Gemeente van Christus
Tal van eerlijke mensen geloven in wat zij
noemen de "erfzonde". Dit houdt in dat alle nakomelingen van Adam
deel hebben aan de smet, de schuld en de natuur van de zondige Adam.
De rooms-katholieke kerk leert, dat "Adams overtreding niet alleen
hemzelf geschaad heeft, maar ook zijn nageslacht; dat hij de van God
ontvangen heiligheid en gerechtigheid, die hij heeft verloren, niet
alleen voor zichzelf, maar evenzeer voor ons heeft verloren; dat hij
bevlekt door de zonde van ongehoorzaamheid, niet slechts de dood en
de lichamelijke straffen, doch ook de zonde, welke de dood van de
ziel is, op heel het menselijk geslacht heeft doen overgaan"
(Concilie van Trente, overgenomen uit: "Het Katholieke Geloof"door
Prof. Dr. Ignatius Klug).
De Belijdenis des Geloofs der Gereformeerde Kerken in Nederland
(Art. 15) leert: "Wij geloven, dat door de ongehoorzaamheid van Adam
de erfzonde is uitgebreid geworden over het ganse menselijk
geslacht; welke is een verdorvenheid der gehele natuur en een
erfelijk gebrek, waarmede de kleine kinderen zelfs besmet zijn in
hunner moeders lichaam en die in de mens allerlei zonden
voortbrengt, zijnde in hem als een wortel daarvan; en zij is daarom
zo lelijk en gruwelijk voor God, dat zij genoegzaam is, om het
menselijk geslacht te verdoemen...".
DE LEER VAN DE "ERFZONDE"
Kan iemand de leer van de "erfzonde" - zoals in bovenstaande citaten
beschreven - wel echt verdedigen (wat velen trachten te doen) op
grond van de hierna volgende 'bewijsplaatsen'?
Romeinen 3:9-18,23 Deze
tekst leert, dat alle mensen onder de zonde zijn (v 9).
Zij zijn zondaars omdat zij "afgeweken"
zijn en "onnut geworden'
zijn (v 10).
Wij zijn zondaars omdat wij gezondigd hebben (v 23).
Deze tekst leert, dat wij allen zondaars zijn. omdat we allen
gezondigd hebben - dus geen erfzonde!
WAT IS ZONDE?
Het Griekse woord "hamartia" (vertaald "zonde") betekent letterlijk:
het doelwit missen. Dit klopt met de bijbelse definities:
1) Zonde is ongeloof (Johannes
8:24).
2) Zonde is nalatigheid (Jakobus
4:17).
3) Zonde is handelen zonder geloof (Romeinen
14:23).
4) Zonde is ongerechtigheid (1
Johannes 5:17).
5) Zonde is overtreding en wetteloosheid (1
Johannes 3:4).
Zonde is dus: verkeerd denken en verkeerd leven. Met deze bijbelse
definities van de zonde moet het duidelijk zijn: zonde is niet
erfelijk!
Romeinen 5:12-21 De zonde is
door Adam in de wereld gekomen. Daardoor is ook de dood op alle
mensen gekomen. Deze erfenis geldt voor alle mensen, want het is de
mensen beschikt "eenmaal te
sterven en daarna het oordeel" (Hebreeën
9:27). Door Adam komt de dood over
alle mensen. Door Christus zullen alle mensen opstaan. Het oordeel
zal gebaseerd worden op wat iedereen gedaan heeft in zijn lichaam
(lees ook Johannes 5:28-29; 2
Korintiërs 5:10; Openbaring 20:11-15).
Dit is persoonlijk!
HOE KOMT DE GEESTELIJKE
DOOD TOT STAND?
1) De Efeziërs waren dood geweest door hun eigen zonden en
overtredingen (Efeziërs 2:1).
2) Ezechiël zegt, dat de ongerechtigheid (zonde) van de vader niet
erfelijk is door de zoon (Ezechiël
18:20).
3) Jesaja schreef, dat de persoonlijke zonden van de kinderen van
Israël een scheiding tussen hen en God gebracht hadden (Jesaja
59:1-2).
4) Het loon, dat de zonde geeft, is de dood (Romeinen
6:23).
De geestelijke dood, gescheiden zijn van God, wordt veroorzaakt door
persoonlijk te zondigen en niet door een toestand bij onze geboorte.
