Gemeente van Christus
			Onlangs achtte Marc Verhoeven, naar eigen zeggen een poortwachter 
			van het geloof, het nodig om een artikel te schrijven tegen de leer 
			van de gemeente van Christus. Wij vinden het spijtig dat hij niet 
			eerst de dialoog is aangegaan om ons te proberen te overtuigen van 
			ons ongelijk. Verschillende personen hebben hem aangeschreven over 
			sommige onjuiste stellingen in zijn artikel, maar daar heeft hij tot 
			dusver nog niet op gereageerd. We hopen dat hij alsnog de dialoog 
			aangaat. Ook op de volgende email van mij van 16/09/2008 heeft hij 
			(nog ) niet gereageerd:
			
			
			Hallo Marc, 
			ik heb respect voor je gedachten. Maar je hebt 
			niet geantwoord op mijn vraag om een publiek debat aan te gaan over 
			de dingen waarin jij meent dat wij dwalen. Ik wil je de kans geven 
			om allen die naar het debat willen komen, te overtuigen van je 
			gelijk en te overtuigen van ons ongelijk. Ik zal mijn best doen om 
			zoveel mogelijk leden van de gemeente van Christus uit te nodigen 
			zodat je hen allemaal kan overtuigen van hun dwaling.
			Het gaat er mij niet om als jij 
			wel of niet een artikel op je site hebt staan, het gaat er mij om 
			als je je woorden durft verdedigen (Filippenzen 1:6) ten voordele 
			van de waarheid van het evangelie. Zoals ik al zei, de waarheid is 
			niet bang van onderzoek. En ik laat je zien dat wij helemaal niet 
			willen vasthouden aan leringen die verkeerd zijn. Ik geef je mijn 
			belofte om te veranderen als je ons kan overtuigen van ons ongelijk. 
			Dit is toch een gedroomde kans voor een poortwachter. Zoals ook in 
			Ezechiel staat geschreven "Als Ik tot de 
			goddeloze zeg: Gij zult zeker sterven! en gij waarschuwt hem niet en 
			spreekt niet om de goddeloze voor zijn goddeloze weg te waarschuwen 
			ten einde hem in het leven te behouden, dan zal die goddeloze in 
			zijn eigen ongerechtigheid sterven, maar van zijn bloed zal Ik u 
			rekenschap vragen" Ezechiël 3:18. Ik hoop dat je opzet is om 
			de mensen van de gvC te behouden van hun dwaling en niet slechts om 
			veel stof te doen opwaaien. Zoals ook in spreuken staat geschreven "beslecht 
			uw rechtsgeding met uw naaste" Spreuken 25:9. Onze gedachten 
			zijn zoals die van Paulus "daar wij dan 
			weten, hoezeer de Here te vrezen is, trachten wij de mensen te 
			overtuigen; voor God echter is ons bedoelen openbaar" 2 
			Korintiërs 5:11.
			Laten we 
			de punten van Marc bekijken die hij aanhaalt (vetgedrukt) adhv wat 
			wij geloven
			
