Gemeente van Christus
"Maar 
			wij bevelen u, broeders, in de naam van de Here Jezus Christus, dat 
			gij u onttrekt aan elke broeder, die zich ongeregeld gedraagt, in 
			strijd met de overlevering, die gij van ons ontvangen hebt. Gij weet 
			immers zelf, hoe ons voorbeeld behoort gevolgd te worden, daar wij 
			bij u niet van de regel afgeweken zijn" 
			2 Tessalonissenzen 3:6-7.
			
			We zien in onze tijd maar weinig gemeenten die gehoor geven aan deze 
			woorden, en het zijn vaak die christenen die het hardst roepen 
			hoezeer de liefde Gods in hen woont, die het minst gehoor geven aan 
			deze woorden. Het is ook daarom dat het evangelie in veel gemeenten 
			een ondergeschikte rol heeft aan de wil van de mensen en het is 
			verwaterd tot een zwak en armelijk evangelie, dat geen evangelie is. 
			Onttrekken betekent om zich te onthouden van omgang met iemand. 
			Paulus zegt dat christenen zich behoren te onthouden van een ieder "die 
			zich ongeregeld gedraagt, in strijd met de overlevering, die gij van 
			ons ontvangen hebt". 
			Dit betekent dat men zich moet verwijderen van een ieder die zich 
			ordeloos gedraagt, die zich afwijkend gedraagt van de voorgeschreven 
			regels van het nieuwe testament. 
			
			
			Waarom 
			onttrekken?
			
			God onze Vader heeft deze regel gegeven om dezelfde reden waarom 
			ouders hun kinderen straffen, namelijk met de hoop om tot inkeer te 
			komen, om verkeerd gedrag te corrigeren. Want Jezus zegt "Allen, die Ik liefheb, bestraf Ik en tuchtig Ik; wees dan 
			ijverig en bekeer u" 
			Openbaring 3:19. Zo spreekt Jezus deze woorden tot de hele gemeente 
			te Laodicea die in zonde wandelde door onverschillig te zijn. Geen 
			enkele vader is verheugd wanneer hij zijn kind moet straffen, "want 
			alle tucht schijnt op het ogenblik zelf geen vreugde, maar smart te 
			brengen, doch later brengt zij hun, die erdoor geoefend zijn, een 
			vreedzame vrucht, die bestaat in gerechtigheid" 
			Hebreeën 12:11. Zo brengt het onttrekken aan een broeder of zuster 
			geen vreugde met zich mee, maar moeite en verdriet. Maar als wij 
			waarlijk onze broeder of zuster liefhebben, dan zal die liefde Gods 
			die in onze harten woont, ons ertoe neigen om ook de moeilijke 
			geboden van God te volbrengen opdat de ongeregelde niet voor eeuwig 
			verloren zou gaan. Een christen moet gereed staan om van zodra zijn 
			"gehoorzaamheid 
			volkomen is, alle ongehoorzaamheid te straffen" 
			2 Korintiërs 10:6, "want de genade Gods is verschenen, heilbrengend voor alle mensen, 
			om ons op te voeden, zodat wij, de goddeloosheid en wereldse 
			begeerten verzakende, bezadigd, rechtvaardig en godvruchtig in deze 
			wereld leven" 
			Titus 2:11-12. Dus een broeder die je aanspreekt over je zonden is 
			een broeder die je liefheeft. Een broeder die je zonden ziet en 
			niets zegt, is een broeder die niet om je geeft.
			
			"Mijn 
			zoon, acht de tuchtiging des Heren niet gering, en verslap niet, als 
			gij door Hem bestraft wordt, want wie Hij liefheeft, tuchtigt de 
			Here, en Hij kastijdt iedere zoon, die Hij aanneemt. Als tuchtiging 
			hebt gij dit te dragen: God behandelt u als zonen. Want is er wel 
			een zoon, die door zijn vader niet getuchtigd wordt? Blijft gij 
			echter vrij van de tuchtiging, welke allen ondergaan hebben, dan 
			zijt gij bastaards, en geen zonen" 
			Hebreeën 12:5-8. Er zouden vele redenen kunnen gegeven worden om 
			zich niet te onttrekken, maar zij die de ongeregelde waarlijk 
			liefhebben zullen zich aan hem of haar onttrekken wanneer deze zich 
			niet bekeert. Zo zegt Paulus: "wij leveren in de naam van de Here Jezus die man aan de satan over 
			tot verderf van zijn vlees, opdat zijn geest behouden worde in de 
			dag des Heren" 1 
			Korintiërs 5:5.
			
