Gemeente van Christus
Laakdal
In 
			de wereld kunnen we allerlei kennis en wijsheid opdoen. Cursussen te 
			over, je kunt het zo gek niet bedenken of er bestaat wel een 
			lessenpakket van. Ook internet heeft nog weinig te verbergen voor 
			ons. En via de media worden we overspoeld met de allernieuwste 
			informatie. Op zich niets mis mee, maar het wordt er alleen niet 
			gemakkelijker door.  En 
			wat is waar en wat niet? 
			
			Je kunt niet ontkennen dat er door de toegenomen kennis van de 
			laatste eeuw, heel veel goeds voor de mensheid is voortgekomen. 
			Kennis kan dus tot goede daden leiden maar het kan ook het 
			tegengestelde bewerken. Daar zijn genoeg voorbeelden van te vinden 
			in de geschiedenis. Zo heeft het bv Alfred Nobel betreurd, dat zijn 
			uitvinding van het dynamiet, dat bedoeld was om tunnelgraafwerken te 
			vergemakkelijken, ook voor gewelddadige doeleinden is gebruikt. En 
			ook in onze tijd wordt er door de wetenschappers veel misbruik 
			gemaakt van de toegenomen kennis, we moeten niet veel verder gaan 
			zoeken dan de medische sector waar dit nogal eens gebeurd.
			
			De mensen worden hoogmoedig en opgeblazen door de kennis en denken 
			boven alles te kunnen staan. Ook is men gesteld op roem en 
			eretitels, wat ertoe kan leiden dat men de zelf verworven kennis als 
			waarheid gaat beschouwen en verkondigen. En wij willen ze maar al te 
			graag geloven, want het is toch immers die beroemde en geprezen 
			professor die daar spreekt! Wat heeft Darwin met zijn 
			evolutietheorie niet teweeg gebracht? Kennis die zich heeft opgezet 
			tegen God! Waar leidt deze kennis en “waarheid” naar toe?
			Laten we eens bekijken wat de bijbel ons 
			over kennis en waarheid wil leren.
			
			In spreuken 1:7 ; 9:10 , psalm 11:10 lezen we:
			De vreze des Heren is het begin der wijsheid. 
			Vreze wil zeggen: angst, bang zijn, maar ook ontzag, 
			Godsvrucht.
			
			Angst hebben is natuurlijk niet fijn, maar toch heeft het ook een 
			positieve kant, want als we geen angst zouden kennen, dan zouden we 
			ons al dikwijls aan iets heel warm hebben verbrand of we zouden zijn 
			gebeten door wilde dieren enz. Dus als je weet dat God de macht 
			heeft over het leven en de dood, zou je dan niet een zekere angst 
			hebben die kan omslaan in eerbied en ontzag voor Hem?
			Jezus zei in Matteüs 10:28 om niet bevreesd te zijn voor hen die wel 
			het lichaam kunnen doden, maar om Hem te vrezen die macht heeft over 
			lichaam en ziel.
			
			Als we dus de ware wijsheid willen leren kennen, dan moeten we ons 
			eerst eerbiedig tot God wenden en geloven dat Hij boven alles en 
			iedereen staat, en de waarheid en het leven is. God wil ook dat we 
			Hem als onze Schepper eerbiedigen en ontzag voor Hem hebben (Maleachi 
			1:6 Deuteronomium 6:5 Matteüs 22:37 
			Hebreeën 12:28).  Als 
			we God beter leren kennen, zullen we zien dat Hij alleen het ook 
			waard is.
			Wat brengt ons de vreze Gods? 
			Spreuken 15:33; 16:6; 19:23; Lucas 1:76-77. 
			
			In Spreuken 8 lezen we de prediking der Wijsheid, de wijsheid die 
			God zelf is. Het is de wijsheid, de waarheid die ons bij God brengt 
			en bij het eeuwig leven (Spreuken 1:33; 2:1-22; 3:1-8; 3:13-18; 
			13:14; 8:35). De waarde van de wijsheid gaat boven goud en ander 
			materialen (Spreuken 8:10-11; Lucas 9:25). We mogen er zeker van 
			zijn als we naar God gaan, dat we de kennis en wijsheid zullen 
			vinden  (Spreuken 8:17; 18:15; 
			19:20; Jacobus 1:5). 
			
			Voorbeelden om na te volgen: Handelingen 9:31; Romeinen 7:1; Filippenzen 2:12; Kolossenzen 3:22; 1 
			Petrus 1:17-19.
			
			Want dit zijn de gevolgen wanneer we naar eigen inzicht en wijsheid 
			leven: Spreuken 1:27-32; 14:12; Jesaja 29:13-16; Hosea 4:6, 6:6; 
			Prediker 2:26 ( lees het hele hoofdstuk ). 
			
			In Jacobus 3:13-18 lezen wat hemelse wijsheid is. Dit is een 
			wijsheid waar een rein en heilig leven uit voort komt. Laten wij dus 
			met die hemelse wijsheid ons leven leven, want op een dag zullen we 
			verantwoording moeten afleggen, wat we gedaan hebben met die 
			waarheid die ons door God gegeven is (Matteüs 25:14-30).
			
			Daarna zag ik, en zie, een grote schare die niemand tellen kon, uit 
			alle volk en stammen en natiën en talen stonden voor de troon en 
			voor het lam, bekleed met witte gewaden en met palmtakken in hun 
			handen. En zij riepen met luider stem en zeiden: De zaligheid is van 
			onze God , die op de troon gezeten is, en van het lam! En al de 
			engelen stonden rondom de troon en aanbaden God, zeggende: Amen, de 
			lof en de heerlijkheid, en de wijsheid en de dankzegging, en de eer 
			en de macht en de sterkte zij onze God tot in alle eeuwigheden! 
			Amen. Openbaring 7:9-12 .
			
			Auteur: K. Thomassen.