Gemeente van Christus

Laakdal   

Het koninkrijk der hemelen

Het Koninkrijk van God is Gods heerschappij in de harten van hen die zich vrijwillig en gewillig onderwerpen aan Hem.

Voordat Jezus kwam, bestond het Koninkrijk van God niet op aarde in zijn meest zuivere vorm.
De Wil van God was nog niet gedaan op de aarde gelijk in de hemel (Matteus 6:10). Jezus bracht daar verandering in door in Zijn Persoon Gods Wil bekend te maken, en daardoor was Hij geschikt om Koning te worden. Maar voordat dit gebeurde kon het Koninkrijk niet worden gesticht, omdat enkele dingen nodig waren:
1. De Koning moest zijn Koninkrijk ontvangen.
2. De Koning in de hemel zijnde, moest een onfeilbare verbinding maken tussen hemel en aarde zodat Zijn wetten konden worden gecommuniceerd naar de aarde.
3. Burgers moesten worden gevonden die zich vrijwillig en gewillig onderwierpen aan Hem.

Tijd

A Daniël profeteerde dat het koninkrijk zou worden gesticht in de dagen van de Romeinse koningen (Daniël 2:44).
B Johannes de doper predikte “het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen” Matteus 3:2.
C Jezus zei:
                1 “Er zijn sommigen onder degenen, die hier staan, die de dood voorzeker niet zullen smaken, voordat zij zien, dat het  Koninkrijk Gods gekomen is met kracht” Markus 9:1.
                2 Tot de apostelen “gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn te Jeruzalem
                en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde” Handelingen 1:8.
                3 Tot de apostelen voordat Hij ten hemel voer “gij zult met de heilige Geest gedoopt worden, niet vele dagen na deze” Handelingen 1:5.

Alle dingen kwamen samen zoals voorspeld

A De koning ontving Zijn Koninkrijk
                1 Voordat Jezus ten hemel voer in de wolk, zei Hij “Mij is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde  Matteus 28:18. Dit impliceert koningschap.
                2 Daniel zag “met de wolken des hemels kwam iemand gelijk een mensenzoon; hij begaf zich tot de Oude van dagen, en men leidde hem voor deze en hem werd heerschappij gegeven en eer en koninklijke macht, en alle volken, natien en talen dienden hem. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die niet zal vergaan, en zijn koningschap is een, dat onverderfelijk is” Daniel 7:13-14.
                3 Petrus haalde Gods belofte aan David aan “dat God hem onder ede gezworen had een uit de vrucht zijner lendenen op zijn troon te doen zitten, heeft hij in de toekomst gezien en gesproken van de opstanding van de Christus, dat Hij niet aan het dodenrijk is overgelaten, noch zijn vlees ontbinding heeft gezien”. Dan voegde Petrus toe “Deze Jezus heeft God opgewekt” Handelingen 2:30,32.
                4 Petrus vatte zijn betoog als volgt samen “dus moet ook het ganse huis Israels zeker weten, dat God Hem en tot Here en tot Christus gemaakt heeft, deze Jezus, die gij gekruisigd hebt” Handelingen 2:36. Christus is hetzelfde als Messias en voor de Joden betekende dit woord koning, de beloofde zoon van David.
B Burgers erkenden Hem als Koning
                1 3000 zielen werden gedoopt “in de naam van Jezus Christus” Handelingen 2:38,41
                2 Toen de heidenen waren bekeerd werden zij “medeburgers” Efeziërs 2:19
C De wet werd gecommuniceerd aan de apostelen door de Heilige Geest (Johannes 18:36)
                1 De 3000 zielen “volharden bij het onderwijs der apostelen” Handelingen 2:42
                2 Paulus bevestigde “hetgeen ik u schrijf, een gebod des Heren is” 1 Korintiërs 14:37
                3 Christenen werden bevolen “om aan de woorden te denken, die door de heilige profeten  tevoren gesproken zijn, en aan het gebod uwer apostelen van de Here en Heiland” 2 Petrus 3:2
D Gebied
                1 Jezus zei “mijn Koninkrijk is niet van hier” Johannes 18:36
                2 De troon en de koning zijn in de hemel
                3 “wij zijn burgers van een rijk in de hemelen” Filippenzen 3:20

De gemeente en het Koninkrijk

A Het woord gemeente en koninkrijk betekenen niet hetzelfde. Er zijn passages die laten zien dat zij niet door elkaar kunnen worden gebruikt (Handelingen 14:22).
B Zij die de gemeente vormen zijn in het koninkrijk der hemelen
                1 Het woord gemeente betekent een vergadering
                2 De vergadering van hen die Jezus aanvaarden als “de Christus, de Zoon van de levende God” (Zijn gemeente) zijn het Koninkrijk der hemelen op aarde. (Matteus 16:18-19)
                3 “Hij heeft ons verlost uit de macht der duisternis en overgebracht in het Koninkrijk van de Zoon zijner liefde” Kolossenzen 1:13.
                4 “Laten wij derhalve, omdat wij een onwankelbaar koninkrijk ontvangen, dankbaar zijn en hierdoor God vereren op een Hem welbehagelijke wijze met eerbied en ontzag” Hebreeën 12:28.
                5 “Hij heeft ons tot een koninkrijk, tot priesters voor zijn God en Vader gemaakt” Openbaring 1:6, Exodus19:6.