			Verder zegt hij "Een mens, die scheuring maakt, moet gij, na hem een en andermaal 
			terechtgewezen te hebben, afwijzen, gij weet immers, dat zo iemand 
			het spoor geheel bijster is, en dat hij zondigt, terwijl hij 
			zichzelf veroordeelt" 
			Titus 3:10-11. Iemand die een dwaling blijft aanhangen en in zonde 
			blijft wandelen moet na een eerste en een tweede waarschuwing te 
			hebben gegeven, de omgang worden geweigerd omdat zo iemand de rechte 
			weg is kwijtgeraakt. De bedoeling is dat deze persoon beschaamd zal 
			worden door zijn gedrag: "als 
			iemand niet luistert naar wat wij door onze brief zeggen, tekent hem 
			en gaat niet met hem om, opdat hij beschaamd worde" 
			2 Tessalonissenzen 3:14. Zo gebeurt de terechtwijzing in een geest 
			van zachtmoedigheid: "Broeders, 
			zelfs indien iemand op een overtreding betrapt wordt, helpt gij, die 
			geestelijk zijt, hem terecht in een geest van zachtmoedigheid, 
			ziende op uzelf; gij mocht ook eens in verzoeking komen. Verdraagt 
			elkanders moeilijkheden; zo zult gij de wet van Christus vervullen" 
			Galaten 6:1.
			
			
			Wat 
			betekent het om geen omgang te hebben?
			
			"Nu 
			evenwel schrijf ik u, dat gij niet moet omgaan met iemand, die, al 
			heet hij een broeder, een hoereerder, geldgierige, afgodendienaar, 
			lasteraar, dronkaard, of oplichter is; met zo iemand moet gij zelfs 
			niet samen eten" 
			1 Korintiërs 5:11. Wanneer iemand zich niet wil bekeren dan betekent 
			dit dat noch de individuele christen, noch de gemeente sociale 
			omgang mag hebben met de ongeregelde. Dit betekent geen koffie of 
			gelegenheidsbezoekje, geen visweekend, geen uitstapje, geen etentje, 
			geen familiefeest, ... meer. De bedoeling is dat de ongeregelde tot 
			inkeer komt door de schaamte. Jezus zegt hierover "Indien 
			uw broeder zondigt, ga heen, bestraf hem onder vier ogen. Indien hij 
			naar u luistert, hebt gij uw broeder gewonnen. Indien hij niet 
			luistert, neem dan nog een of twee met u mede, opdat op de 
			verklaring van twee getuigen of van drie elke zaak vaststa. Indien 
			hij naar hen niet luistert, zeg het dan aan de gemeente. Indien hij 
			naar de gemeente niet luistert, dan zij hij u als de heiden en de 
			tollenaar" 
			Matteus 18:15-17. De onttrokken persoon moet duidelijk weten wat er 
			wordt verwacht en wat hij of zij moet doen om terug te komen als hij 
			zich heeft bekeerd of als hij zich wil bekeren.
			
