Gemeente van Christus  Houthalen Oost

 

4.     De inwonende Geest (door Th.N.Schulz)

 

Ruim drie jaar was Jezus met zijn discipelen opgetrokken. Ze hadden lief en leed met elkaar gedeeld en hadden samen vele intieme belevenissen meegemaakt. Nu was de tijd aangebroken, dat ze afscheid van elkaar moesten nemen. Jezus viert met de zijnen het laatste avondmaal. Er heerst een trieste stemming, want Jezus heeft hun verteld, dat Hij tot de Vader zou gaan (Johannes 14:12). Jezus geeft hun echter een troost. Hij zal ze niet als wezen achterlaten (Johannes 14:18). Hij zal iemand aanwijzen die Zijn plaats zal innemen, als Hij van hen zal zijn heengegaan. Wie zal dat zijn? Een van de vooraanstaande discipelen misschien? Petrus of Johannes? Neen, de liefde van Christus reikt veel verder. Niet een mens zal zijn plaats innemen, maar de Heilige Geest, die op een zeer bijzondere wijze één is met Jezus. De Heilige Geest komt namelijk voort uit de Vader en uit Jezus als Diens Zoon. Daarom zegt Christus: "Ik kom tot u" Johannes 14:19.

In de Statenvertaling en ook in de vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap leest men: "De Vader zal u een andere Trooster geven" Johannes 14:16. Dat woord "Trooster" is eigenlijk een te
beperkte weergave van het Griekse "parakletos". Letterlijk betekent dit: "de erbij geroepene". De Heilige Geest is dus de plaatsbekleder van Christus op aarde, de andere Parakleet, de "Erbij-geroepene". Hij is de Geest der waarheid, die de apostelen van Jezus niet alleen zal troosten maar hun ook "alles (zal) leren en te binnen brengen" wat Jezus gezegd heeft (Joh. 14:26; zie 16:12-15).

De Heilige Geest woont in elk christen.

Onder leiding van deze "Erbij-geroepene" gingen de apostelen op de eerste Pinksterdag na de dood van Jezus het evangelie van een gekruisigde en opgestane Christus prediken. Aan degenen, die dit evangeliewoord tot zich namen, werd verteld: "Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op den naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen" Handelingen 2:38. Elke christen ontvangt dus bij zijn doop de inwonende Heilige Geest, de Trooster, "de Erbij-geroepene". Anders gezegd, de Heilige Geest woont in allen, die behouden zijn. Nog anders gesteld: God geeft de Heilige Geest aan hen. die hem gehoorzaam zijn (Handelingen 5:32). Heeft een mens de inwonende Geest niet, dan behoort hij Christus niet toe (Romeinen 8:9-10).

Een christen is Gods tempel.

De Heilige Geest komt dus in ons wonen, wanneer we christen worden. Het lichaam van de christen is een tempel van de Heilige Geest (1 Korintiërs 6:19, vgl. 3:16). Gods Geest is op deze aarde om in ons lichaam, de tempel Gods, te wonen. Het Griekse woord voor tempel betekent "de woonplaats van de Godheid". De christen wordt dus gastheer van een koninklijke en heilige "Gast". Omdat het lichaam van de christen een tempel van de Heilige Geest is, moet het worden rein gehouden (6:19). Het is merkwaardig, dat het Nieuwe Testament voor de letterlijke tempel van God, die in die tijd in Jeruzalem stond, twee woorden gebruikt. Het Griekse woord hieron heeft betrekking op de hele tempel, terwijl het woord naos bijna uitsluitend gebruikt wordt in verband met het heilige der heiligen binnen in de tempel. Daarin heeft God namelijk gedurende het oudtestamentische bestel "gewoond". (Zie Exodus 25:21 vv.: 40:34, 35; en 1 Koningen 8:6-11). Wanneer Paulus nu over de individuele christen als een tempel spreekt. dan gebruikt hij altijd het woord naos, hiermee aangevend dat de christen Gods heilige plaats is - het heilige der heiligen - waarin hij door middel van zijn Geest woont.

De Geest komt onze zwakheid te hulp.

Een christen is iemand die in de hoop op het eeuwige leven moet volharden. Dit wordt vaak als een moeilijke opdracht ondervonden. De Geest helpt een christen in diens verwachtingen te volharden. Paulus zegt: "En evenzo komt de Geest onze zwakheid te hulp: want wij weten niet wat wij bidden zullen naar behoren, maar de Geest zelf pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen. En Hij, die de harten doorzoekt, weet de bedoeling des Geestes, dat Hij namelijk naar de wil van God voor heiligen pleit. Wij weten nu, dat (God) alle dingen doet medewerken ten goede voor hen, die God liefhebben, die volgens zijn voornemen geroepenen zijn" Romeinen 8:26-28. Een christen heeft dus lemand, die voor hem pleit.

