Gemeente van Christus Houthalen Oost
3.
Het werk van de Heilige Geest
in de bekering
(door J.E. Krumrei)
Gods Geest is nu net zo betrokken bij het "herscheppingswerk" door
het evangelie als Hij was met het scheppingswerk in Genesis. Nadat
de mens zijn harmonische relatie met God had verbroken in
Nu is de vraag: welk actief deel heeft de Heilige Geest in de
bekering? In eerste instantie leerde Jezus dat na Zijn hemelvaart
Hij de Trooster nl. de Geest der Waarheid zenden zou van de Vader en
Hij zou van Jezus getuigen (Johannes 15:26-27). In het volgende
hoofdstuk van het Johannes evangelie leren wij dat de Trooster de
wereld zou "overtuigen van zonde en van
gerechtigheid en van oordeel". Hij zou dat doen omdat de
overste van deze wereld is geoordeeld. Bovendien, beloofde Jezus dat
de Heilige Geest de apostelen "de weg
(zou) wijzen tot de volle waarheid". Aldus waren de apostelen
van Jezus uitgerust met wonderbaarlijke inspiratie van de Heilige
Geest om de waarheid te verkondigen. In Handelingen twee kunnen wij
lezen hoe Petrus (met de elven) deze leiding van de Geest gebruikte
en tevens ook Paulus (Handelingen 24:24-25). Wij merken hier op dat
God beloofd had zijn Geest uit te storten op alle vlees (Matteus
3:11). Op de Joodse feestdag (Pinksteren) kwam de uitstorting van de
Heilige Geest op aarde in een nieuwe hoedanigheid en als vervulling
van de belofte dat Hij ons niet achter zou laten als wezen (Joël
2:28 v.v.; Johannes 14:18 en Handelingen 2:1-36). Van toen aan zien
wij dat de apostelen, vervuld met de Heilige Geest, uitgingen
(Handelingen 1:8) , het evangelie verkondigde, en door hun handen
geschiedden vele tekenen en wonderen onder het volk (Handelingen
5:12).
Al was en bleef het doen van deze tekenen en wonderen beperkt tot de
apostelen (en een aantal andere leden van de gemeente in de eerste
eeuw, zie 1 Korintiërs 12: 4-31), toch ná deze uitstorting krijgt
iedereen die God gehoorzaam is de inwoning van de Heilige Geest
(Handelingen 5:32). De bekering is niet voltooid zonder de
wedergeboorte en die handeling houdt het ontvangen van de Geest in.
1 Korintiërs 12:13 vult Johannes 3:3-5 aan en laat ons zien dat
wanneer wij ons laten
Als wij de werking van de Heilige Geest nagaan in de gevallen van
bekering, ontdekken wij dat Hij omstandigheden heeft begeleid om
verlorenen in contact te brengen met een evangelist. Het is
De Bijbel is feitelijk een geschenk van God aan de mens,
voortgebracht door de Heilige Geest. Hij is Gods geopenbaarde wil
aan de mens, en slechts daarin kunnen wij er achter komen wat wij
moeten doen om tot bekering te komen. De Heilige Geest maakt Gods
Woord levend en krachtig in ons, mits wij geloven (Hebreeën 4:12).
Daarom zei Jezus dat het zaad van het Koninkrijk het woord van God
is (Lukas 8:11). Dit geschiedt evenals bij een tarwe zaadje dat een
levend kiempje in zich moet hebben om nieuw leven voort te kunnen
brengen. Bekering betekent een verandering van onze houding t.a.v.
een zondig leven om eigendom van God te worden. Jezus leert dat wij
ons moeten bekeren en het
Koninkrijk als een kind aanvaarden, "want
voor zodanigen is het Koninkrijk der hemelen" (Markus
10:13-16). Hij zei tot Nicodemus: "tenzij
iemand geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk Gods
niet binnengaan" Johannes 3:5. Voorafgaand aan de bekering
moet er een persoonlijk geloof zijn en dat kan slechts komen "door
het horen van het woord van Christus" (Romeinen 10:17). Op
dit punt echter is het belangrijk te vermelden dat een verstandig
geloven, noch volledige kennis, voldoende is om God welgevallig te
zijn. Het hart speelt bij de bekering een noodzakelijke rol, zoals
Paulus zegt "want met het hart gelooft
men tot gerechtigheid" (Romeinen 10:8-10). Bijbelse bekering
houdt dan ook in God liefhebben boven allen en alles en ook het
vertrouwen stellen in Jezus als de Verlosser. Nicodemus is een
treffend voorbeeld hiervan. Hij wist
In een opsomming van deze materie zien wij dat God ons op een
wonderbaarlijke wijze voorzien heeft van de Bijbel. Gods woord is
levend, want Gods Geest werkt daardoor om een ieder die gelooft tot
bekering te brengen. Daar er bij God geen aanziens des persoons is,
kan iedereen (OOK U) door het geschreven Woord (Johannes 6:63;
12:48) Gods wil leren om zich te bekeren. De weg naar God toe vraagt
ons onze liefde tot Hem te tonen, omdat Hij zulk een grote liefde
daad bewees door het vervangende offer van zijn zondeloze Zoon om
ons zondige mensen met Hem te verzoenen. Dit gebeurt door geloof in
Jezus als Gods eniggeboren Zoon en dit te belijden dat wij ons
bekeerd hebben en ons te laten dopen (onderdompelen) in de naam van
Jezus Christus tot vergeving van onze zonden. Na de weg tot Christus
gevonden te hebben en bekeerd te zijn, voegt de Heer ons toe aan
zijn gemeente en zijn wij "bekeerden van Christus" in de ware zin
van het Woord.
Kom tot uw Heiland, toef langer niet,
kom nu tot Hem, die redding u biedt;
die ook voor u de hemel verliet,
hoor naar Zijn roepstem: Kom!