vergeven en wordt de Heilige Geest aan hem gegeven (Handelingen 2:38), wordt hij aan de gemeente van Christus toegevoegd (Handelingen 2:41,47), wordt hij met Christus en met zijn dood verenigd (Romeinen 6:3-4: Galaten 3:26-27), wordt hij met Christus begraven en opgewekt (Romeinen 6:4; Kolossenzen 2:12) en komt hij in het lichaam van Christus (1 Korintiërs 12:13). Door de wedergeboorte uit water en Geest komt
hij in het Koninkrijk van Christus (Johannes 3:5). Leden van de gemeente te Rome, Korinthe, Galatië, Efeze en Kolosse waren gedoopt (Romeinen 6:3-4; Handelingen 18:8; Galaten 3:27; Efeziërs 4:5; Kolossenzen 2:12).

Door het nemen van deze stappen werden duizenden leden van de gemeente. Lidmaatschap is niet slechts een kwestie van zich aansluiten bij een groep mensen. Het is een kwestie van door Jezus in zijn gemeente opgenomen te worden. Door de Bijbel heeft Hij ons verteld wanneer dat gebeurt.

WAT IS DE BIJBELSE DOOP?

Aangezien er veel verwarring bestaat omtrent de doop is het misschien nodig, dat wij deze vraag behandelen.

Wie mag gedoopt worden?

Alleen zondaren mogen gedoopt worden en alle zondaren moeten gedoopt worden, indien zij behouden willen worden. Men moet eerst onderwezen worden (Matteus 28:18-20). Daarna zijn de volgende stappen noodzakelijk als persoonlijke voorbereiding op de doop: 1) geloof in Christus - Markus 16:15-16; Handelingen 8:12; Kolossenzen 2:12; 2) bekering – Handelingen 2:38; 3) belijdenis van geloof - Handelingen 8:37. Men moet zelf beslissen en zich laten dopen. Het ontbreken van één van deze stappen maakt de doop ongeldig, krachteloos. Zonder een voorafgaande geloof en bekering is de doop tot vergeving van zonden onmogelijk. De doop alleen is waardeloos.

De Bijbel bevat geen gebod om kinderen te laten dopen. Ook geen voorbeeld van kinderdoop. De kinderdoop geschiedt buiten het gezag van Christus. Enkele foutieve argumenten worden soms naar voren gebracht om de kinderdoop te verdedigen. Laten wij deze argumenten toetsen:

1. Jezus zei: „Laat de kinderen tot mij komen" (Matteus 19:14). Maar die kinderen werden niet gedoopt!

2. Men zegt: ,De doop neemt de plaats van de besnijdenis in. De kinderen werden besneden, daarom moeten de kinderen gedoopt worden’. De Bijbel zegt niet, dat de doop de plaats van de besnijdenis ingenomen heeft. De besnijdenis is een handeling van Christus (Kolossenzen 2:11) en neemt plaats in het hart (Romeinen 2:29). Dit zit in nauw verband zowel met geloof als met de doop (Kolossenzen 2:11-12). De doop in deze tekst is voor gelovigen en dus niet voor kleine kinderen.

3. Wij lezen over huisgezinnen, die gedoopt werden. Is het niet waarschijnlijk, dat er ook kleine kinderen bij waren? Zie, in dit verband, Handelingen 10:48; 16:15,33 en 1 Korintiërs 1:16. Het is zeker niet vanzelfsprekend, dat er kleine kinderen waren, die gedoopt werden. Cornelius vreesde God met geheel zijn huis, de schatbewaarder geloofde God met geheel zijn huis, Stefanus en zijn huis behoorden bij die Korintiërs waarover geschreven staat, dat zij geloofden en zich lieten dopen (Handelingen 18:8). Er staat nergens, dat er kleine kinderen bij waren. Als men niet bewijzen kan, dat er baby's bij waren, mag men dit argument niet als bewijs naar voren brengen.

4. Handelingen 2:39 zegt, dat de belofte ook voor hun kinderen was. Petrus had de mensen net gezegd, dat zij zich moesten bekeren en laten dopen (vers 38). Die doop werd dus met de bekering voorafgegaan. Kinderen, die oud genoeg zijn om zich werkelijk te bekeren zijn oud genoeg om zich te laten dopen. Anders mogen ze niet gedoopt worden. Het woord ,kinderen" wordt hier gebruikt in de zin van nageslacht en zegt niets over kleine kinderen.