			Heidenen en tollenaars waren mensen waar Joden totaal geen omgaan 
			mee mochten hebben, zoals Petrus zegt "Gij weet, hoe het een Jood verboden is zich te voegen bij of te 
			gaan tot een niet-jood" 
			Handelingen 10:28. Heidenen en tollenaars waren mensen waar Joden 
			niet tot mochten naderen, wel, op gelijke wijze zegt Jezus dat een 
			ongeregelde moet worden behandeld. Dit betekent niet dat we onze 
			hoofden maar moeten omdraaien wanneer we een ongeregelde tegenkomen, 
			nee integendeel, "houdt 
			hem echter niet voor een vijand, maar wijst hem terecht als een 
			broeder" 2 
			Tessalonissenzen 3:15. Als er contact is dan moet de bedoeling van 
			dat contact er zijn om de persoon tot inkeer te brengen, niet om 
			sociale redenen. Zo zegt Judas "En 
			weest ook barmhartig jegens sommigen, die twijfelen, redt hen door 
			hen uit het vuur te rukken, maar weest jegens anderen barmhartig in 
			vreze, uit afkeer zelfs van het kleed, dat door het vlees bevlekt is" 
			Judas 22-23. 
			
			
			Hoe 
			spreken? 
			
			Harde woorden zijn soms nodig te spreken om mensen wakker te 
			schudden zoals Paulus ons voorgaat wanneer hij zegt "Wat 
			wilt gij? Moet ik met de roede tot u komen, of met liefde en in een 
			geest van zachtmoedigheid?" 
			1 Korintiërs 4:21. Zo spreekt ook Jezus bij momenten harde, maar 
			rechtvaardige woorden (Matteus 23:13-33). Toch moeten wij ons niet 
			inbeelden dat we iets zijn, als we het niet zijn, "want 
			indien iemand zich verbeeldt, dat hij iets is, en het niet is, dan 
			vergist hij zich zeer" 
			Galaten 6:3. Houdt daarom ook rekening met de woorden die zeggen "Een 
			zacht antwoord keert de grimmigheid af, maar een krenkend woord wekt 
			de toorn op. De tong der wijzen brengt degelijke kennis voort, maar 
			de mond der zotten stort dwaasheid uit" 
			Prediker 15:1-2. Spreek Gods Woord met alle nadruk tegen 
			ongeregelden (Titus 2:15) en laat het Woord Zijn werk doen, "want 
			het woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig 
			tweesnijdend zwaard en het dringt door, zo diep, dat het 
			vaneenscheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het schift 
			overleggingen en gedachten des harten" 
			Hebreeën 4:12.
			
			
			Ja maar 
			als we ons onttrekken van alle ongeregelden dan ...
			
			- blijven er niet meer veel over
			Velen hechten meer belang aan de kwantiteit dan aan de 
			kwaliteit. Herinner u Jezus' Woorden als Hij zegt "Gaat in door de enge poort, want wijd is de poort en breed 
			de weg, die tot het verderf leidt, en velen zijn er, die daardoor 
			ingaan, want eng is de poort, en smal de weg, die ten leven leidt, 
			en weinigen zijn er, die hem vinden" 
			Matteus 7:13-14. Beter met weinige oprechten, dan met vele valsen.
			- zullen de mensen zeggen dat we liefdeloos zijn
			Mensen zullen altijd allerlei gedachten opwerpen tegen de rechte 
			kennis van Christus (2 Korintiërs 10:5), maar dat neemt niet weg dat 
			de liefde Gods gebied: "Wie 
			in zonde leven, moet gij in aller tegenwoordigheid bestraffen, opdat 
			ook de overigen ontzag hebben" 
			1 Timoteus 5:20, omdat God juist daardoor deze persoon wil behouden. 
			Houdt er ook rekening mee dat velen van Christus kunnen worden 
			afgetrokken wanneer ongeregelden in de gemeente mogen blijven zonder 
			zich te moeten bekeren. Zo zegt Paulus "Maar 
			ik vermaan u, broeders, dat gij hen in het oog houdt, die, in 
			afwijking van het onderwijs, dat gij hebt ontvangen, de onenigheden 
			en de verleidingen veroorzaken, en mijdt hen. Want zulke lieden 
			dienen niet onze Here Christus, maar hun eigen buik, en misleiden 
			door hun schoonklinkende en vrome taal de harten der argelozen" 
			Romeinen 16:17-18.
			- lijkt het dat ik niet om mijn broeder geef en dat wil ik niet
			Zij die toch omgang hebben op een ongeoorloofde wijze zullen deel 
			hebben aan hun zonden: "Indien 
			iemand tot u komt en deze leer niet brengt, ontvangt hem niet in uw 
			huis en heet hem niet welkom. Want wie hem welkom heet, heeft deel 
			aan zijn boze werken" 
			2 Johannes 10-11. Iemand die niet is gebleven in de leer van 
			Christus (2 Johannes 9) mag je zelfs niet welkom heetten in je huis.
			- dan oordeel ik mijn broeder
			Paulus zegt daarover: "Staat het soms aan mij, hen te oordelen, die buiten zijn? Oordeelt 
			ook gij niet alleen hen, die in uw kring zijn? Hen, die buiten zijn, 
			zal God oordelen. Doet, wie niet deugt, uit uw midden weg" 
			1 Korintiërs 5:12-13. We moeten juist onze broeders en zusters 
			oordelen of zij de rechte weg bewandelen, maar we mogen niet 
			handelen als hypocrieten die zelf de balk in hun eigen oog niet zien 
			(Lukas 6:41-42). "Oordeelt niet naar het aanzien, maar oordeelt met een rechtvaardig 
			oordeel" Johannes 
			7:24.
			