			Ontkenning van de erfzonde!.
Wij 
			geloven idd niet in de erfzonde. De bijbel leert dat:
			- de geestelijke gevolgen van zonden niet worden doorgegeven van 
			vader op zoon, maar alleen zullen rusten op de zondaar zelf
			 (Ezechiël 18:1-4, 19-20; 
			Jeremia 32:29-30; Exodus 32:30-33).
			- zonde is iets wat een mens doet en niet wat men erft, God heeft de 
			mens immers recht gemaakt (1 Johannes 3:4; Prediker 7:2).
			- niet de zonden van Adam scheiden een mens van God, maar zijn 
			persoonlijke zonden (Jesaja 59:1-2; Efeziërs 2:1).
			- een mens zal geoordeeld worden naar zijn eigen daden (Romeinen 
			2:6; 1 Petrus 1:17; 2 Korintiërs 5:10).
			- Paulus zegt dat hij pas geestelijk begon te sterven toen hij 
			zondigde (Romeinen 7:9-11; vgl Ezechiël 28:15).
			- kleine kinderen kennen geen onderscheid tussen goed en kwaad en 
			zijn dus onschuldig (Deuteronomium 1:34-39; Romeinen 9:11; Jeremia
			19:2-6).
			Zij alleen zijn de énige 
			ware Kerk
			Wij noemen 
			ons niet gemeente van Christus in de exclusieve zin, wel in de 
			bepalende zin. Wij zeggen niet dat wij de weg zijn, wel dat Christus 
			de Weg is. (Efeziërs 1:22-23: Matteus 16:18: Efeziërs 5:23: Romeinen 
			12:4-5). Jezus noemt diegene zijn vrienden die Zijn woorden horen en 
			doen. (Johannes 15:14).  
			Anderzijds zegt Jezus ook “Niet een 
			ieder, die tot Mij zegt: Here, Here, zal het Koninkrijk der hemelen 
			binnengaan, maar wie doet de wil mijns Vaders, die in de hemelen is” 
			Matteus 7:21. Ik kan alleen maar hen christen noemen die Gods Wil 
			horen en doen, dwz zij die het onvervalste evangelie gehoorzamen 
			(Galaten 1:6-10). Zij die een ander evangelie navolgen zijn volgens 
			Paulus vervloekt . Allen die het evangelie geloven en gehoorzamen,
			 worden door God zelf tot Zijn 
			gemeente toegevoegd. (Handelingen 2:47). Dus indien er mensen zijn 
			die doen wat God vraagt om te doen dan zijn zij mijn broeders en 
			zusters.
			Redding veeleer door 
			werken dan door genade 
Dit 
			is een valse stelling. Dit wordt helemaal niet geloofd in de 
			gemeente van Christus. Wij geloven dat er niets is dat een mens kan 
			doen waardoor hij tot God kan zeggen ‘God, kijk eens hoe goed ik 
			ben, nu heb ik het verdiend om de hemel binnen te mogen’ (Titus 
			3:5). Wij geloven wel dat goede werken het gevolg zijn van iemand 
			die deelgenoot is geworden van de genade van Christus. Want:
			- “De genade van God is verschenen … om 
			voor Zich te reinigen een eigen volk volijverig in goede werken”. 
			Titus 2:11-14.
			- “Door genade zijt gij behouden … Want 
			zijn maaksel zijn wij, in Christus Jezus geschapen om goede werken 
			te doen, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden 
			wandelen” Efeziërs 2:8-10.
			- Een geloof zonder werken is een dood geloof (Jakobus 2:17; 2:26).
			- Geloof zonder werken werkt niets uit (Jakobus 2:20).
			- Een mens wordt niet alleen uit geloof gerechtvaardigd (Jakobus 
			2:24).
			
			Ook geloven wij dat God enkele voorwaarden heeft vooropgesteld om 
			gered te worden. Een mens moet het evangelie horen, geloven, zich 
			bekeren met berouw, belijden en zich laten dopen tot vergeving van 
			zonden. Dan pas is iemand gered door genade en dus wedergeboren.
			Doop der wedergeboorte (baptismal 
			regeneration): redding door waterdoop, niet louter geloof.
Wij 
			geloven dat geloof alleen geen mens kan behouden (Jakobus 2:19), 
			maar wel een gehoorzaam geloof in de 
			waarheid 
			(Hebreeën 5:19).
			- Jezus zei “Bekeert u en gelooft het 
			evangelie” Markus 1:15
			
			- Jezus verkondigde een evangelie van geloof en doop om gered te 
			worden (Markus 16:15-16).
			- Wanneer we ons laten dopen bekleden we ons met Christus door het 
			geloof (Galaten 3:26-27).
			- Wanneer we ons laten dopen worden onze zonden vergeven, niet 
			ervoor (Handelingen 22:16; 2:38).
			- We worden begraven in de doop en opgewekt door het geloof aan de 
			werking van God tot een nieuw leven (Kolossenzen 2:12-14; Romeinen 
			6:3-9).
			- We worden gered door de doop/het bad der wedergeboorte (1 Petrus 
			3:21; Titus 3:5).
			