5. Moeten kinderen niet gedoopt worden om de erfzonde kwijt te raken "? Om dit argument steekhoudend te maken zou men twee dingen moeten kunnen bewijzen: 1) dat kinderen de schuld van Adam erven; 2) dat de doop de erfschuld wegneemt. Jezus leert, dat kleine kinderen rein en onschuldig zijn, want wij moeten ons bekeren, teneinde hen gelijk te worden (Matteus 18:1-3). De zoon draagt de zonde van de vader niet (Ezechiël 18:20). De straf voor de zonde van Adam is lichamelijke dood, die over de ganse schepping is gekomen (Romeinen 5:12-21). Zelfs de doop bevrijdt ons niet van die straf (Hebreeën 9:27).

God heeft geen reddingsplan voor baby's geopenbaard. Wij moeten aannemen, dat zij niet verloren zijn. Als zij wel verloren waren, dan zouden wij ze niet kunnen redden, want zij kunnen niet geloven en zonder geloof en bekering kan men niet gered worden.

Hoe moet men gedoopt worden?

Het woord, dat door de Heilige Geest in het Grieks gebruikt werd om dit gebod bekend te maken betekent onderdompeling. Er bestonden ook woorden voor begieten en besprenkelen. Het woord “dopen", duidt een bepaalde handeling aan. De apostelen behoefden niet uit te leggen hoe iemand gedoopt moest worden, want het woord ,,dopen" zei het al. Iedereen begreep wat daarmee bedoeld werd. Maar u behoeft geen Grieks te kennen om dit te leren, De Bijbel noemt de doop een begrafenis (Romeinen 6:4; Kolossenzen 2:12). De betekenis van de doop ligt in dit feit opgesloten. De doop is een afbeelding van de dood, begrafenis en opstanding van Christus. De bijbelse doop vond plaats door af te dalen in het water, gedoopt te worden en uit het water op te komen (Matteus 3 en Handelingen 8). De kerkgeschiedenis beschrijft de oorspronkelijke doop als onderdompeling in water.

Conclusie

Wij hebben al gezien, dat de doop tot vergeving van zonde is. De doop moet doelbewust zijn. God zegt: „Laat u dopen tot vergeving van uw zonden". Men moet begrijpen waarom men gedoopt wordt. De doop is niet “een uiterlijk teken van een innerlijke zegen". De doop is één van de stappen, die men moet nemen om die “innerlijke zegen" te ontvangen. Men moet geloof, bekering en doop zien als een geheel. Zij horen bij elkaar. Men kan niet door de één zonder de andere twee voorwaarden behouden worden. Men wordt door zijn geloof behouden wanneer men zich bekeert en laat dopen tot vergeving van zijn zonden.

VRAGEN

1. Kan iemand geloven zonder het woord van God te horen?

2. Kan iemand zich bekeren - in de volle bijbelse zin - zonder eerst in Christus te geloven?

3. Kan men zijn geloof belijden, als hij niet eerst gelooft?

4. Mag men zich laten dopen, tenzij men eerst in Christus gelooft?

5. Zou een bekering zonder geloof iemand kunnen redden?

6. Zou een doop zonder geloof iemand kunnen behouden?

7. Is Jezus voor alle mensen gestorven?

8. Zullen alle mensen behouden worden?

9. Waarom niet? Goed overwegen!

10. Heeft God voorwaarden gesteld waardoor wij redding kunnen ontvangen?

11. Als wij uit geloof deze voorwaarden nakomen zullen wij dan behouden worden?

12. Heeft Paulus niet over de gehoorzaamheid des geloofs geschreven? (Romeinen 1:5; 16:26).

13. Heeft God geboden, dat wij onze kinderen laten dopen?

14. Vinden wij ergens in de Bijbel een voorbeeld van kinderdoop?

15. Kunnen kinderen aan de eisen van de bijbelse doop geloof en bekering plus een eigen beslissing voldoen?

16. Wordt de doop beschreven als een begrafenis?

17. Wat is het doel van de doop?

18. Bent u bijbels gedoopt?

  

Vorige