Ook beïnvloedt de Geest, die in ons woont, ons leven. Onze gezindheid en manier van leven worden veranderd van vleselijk tot geestelijk: "Want indien gij naar het vlees leeft, zult gij sterven; maar indien gij door den Geest de werkingen des lichaams doodt, zult gij leven. Want allen, die door den Geest Gods geleid worden, zijn zonen God" Romeinen 8:13-14. De Geest helpt ons de "werkingen des
lichaams" te doden. "Het is duidelijk, wat de werken van het vlees zijn: hoererij, onreinheid, losbandigheid, afgoderij, toverij, veten, twist, afgunst, uitbarstingen van toorn, zelfzucht, tweedracht, partijschappen, nijd, dronkenschap, brasserijen en dergelijke…" Galaten 5:19-21. De Geest helpt ons deze zonden te overwinnen en brengt in ons leven vruchten voort. "De vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw. zachtmoedigheid,  zelfbeheersing. Tegen zodanige mensen is de wet niet. Want wie Christus Jezus toebehoren, hebben het vlees met zijn hartstochten en begeerten gekruisigd" Galaten 5:22-24.

De inwonende Geest heeft dus betrekking op onze manier van leven. Hij houdt zich bezig met ons en met de dingen, die er met ons gebeuren. Hij helpt ons in onze strijd tegen de zonde en hij laat ons groeien in Jezus Christus. Hij helpt met andere woorden ons de tempel Gods rein te houden.

Hoe werkt de Heilige Geest in een christen?

Er bestaat een nauw verband tussen de Heilige Geest en Gods Woord, de Bijbel. Paulus beschrijft het Woord van God als "het zwaard des Geestes" (Efeziërs 6:17). Wij zouden de Geest dus als de "auteur" van het Woord kunnen beschouwen, want, zegt Paulus: "God heeft het ons geopenbaard door de Geest" 1 Korintiërs 2:10. Sommige christenen geloven, dat de Heilige Geest slechts in ons werkt door middel van het Woord, dat hij heeft geopenbaard. Wanneer wij dat Woord in ons hart niet hebben opgeborgen, blussen wij de Geest uit. Anderen zien de Geest als Iemand die apart staat van het Woord en die dat Woord voor de christen verklaart en levend maakt. Zoals wij een verschil zien tussen een soldaat en zijn zwaard, moeten wij ook een verschil zien tussen de Geest en zijn zwaard, het Woord. Zo legt men gewoonlijk deze zaak uit.
 
Hoe men het verband tussen Geest en Woord ook ziet, ik wil er beslist aan toevoegen, dat de Heilige Geest zichzelf nooit tegenspreekt. Hij gaat geen volkomen nieuwe dingen zeggen of openbaren. Hij houdt zich aan het Woord Gods, de Heilige Schrift, en daardoor leidt Hij de christen in diens leven. In twee overeenkomstige teksten laat Paulus het nauwe verband zien tussen de Geest en Diens Woord:
1) "Wordt vervuld met den Geest" Efeziërs 5:18;
2) "Het woord van Christus wone rijkelijk in u" Kolossenzen 3:16.
Hieruit kunnen wij opmaken, dat de Geest in ons werkt en woont naarmate wij het Woord van Christus in ons laten wonen. Gods Woord is ons gegeven om geleerd te worden. Dit kost tijd en inspanning, maar het moet niettemin gedaan worden. Dat christenen onderwezen moeten worden is een feit dat door Christus, de apostelen en de gemeenten, waarover wij in het Nieuwe Testament lezen, als een vanzelfsprekend beginsel werd gezien. Men moet na zijn doop onderwezen worden (Matteus 28:19; Handelingen 2:42). De brieven van het Nieuwe Testament werden aan de gemeenteleden geschreven om hen te leren (2 Timotheus 3:16). ledereen, die de leiding van de Geest zoekt, moet elke gelegenheid gebruiken om meer uit het Woord Gods te leren.



Hoe weten wij, dat de Heilige Geest in ons woont?

We zijn ons bewust van de aanwezigheid van de "Erbij-geroepene" in ons, niet vanwege gevoelens die wij niet kunnen beschrijven, maar omdat de Bijbel zegt dat de Geest in ons woont en omdat wij Zijn werking in ons leven meemaken: namelijk de vrucht van de Geest. Deze openbaring van Gods Woord, dat de Geest in ons woont, aanvaardt de christen in geloof (Romeinen 8:16). Paulus zegt dat wij deze belofte van de Geest door geloof ontvangen (Galaten 4:14). Zoals iemand weet dat zijn zonden zijn vergeven – namelijk door een volkomen geloof in Gods Woord en beloften zo ook weet men of men de Geest Gods in zich heeft. Wat is het fijn als wij iemand ontmoeten, die ons daadwerkelijke hulp kan bieden. In diepste wezen zijn wij toch allen hulpbehoevende schepselen. De Heilige Geest is niet slechts een invloed, een werking, iets ongrijpbaars. Neen, Hij is een Persoon, een
Trooster, de "Erbij-geroepene", die ons te hulp komt. Kent u de Heilige Geest als uw persoonlijke Helper?

 

Vorige