                6 Johannes was een “broeder en deelgenoot in de verdrukking en in het Koninkrijk en de volharding in Jezus” samen met degenen die hij aanschreef.
C Christenen regeren nu met Christus (Romeinen 5:17)

Duur van het Koninkrijk op aarde

A Christus zal regeren totdat alle vijanden onder Zijn voeten zijn gelegd (Psalm 110:1; Hebreeën 1:13; 10:12-13; 1 Korintiërs 15:25).
                1 De laatste vijand is de dood (1 Korintiërs 15:26)
                2 De dood zal worden overwonnen bij de opstanding wanneer Jezus terugkomt 1 Korintiërs 15:50-57
                3 De onvermijdelijke conclusie is dat Jezus nu heerst!
B Onmiddellijk volgend op de opstanding is “het einde, wanneer Hij het koningschap aan God de Vader overdraagt” 1 Korintiërs 15:24. Dit spreekt de leer van het duizendjarige rijk tegen.
                1 Premillennialisten zeggen dat het koninkrijk pas zal beginnen op aarde wanneer Jezus komt

                2 Deze verzen zeggen dat het koningschap zal eindigen op aarde wanneer Jezus komt
C De aarde zal dan worden verbrand (2 Petrus 3:3-10)

Het eeuwige Koninkrijk

A Het Koninkrijk van God

                1 Het is geen aards koninkrijk dat zal worden verlengd in de hemel en in het eeuwige
                2 Het is een eeuwig hemels koninkrijk dat God heeft toegestaan om te worden uitgebreid in tijd en plaats
               
3 Het Koninkrijk der hemelen begon niet op Pinksterdag. Het is een eeuwig Koninkrijk. God heeft altijd geheerst in de hemel. Het Koninkrijk der hemelen kon alleen op aarde bestaan wanneer er een Goddelijke Koning was, Die de volmaakte wil van God openbaarde en heerste over de burgers die zich gewillig onderwerpen aan Zijn gezag. Het was op pinksterdag dat het koninkrijk der hemelen voor het eerst werd aangeboden aan de zondige mens. Zij die zijn “overgebracht in het Koninkrijk van de Zoon zijner liefde   Kolossenzen 1:13 zijn zelfs groter dan Johannes de Doper (Matteus 11:11).

B Zij die zijn wedergeboren en die het Koninkrijk nu binnengaan zijn:

                1 “bijwoners en vreemdelingen” in deze wereld 1 Petrus 2:11
               
2 Net zoals een kind geboren uit Belgische ouders die in Frankrijk leven, zijn zij belgen die hun thuisland misschien nooit hebben gezien. Vergelijk het met het aanbieden van het belgisch burgerschap aan duitsers die nog nooit in België zijn geweest. Als het wordt aanvaard, dan worden zij vreemdelingen in hun eigen land.
               
3 Politiek gezien was Paulus een Romeins burger. Hij schreef een brief naar de gemeente in Rome en schreef 4brieven vanuit Rome, maar er is geen enkele verwijzing in die brieven naar de corrupte overheid, politieke rellen of nationale oorlogen die zich afspeelden in het Romeinse Rijk. Zijn bezorgdheid was zijn burgerschap in de hemel (Filippenzen 3:20). Dit is een les voor ons om niet teveel betrokken te geraken “met zaken van het burgerleven” 2 Timoteus 2:4 GNB.

C De dood is thuiskomen

                1 We moeten “door vele verdrukkingen het Koninkrijk Gods binnengaan” Handelingen 14:22.
               
2 “Beijvert u daarom des te meer, broeders, om uw roeping en verkiezing te bevestigen;    want als gij dit doet, zult gij nimmer struikelen. Want zo zal u rijkelijk worden verleend de toegang tot het eeuwige Koninkrijk van onze Here en Heiland, Jezus Christus” 2 Petrus 1:10-11
                3 “Dan zal de Koning tot hen, die aan zijn rechterhand zijn, zeggen: Komt, gij gezegenden mijns Vaders, beërft het Koninkrijk, dat u bereid is van de grondlegging der wereld af” Matteus 25:34
. 

Laten wij derhalve, omdat wij een onwankelbaar koninkrijk ontvangen, dankbaar zijn en hierdoor God vereren op een Hem welbehagelijke wijze met eerbied en ontzag, want onze God is een verterend vuur” Hebreeën 12:28-29.

 


Vorige