Gemeente van Christus
			Telkens wanneer de bijbel 
			spreekt over toverij is het in een negatieve zin. Het wordt sterk 
			veroordeeld en verboden door God. Toch zijn er veel mensen die zich 
			laten misleiden door dit werktuig van satan. Velen raadplegen de 
			sterren, mediums, astrologen, waarzeggers, enz. Toveren is door een 
			geheime kracht iets bovennatuurlijks tot stand brengen. Heksen zijn 
			zij die zich bezig houden met toverij. Denk eens aan de vele 
			toekomstvoorspellers in de kranten, dagbladen en op tv, denk aan de 
			paranormale beurzen, denk aan de horoscopen en de medicijndokters, 
			denk aan de vele series en filmen op tv zoals Harry Potter, charmed, 
			Sabrina de tienerheks, … en de vele tekenfilms waar magie als 
			normaal en aanvaardbaar wordt voorgesteld, denk aan de kinderen die 
			in deze voorstellingen worden geleerd geesten te raadplegen door 
			ouija-borden en allerhande spirituele rituelen.
			
			
			Gods richtlijnen over 
			toverij
			
			
			
			
			
			“Wanneer 
			gij gekomen zijt in het land dat de Here, uw God, u geven zal, dan 
			zult gij niet leren doen naar de gruwelen van die volken. Onder u 
			zal er niemand worden aangetroffen, die zijn zoon of zijn dochter 
			door het vuur doet gaan, die waarzeggerij pleegt, geen wichelaar, 
			uitlegger van voortekenen, of tovenaar, geen bezweerder, niemand, 
			die de geest van een dode of een waarzeggende geest ondervraagt of 
			die de doden raadpleegt. Want ieder die deze dingen doet, is de Here 
			een gruwel, en ter wille van deze gruwelen drijft de Here, uw God, 
			hen voor u weg” 
			Deuteronomium 18:9-12. God gebood Israel om zich volkomen rein te 
			houden van de praktijken van de goddeloze volken, want het was juist 
			om die praktijken waarvoor God deze volken veroordeelde. Het was een 
			gruwel in Gods ogen. 
			
			Hekserij werd gebruikt om Gods Wil tegen te staan (vgl Exodus 
			7:8-13), opdat men zich niet aan God zou onderwerpen en om mensen te 
			misleiden om de boze te gaan dienen (vgl Jeremia 27:9-10). 
			Daarom dat God Israel gebood: “een tovenares zult gij niet in leven laten” Exodus 22:18. 
			Toverij werd beoefend door hen die God tegenstaan en de vrede Gods 
			kan niet zijn waar toverijen voortduren (2 Koningen 9:22). Manasse, 
			de koning van Jeruzalem deed wat kwaad is in de ogen van God (2 
			Kronieken 33:1-2), “ja, 
			hij deed zijn zonen door het vuur gaan in het dal Ben-hinnom en liet 
			zich in met toekomstvoorspellingen, waarzeggerij en toverij, en 
			stelde bezweerders van doden en van geesten aan. Hij deed veel, dat 
			kwaad is in de ogen des Heren en krenkte Hem daardoor” 2 Kronieken 33:6. 
			Door dit grote kwaad week Gods 
			zegen van het volk en werden ze veroverd, maar omdat hij zich 
			voor God verootmoedigde, liet God Zich door hem verbidden en 
			herstelde zijn koningschap (2 Kronieken 33:10-13).
			
			Waarzeggers, dromenuitleggers, toekomstvoorspellers en tovenaars 
			profeteren leugens (Jeremia 27:9-10), ze waren niet in staat Israel 
			te redden (Jesaja 47:11-15). De geleerden en wijzen van farao waren 
			niet in staat de droom uit te leggen (Genesis 41:1-16), terecht zei 
			Jozef over deze dromen “zijn 
			de uitleggingen niet Gods zaak?” Genesis 40:8. God 
			heeft doorheen de tijd tot de mensen gesproken in dromen, waarvan 
			Hij zelf ook in de uitleg voorziet en niet de mens, zoals Jozef 
			bevestigt dat niet hij maar “God 
			Farao’s welzijn zal verkondigen” Genesis 41:16. Deze dromen hadden tot nut om 
			bekend te maken wat God zou gaan doen (Genesis 41:28; vgl Daniël 
			2:1-23).
			