Romeinen 7:21 "Zo
vind ik dan deze regel: als ik het goede wens te doen is het kwade
bij mij aanwezig." Er bestaat dus
een strijd tussen het vlees d.i. de oude mens en de geest d.i. de
nieuwe mens. Wat Paulus hier beschrijft is m.i. een contrast tussen
het leven van Gods kinderen onder het wets-verbond en dat onder het
genade-verbond. Onder de wet van Mozes (dus voor en zonder het
zoenoffer van Christus) kon geen mens, hoe vroom ook, boven de
veroordeling der wet uitkomen. Daarom de zucht: "Ik,
ellendig mens! Wie zal mij verlossen uit het lichaam des doods?"
Onder de genade door Jezus roepen Gods kinderen het antwoord 'uit: "Gode
zij dank door Jezus Christus, onze Here!"
Paulus' beschrijving hier betreft de strijd van de ijveraars voor
God onder de wet en niet zijn eigen strijd tegen de zonde. Deze
laatste strijd wordt door ieder christen gestreden maar met Christus
wint hij altijd! Hij laat ons ook weten dat er een "krans
der gerechtigheid"is en "geen
veroordeling voor hen, die in Christus zijn. ... die niet naar het
vlees wandelen, maar naar de Geest"
(2 Timoteus 4:6-8; Romeinen 8). Hier is niet de minste steun voor "de leer van de erfzonde".
Efeziërs 2:1-3 Sommigen
waren "van nature... kinderen des
toorns". Deze tekst in z'n geheel
leert, dat deze mensen dood zijn geweest vanwege hun eigen zonden en
overtredingen. Zij waren net als Eva en anderen onder de verleiding
van de duivel gekomen (vgl 2
Korintiërs 11:3). Door in zonde te
leven was dat een deel van hun natuur geworden. Men kan verslaafd
raken aan drugs, alcohol, tabak, seksuele zonden, toorn, angst en
allerlei andere vormen van zonde. De zonde wordt dan een deel van je
natuur en het zondigen is dan voor jou je natuurlijke aard.
Psalm 58:4 Deze
tekst gaat over slechte mensen, niet over alle mensen. Deze slechte
mensen- in tegenstelling tot oprechte, eerlijke mensen- zijn zo
slecht,dat het er naar lijkt of zij vanaf hun geboorte reeds leugens
spreken. Aangezien pasgeboren kinderen niet kunnen praten, kunnen
zij ook niet liegen. De woorden van David moeten wij in hun verband
zien vanwege Davids innerlijke gevoelens op dat moment.
Psalm 51:7 Ik
geef toe, dat deze tekst moeilijk is. Maar als wij twee algemeen
erkende interpretatie-regels volgen, wordt die minder moeilijk:
1)Wat is het zinsverband? Waar gaat het eigenlijk om? In dit geval:
Waarom heeft David dit gezegd? Wat was zijn bedoeling?
2) Wat leert de Bijbel in andere plaatsen over het onderwerp?
Elke afzonderlijke tekst moeten wij zien in het licht van, alle
teksten als geheel.
David belijdt zijn zonden: hij had overspel en moord gepleegd. Hij
erkent zijn schuld en neemt de volle verantwoordelijkheid voor zijn
daden op zich. Op dit ogenblik ziet hij zich als totaal bedorven,
alsof hij vanaf zijn geboorte alleen het kwade gedaan heeft. (Wij
weten uit de bijbelse geschiedenis, dat dit niet het geval was. God
heeft veel goeds in David gezien en koos hem als koning over zijn
volk.) Ik beschouw de opmerking over "in
zonde heeft mijn moeder mij ontvangen",
als betrekkelijk, niet letterlijk. Ik geloof, dat deze interpretatie
in overeenstemming is met het zinsverband - d.w.z. de omstandigheden
waaronder deze psalm geschreven werd - en met de Bijbel als geheel.
Zouden wij deze tekst letterlijk nemen, dan zouden wij rekening
moeten houden met het feit, dat David niet zegt, dat hij als zondaar
werd geboren, maar dat zijn moeder zonde bedreef in verband met haar
seksuele gedrag, toen David ontvangen (verwekt) werd. Vergelijk die
zin met de volgende: "In boosheid heeft mijn vader mij geslagen."
Wie was boos? De vader natuurlijk! Wie was de zondaar bij Davids
geboorte? Zijn moeder! Dat wil zeggen als men de tekst volstrekt
letterlijk zou moeten nemen.
Exodus 20:5 Ook
deze tekst spreekt niet over alle mensen, maar juist over "de
ongerechtigheid der vaderen": "want
Ik, de Here, uw God, ben een naijverig God, die de ongerechtigheid
der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde en aan het vierde
geslacht van hen die mij haten."
Als dit de erfzonde leert, dan geld het slechts voor hen die God
haten en gaat het niet verder dan drie of vier geslachten, een veel
te korte periode om ons schuldig te máken aan de zonde van Adam.