			Enkel hún waterdoop, door hún 
			discipel uitgevoerd is geldig 
			Hoewel het logisch is dat zij die het woord tot behoudenis prediken, 
			ook zelf dopen en geen wildvreemde gaan vragen om de doop te doen, 
			geloven wij niet dat een ‘gelovige’ persé de doop moet uitvoeren. 
			Want het is het persoonlijk geloof in Gods Reddingsplan en 
			gehoorzaamheid daaraan dat een ziel kan behouden.
			Gelovigen kunnen hun 
			redding verliezen
			Oordeel zelf wat de Schrift leert. We lezen in de bijbel dat:
			- Gods Geest duidelijk maakt dat sommigen zullen afvallen van het 
			geloof (1 Timoteus 4:1).
			- we worden gewaarschuwd met de woorden “ziet 
			toe, broeders, dat bij niemand uwer een boos, ongelovig hart zij,
			
			door af te 
			vallen van de levende God” 
			Hebreeën 3:12.
			- er geen offer meer voor de zonden is voor hen die opzettelijk 
			zondigen nadat ze tot erkentenis van de waarheid zijn gekomen 
			(Hebreeën 10:26-27; 2 Petrus 2:20-22).
			- het geloof van sommigen schipbreuk had geleden (1 Timoteus 
			1:19-20).
			- iemand onder de christenen van de waarheid kan afdwalen (Jakobus 
			5:19-20; 1 Timoteus 6:5).
			- sommigen in tijden van beproeving afvallig worden (Lukas 8:13).
			Dat je in dit leven niet 
			kunt weten of je echt gered bent 
Een 
			gelovige die in onderwerping aan de wil van Christus leeft is altijd 
			zeker van zijn redding:
			- wie in Christus blijft is behouden, wie niet in de leer blijft 
			heeft noch de Zoon, noch de Vader (Johannes 15:5-6; 2 Johannes 9).
			- “Zie toe op uzelf en op de leer, 
			volhard in deze dingen; want door dit te doen zult gij zowel uzelf 
			als hen, die u horen, behouden.” 1 Timoteus 4:16.
			- een mens moet zijn behoudenis door gehoorzaamheid bewerken met 
			vreze en beven (Filippenzen 2:12)
			- “want wij hebben deel gekregen aan 
			Christus, mits wij het begin van onze verzekerdheid tot het einde 
			onverwrikt vasthouden” Hebreeën 3:14.
			Instrumentale muziek is 
			een zonde
			Waar vinden wij het gezag van Christus om instrumenten te gebruiken? 
			Jezus zegt dat aanbidding die wordt gedaan naar de traditie van 
			mensen waardeloze aanbidding is "Tevergeefs 
			eren zij Mij, omdat zij leringen leren, die geboden van mensen zijn" 
			Matteus 15:9. Dus wanneer wij God gaan aanbidden met 
			muziekinstrumenten, daar waar het Nieuwe Testament enkel spreekt 
			over acappella gezang, dan is dat een menselijke toevoeging. Jezus 
			leert ons in het Nieuwe Testament om te lofzingen met onze geest en 
			met ons verstand, geestelijke liederen behoren acappella te worden 
			gezongen en de muziek behoort in het hart te worden gemaakt.(1 
			Korintiërs 14:15; Kolossenzen 3:16; Efeziërs 5:19). Zij die God 
			liefhebben zullen hiermee rekening houden (Johannes 14:15), zij die 
			denken God te kunnen aanbidden naar hun eigen hartstochten zullen 
			eenzelfde oordeel ondergaan als Nadab en Abihu, die ook dachten 
			anders te mogen doen dan hetgeen God geboden had (Leviticus 10:1-2).