Gemeente van Christus
Laakdal
Er is veel onderling
verschil in het handelen en denken onder de pinksterbeweging, maar
in dit artikel willen we stilstaan bij enkele
hoofdgedachten/leringen van deze beweging en waarin deze verschillen
met het Woord van God.
De
pinksterbeweging leert en praktiseert dat geloof meer gebaseerd is
op gevoel dan op het woord van God.
De bijbel
zegt:
Gods Woord is waarheid en is
niet subjectief zodat het onderworpen is aan de gedachten en
gevoelens van mensen (Johannes 17:17 Jeremia 10:23).
- de bijbel moet worden gelezen, bestudeerd en gehoorzaamd (2
Timoteus 2:15; Johannes 8:32).
- de bijbel is volledig, geïnspireerd en het gezaghebbende Woord van
God (2 Timoteus 3:16-17; 2 Petrus 1:20-21).
- het handelen volgens eigen inzichten is het verwerpen van God (1
Samuel 15:22-26; Matteus 7:13-14).
De
pinksterbeweging leert dat je christen wordt door spijt van je
zonden uit te drukken en door God in je hart te vragen (wordt ook
wel het zondaarsgebed of het aannemen van Jezus in je hart genoemd).
Men zegt daarom ook dat de waterdoop niet nodig is om behouden te
worden. Het is slechts een uiterlijk symbool is dat niets met de
redding te maken heeft.
De bijbel zegt:
We moeten het evangelie van
Jezus gehoorzamen:
- het evangelie leert geloof en doop als voorwaarden om behouden
te worden (Markus 16:16).
- de doop is helemaal geen uiterlijk symbool om uit te drukken dat
men al een christen is geworden, maar het moment dat iemand christen
wordt (als men een juiste doop – tot vergeving van zonden - predikt)
(Titus 3:5; Efeziërs 5:26).
- zij die in Jezus en Zijn gezag geloven en Hem liefhebben zullen
Gods Wil hierin gehoorzamen en behouden worden, zij die ongelovig
blijven zullen verloren gaan omdat ze een ander geloof en een andere
doop prediken (Lukas 6:46; Johannes 15:14).
- pinksterbewegingen geloven God niet en hebben Zijn Woord veranderd
naar een zondaarsgebed dat geen enkele ziel kan behouden (Galaten
1:6-10).
- de bijbel leert een onderdompeling in water als voorwaarde om
vergeving van zonden te ontvangen (Handelingen 22:16). Het door
genade en geloof behouden worden (Efeziërs 2:8-9) betekent helemaal
niet dat de mens enkel moet geloven. Dit is een dwaalleer. Noach
moest meer doen dan alleen geloven om gered te worden van de
zondvloed (Hebreeën 11:7; Genesis 6:13-22), Israel moest meer doen
dan alleen geloven dat God hen kon redden als zij door de Rode Zee
gingen (Hebreeën 11:29; Exodus 14:21-31) en Israel moest ook meer
doen dan alleen geloven dat de muren van Jericho zouden vallen
(Hebreeën 11:30; Jozua 6:12-20). Het was God die Noach redde de
zondvloed, het was God die Israel redde van de macht van de
Egyptenaren, het was God die Israel de overwinning op Jericho gaf.
Maar God verwachtte dat zij gehoorzaam waren opdat Hij hen kon
verlossen. Al deze voorbeelden laten zien dat het soort geloof dat
een mens kan behouden een gehoorzaam geloof in Gods Wil is (Hebreeën
5:7-9).
- er zijn er velen die in Jezus Naam dingen beweren te doen, maar
Hij kent ze niet omdat ze zich niet houden aan Gods Wet (Matteus
7:21-23)
Wat moet een mens doen om christen te worden?
- men moet het evangelie horen (Romeinen 10:17; Matteus 7:24).
- geloven (Johannes 3:16; 8:24).
- zich bekeren van zijn zonden (Lukas 13:5; Handelingen 2:38) .
- belijden dat Jezus Here is (Matteus 10:32; Romeinen 10:9-10) .
- zich laten dopen tot vergeving van zonden en om in Christus te
komen (Romeinen 6:1-6; Galaten 3:26-27; 1 Petrus 3:20-21) .
Eénmaal christen geworden is het noodzakelijk om te groeien en trouw
te blijven aan de leer van Christus (2 Petrus 1:1-11; 1 Johannes
1:7; 2 Petrus 3:18; 2 Johannes 1:9; 1 Korintërs 15:1-2) .
De
pinksterbeweging leert dat alle gelovigen een doop in de Heilige
Geest mogen verwachten en dat het spreken in tongen daarvan een
bewijs is.
De bijbel zegt:
De doop met de Heilige Geest
was beloofd aan “alle vlees” (Joel 2:28).
- de apostelen (Joden) ontvingen het om te getuigen (Handelingen
1:5,8).
- Cornelius en de zijnen (heidenen) ontvingen het als teken van God
dat God de heidenen tot Zijn volk had aanvaard (Handelingen
10:44-48; 11:15-17).
- er zijn geen andere voorbeelden van een doop met de Heilige Geest.
De belofte gedaan in Joel werden dus vervuld in deze twee
nieuwtestamentische gebeurtenissen. Petrus zegt dat wat bij
Cornelius hetzelfde was als wat er in het begin bij hen was gebeurd
(Handelingen 11:15), hij zegt niet dat dit sedert het begin van de
gemeente gebeurde bij alle gelovigen.
- rond 64 na Christus predikte Paulus dat er maar één doop is (Efeziërs
4:5). Deze ene waterdoop was erkend en werd toegepast door de
gemeente in Efeze (Efeziërs 5:26; vgl 1 Petrus 3:20-21). Allen die
werden geleid door de Heilige Geest moesten één zijn (Efeziërs 4:3)
en deze eenheid bestond uit één geloof, één lichaam en één doop.
Het spreken in tongen was een gave gegeven aan de vroege gemeente
voor een bepaalde tijd (1 Korintiërs 13:1,9).
- deze ‘ten dele’ of ‘onvolkomen’ gaven zouden verdwijnen als
Gods Woord volledig was geopenbaard (1 Korintiërs 13:8-10).
- het volmaakte Woord of Wet van de Here is geopenbaard (Jakobus
1:25).
- het spreken in tongen (of anders gezegd talen) waren bestaande
vreemde talen en geen gebrabbel of gemompel zoals men vandaag de dag
praktiseert (Handelingen 2:4,6,8; 1 Korintiërs 14:10-14).
- zij die beweren in tongen te kunnen spreken respecteren de regels
niet die de bijbel voorschrijft (1 Korintiërs 14:27-35) want tongen
waren een teken voor ongelovigen, vandaag worden ze ‘zogezegd’
gebruikt om gelovigen te stichten (1 Korintiërs 14:22).
De
pinksterbeweging leert dat mirakuleuze genezingen vandaag de dag nog
mogelijk zijn door hen die de doop met de Heilige Geest hebben
ontvangen.