			
			Conclusie
			
			"Indien 
			iemand een andere leer verkondigt en zich niet voegt naar de gezonde 
			woorden van onze Here Jezus Christus en de leer der godsvrucht, dan 
			is hij opgeblazen, hoewel hij niets weet, en heeft hij een zwak voor 
			geschillen en haarkloverijen, een bron van nijd, twist, lasteringen, 
			kwade vermoedens, en geharrewar bij mensen die niet helder meer zijn 
			van denken en het spoor der waarheid bijster geraakt zijn, daar zij 
			de godsvrucht als iets winstgevends beschouwen." 
			1 Timoteus 6:2-5. De Statenvertaling vult vers 5 aan met de woorden 
			"Wijk af van dezulken". 
			Persoonlijke wraak mag nooit een motivatie zijn om zich van iemand 
			te onttrekken, maar liefde met de bedoeling dat de ongeregelde tot 
			inkeer komt. Wanneer we ons niet onttrekken van ongeregelden dan 
			zijn we ongehoorzaam aan God en zijn daardoor zelf ongeregeld. 
			Tevens brengen wij onze zielen in gevaar door zonde in de gemeente 
			toe te laten en dit terwijl we niet alleen wijs moeten zijn tot het 
			goede, "maar 
			ook onbesmet van het kwade" 
			Romeinen 16:19. Daarom zegt Paulus ook "vermijd de onheilige, holle klanken; want zij zullen de 
			goddeloosheid nog verder drijven, en hun woord zal voortwoekeren als 
			de kanker" 2 
			Timoteus 2:16-17, want "weet 
			gij niet, dat een weinig zuurdeeg het gehele deeg zuur maakt? Doet 
			het oude zuurdeeg weg, opdat gij een vers deeg moogt zijn; gij zijt 
			immers ongezuurd. Want ook ons paaslam is geslacht: Christus. Laten 
			wij derhalve feest vieren, niet met oud zuurdeeg, noch met zuurdeeg 
			van slechtheid en boosheid, maar met het ongezuurde brood van 
			reinheid en waarheid" 
			1 Korintiërs 5:6-8.
			
			Zal een goede dokter de ziekte verbergen en laten begaan of zal een 
			goede dokter de ziekte bestrijden met het juiste medicijn? Het niet 
			verwachten dat een zondige broeder of zuster zich bekeert zal de weg 
			openen tot afval. Hier op aarde zal er misschien een schijn van 
			godsvrucht zijn wanneer een gemeente geen afstand neemt van 
			ongeregelden, maar in het oordeel zullen al deze dingen openbaar 
			worden (2 Korintiërs 5:10). "Onthoudt 
			u van alle soort van kwaad. En Hij, de God des vredes, heilige u 
			geheel en al, en geheel uw geest, ziel en lichaam moge bij de komst 
			van onze Here Jezus Christus blijken in allen dele onberispelijk 
			bewaard te blijven" 
			1 Tessalonissenzen 5:22-23. 
Amen.