			Maar Israel was niet tevreden met enkel datgene wat God openbaarde 
			en spotte ermee dat sommige gezichten niet werden vervuld, en daarom 
			raadpleegden ze buiten God om mediums (Jesaja 8:19). Maar Gods 
			antwoord daarop was duidelijk “Ik 
			zal tot u ten gerichte naderen; Ik zal een snelle aanklager zijn 
			tegen de tovenaars, tegen …, maar Mij niet vrezen, zegt de Here der 
			heerscharen” 
			
			Maleachi 3:5. Denk aan Saul in 1 Samuel 28, de Here was van 
			Saul geweken en was zijn vijand geworden omdat Saul Hem niet had 
			gehoorzaamd (28:16). “En Saul vroeg de Here, maar de Here antwoordde hem niet, noch 
			door dromen noch door de Urim noch door de profeten” 1 Samuel 28:6. Saul zondigde 
			omdat hij gedreven door angst (28:5) op zoek ging naar een vrouw die 
			de geesten  van de doden 
			kon bezweren (28:7) om toch maar een Woord van de Here te krijgen.
			
			
			Wanneer echter de Messias met Zijn vrederijk zou komen (Micha 5:1-2;Matteus 
			2:6), zou Gods volk geen verlangen meer hebben naar toverijen en 
			waarzeggers (Micha 5:11), want in dit nieuwe geestelijke rijk (vgl 
			Johannes 18:36; Filippenzen 3:20) zou God alle toverijen uitroeien 
			en de burgers van dat rijk zouden geen waarzeggers meer hebben. God 
			zelf zou elk gezicht gegeven aan Israel in het oude verbond in 
			vervulling doen gaan (vgl Ezechiël 12:21-28; 13:23).
			
			
			Hoe moeten we onder het 
			nieuwe verbond omgaan met toverij?
			
			Paulus spreekt over “de openbaring van het geheimenis, eeuwenlang verzwegen, maar 
			thans geopenbaard en door profetische schriften volgens bevel van de 
			eeuwige God tot bewerking van gehoorzaamheid des geloofs 
			bekendgemaakt onder alle volken” Romeinen 
			16:25-26. God heeft Zijn evangelie bekendgemaakt en in de Heilige 
			Schriften vastgelegd om de gehoorzaamheid van het geloof te 
			bewerken. In dat evangelie vinden we terug, zoals voorspeld door de 
			profeet Micha en Ezechiël dat beoefenaars van toverij het Koninkrijk 
			Gods niet zullen beërven (Galaten 5:19-21), zij kunnen geen burger 
			van het rijk in de hemelen worden zoals de eerste christenen dat 
			waren (Filippenzen 3:20). 
			
			Tovenaars misleiden zeer velen tot afgoderij en ongeloof en staan 
			Gods werk tegen zoals Elymas de tovenaar, die zich verzette tegen 
			hen die het Woord Gods brachten, want hij “trachtte 
			de landvoogd van het geloof afkerig te maken” Handelingen 13:8. Paulus zei 
			hem “Zoon 
			des duivels, vol van allerlei list en streken, vijand van alle 
			gerechtigheid, zult gij niet ophouden de rechte wegen des Heren te 
			verdraaien?” Handelingen 
			13:10. Tovenaars en hen die zich daarmee inlaten zijn zonen van de 
			duivel en zijn vijanden van Gods gerechtigheid, hun handel is erop 
			gericht om de rechte weg van de Here te verdraaien. Toverij is niet 
			zomaar een verzinsel van mensen, het is een realiteit dat de boze 
			werkzaam is op deze wereld (vgl Efeziërs 6:11-12). Het einde van 
			tovenaars, waarzeggers, astrologen, verklaarders van dromen en hen 
			de zich daarmee inlaten is “de 
			poel, die brandt van vuur en zwavel: dit is de tweede dood” Openbaring 21:8. 
			
			
			Wat als ik een tovenaar ben 
			of mij heb ingelaten met toverij?
			
			
			
			
			
			Simon uit Samaria hield zich bezig met toverij (Handelingen 8:9), en 
			de mensen “hielden 
			zich aan hem, omdat hij reeds lange tijd hen door toverijen 
			verbijsterd had” Handelingen 8:11. 
			Hier was een man die toverij beoefende, maar de Samaritanen en ook 
			Simon de tovenaar “schonken 
			geloof aan Filippus, die het evangelie van het Koninkrijk Gods en 
			van de naam van Jezus Christus predikte, en zij lieten zich dopen, 
			zowel mannen als vrouwen”. De boodschap van 
			het evangelie is dat “in Jezus naam bekering tot vergeving der zonden aan alle volken 
			moest gepredikt worden” Lukas 24:47 (vgl Handelingen 2:38). Er is hoop 
			voor hen die gewillig zijn zich te bekeren van hun zonden. Wel, toen 
			Simon het evangelie hoorde, bekeerde hij zich en liet hij zich dopen 
			(Handelingen 8:13) om de vergeving van al zijn zonden, waaronder 
			zijn toverijen, te ontvangen. Dus wanneer iemand zich als verloren 
			zondaar van deze dingen bekeert en  zich 
			laat dopen,  dan is vergeving 
			mogelijk.