Gemeente van Christus
Laakdal
Licht staat lijnrecht tegenover duisternis. De meeste mensen zullen eerder voor het
licht kiezen dan voor het duister. De meest voor de hand liggende
reden is, dat we in het donker niet kunnen zien wat er om ons heen
gebeurd. Daarom zijn er ook veel mensen bang in het donker.
Ook kunnen mensen depressief worden wanneer zij het te lang zonder
voldoende licht moeten stellen. Veel mensen lijden aan
winterdepressies, en vooral in de Noordelijke landen waar de
winterdagen erg kort zijn en het soms dagenlang donker is. Het
blijkt dus wel dat het menselijk lichaam niet zonder voldoende licht
kan leven.
Het beste wat ons in het donker kan overkomen is: licht.
De sterren en de maan aan de nachtelijke hemel.
De lichtschakelaar in de kamer waarmee we de lamp kunnen aandoen als
het donker is.
En vraag een blinde mens eens wat zijn grootste wens zou zijn?
In de tijd dat God de hemel en de aarde schiep
was er alleen duisternis op de aarde. Toen schiep God het licht om
scheiding te maken tussen het licht en de duisternis. Het licht
noemde God dag en de duisternis nacht. Genesis: 1-5. God maakte
beide, licht en duisternis. Zo heeft Hij het beschikt, beide waren
nodig. De dag om te werken, de nacht om te rusten. Proberen we het
om te keren, dan merken we gelijk dat het minder goed werkt. Mensen
die met nachtdiensten werken weten dat maar al te goed.
In psalm 36:10 lezen we: In Uw licht zien wij
het licht. We begrijpen meteen dat hier over een ander soort licht
gesproken wordt. Een licht dat we zonder God niet kunnen zien, en
wat niet met de ogen waarneembaar is,
maar met het hart en het verstand, én in
geloof.
In Jesaja 2:5 zegt de profeet: Huis van Jakob,
komt, laten wij wandelen in het licht des Heren. Over welk licht
spreekt de profeet hier?
Als we even terug gaan in de tijd naar Exodus
13:21-22 dan lezen we dat bij de uittocht van de Israëlieten uit
Egypte, God zich bij zijn volk voegde, overdag zichtbaar in de
wolkkolom en ‘s nachts als teken in de vuurkolom. Licht als teken
van hoop voor de toekomst, weg uit de onderdrukking van Egypte, op
weg naar het land van belofte, vol vertrouwen op God.
In Jesaja 42:6-7 spreekt God door de profeet,
dat Hij iemand geroepen heeft om een licht voor de natiën te worden.
In Jesaja 49:6 wordt het nog eens herhaald. Als we Jesaja 42:8-17
lezen, dan spreekt God vurig tot de mens dat Hij de enige ware
Verlosser voor de verloren mensheid is. Hij zal licht brengen in de
duisternis, het ware licht! We moeten het nergens anders zoeken of
van verwachten want we zullen beschaamd staan zoals vers 17 leert.
Velen uit het volk van Israël hebben op dat
beloofde licht gewacht. Simeon, een vrome man die op Gods belofte
wachtte, beleed dit in Lukas 2:29-32.
De apostel Johannes begint zijn evangelie met te vertellen
dat Jezus het licht is, dat God ons heeft gestuurd, licht dat ons
tot zijn kinderen kan maken.
Het evangelie dat schijnt in de wereld om de
mensen te verlossen van de eeuwige vervloeking, de ondergang en de
dood, volgens het woord dat God gesproken heeft.
In Johannes 12:44-50 getuigt Jezus zelf, dat
Hij als een licht in de wereld is gekomen, om de mensheid te
verlossen. Hij is het licht waarvan de profeten hebben gesproken. In
1 Johannes1:5-7 leert Johannes ons dat God licht is, er is in Hem
niets zondigs of onreins. Hij
alleen is zuiver en heilig in alle opzichten.
Als wij dus dat licht willen zien waarover we
lezen in psalm 36:10 dan kunnen we dat alleen maar zien als we
geloven in het woord van de bijbel, waarin God tot de gehele
mensheid spreekt. Want alleen daarin wordt het eeuwig licht
geopenbaard. Daar bij God zal er nooit meer duisternis zijn, geen
dag en geen nacht, hoe onvoorstelbaar dat nu ook nog mag klinken.
God zelf zal dan ons eeuwig licht zijn, zoals Hij dat nu reeds wil
zijn voor allen die Hem geloven. Jesaja 60:19-20.
Als we in dat licht leven dan kunnen we zeggen
met:
De psalmist uit psalm 119:105 : Uw woord is een lamp voor mijn voet
en een licht op mijn pad.
Spreuken 6:23 : Het gebod is een lamp en de onderwijzing een licht.
Micha 7:8 : Al zit ik in het duister, de Here zal mij tot licht
zijn.
Psalm 139:11-12 : Dan is de nacht een licht om mij heen.
Als wij het ware licht waarvan de bijbel
spreekt, hebben leren kennen, het licht dat ons geheel verlicht, dan
moeten wij zelf ook in dat licht blijven leven om het uit te laten
stralen in een duistere wereld zodat andere mensen het ware licht
ook mogen leren kennen.
Auteur: K. Thomassen.