Dikwijls moeten kinderen lijden doordat hun ouders gezondigd hebben.
Dat leert deze tekst ons heel duidelijk en dit moeten wij ook
geloven! Maar de leerstelling 'zondeschuld erven' komt hierin niet
voor.
KINDEREN WORDEN IN ONSCHULD
EN REINHEID GEBOREN
Ezechiël 18:20 "De
ziel die zondigt, die zal sterven. Een zoon zal niet de
ongerechtigheid van de vader dragen..."
Lees nu eens dit hoofdstuk in zijn geheel! God leert dat ieder mens
persoonlijk verantwoordelijk is voor zijn daden. Zonde en
ongerechtigheid zijn niet erfelijk!
Matteüs 18:1-3 Wij,
zondaars, moeten ons bekeren en gelijk kinderen worden om in het
hemelse Koninkrijk te kunnen komen. Als kinderen van nature
verdorven en schuldig zijn, is dit wel een zeer vreemde tekst. Het
gaat over bekering. Daardoor worden wij als kinderen. Maar wanneer
kinderen van nature totaal verdorven zijn, kunnen zij geen goede
eigenschappen bezitten, die wij moeten trachten te verwerven!
Matteüs 19:13-14 Kinderen
werden naar Jezus gebracht om door Hem gezegend te worden - niet om
gedoopt te worden en niet omdat zij kleine zondaars waren. Hier is
evenmin sprake van erfzonde als van kinderdoop. Kinderen zijn van
nature geschikt voor het burgerschap van het Koninkrijk der hemelen
(vgl 1 Korintiërs 14:20 met
deze bijbeltekst).
Efeziërs 2:1 Geestelijke
dood komt door iemands persoonlijke ongeloof en overtredingen van
Gods wil.
Jesaja 59:1-2 Het
gescheiden zijn van God is altijd een gevolg van het zich schuldig
maken aan zonde.
Romeinen 3:12 De mens is
zondig, omdat hij persoonlijk van God is "afgeweken" en "onnut" is
geworden.
Jesaja 53:5-6 Jezus is om onze
zonden gestorven, want wij dwalen als schapen. Wij zijn zondaars
omdat wij van Gods Herder zijn afgedwaald.
Openbaring 20:11-15 Ieder mens
wordt geoordeeld op grond van zijn eigen daden (Zie ook: Romeinen
14:12; 2 Korintiërs 5:10).
Zacharia 12:1 God
heeft onze geest in ons binnenste geformeerd. Hij is de Vader van
onze geest! (Hebreeën 12:9).
Onze geest is van Hem gekomen (Prediker
12:7). Wij ontvangen onze geest
noch van Adam noch van onze ouders, maar van God. Hoe zou die dan
verdorven kunnen zijn? '
Er bestaat geen reddingsplan
voor kleine kinderen.
Als babies in zonde (dus als zondaars) worden geboren, zouden zij
verloren zijn. De zonde brengt de dood (Efeziërs
2:1; Romeinen 6:23; Jakobus 1:15).
En indien pasgeboren kinderen verloren zijn, zouden wij niets kunnen
doen om ze te redden. Gods woord openbaart geen plan om kinderen die
"de jaren des onderscheids" niet bereikt hebben te verlossen.
Iemand zegt: "Wij mogen ze toch dopen." Op grond waarvan dan? God
heeft dit niet geboden! Wij vinden geen voorbeeld van een kinderdoop
in de Bijbel. Een zuigeling kan de bijbelse doop niet ontvangen,want
de bijbelse doop is uitsluitend voor mensen die onderwezen zijn (Matteus
28:19), die geloven (Markus
16:16), die zich bekeren (Handelingen
2:38) en die zich kunnen laten
dopen. De kracht van de doop is Christus' dood en opstanding mits
het gepaard gaat met een echt persoonlijk geloof van de dopeling (Kolossenzen
2:12: Galaten 3:26-27). De doop
alleen redt niet, maar met de daaraan verbonden bijbelse voorwaarden
wel! Lees eens in dit verband 1
Petrus 3:21.
Zonder persoonlijk geloof in Jezus als de Christus zullen wij in
onze zonden sterven (Johannes 8:24).
Gods toorn en straf staan hen te wachten die het evangelie van
de Zoon ongehoorzaam zijn (Johannes 3:36; 2 Tessalonissenzen 1:8).
Zonder geloof kan niemand tot God komen (Hebreeën
11:6). God heeft zijn enige Zoon
gegeven, opdat mensen door in Hem te geloven het eeuwig leven mogen
hebben (Johannes 3:16).
Het evangelie kan slechts mensen redden die geloven (Romeinen
1:16). Als een baby verloren zou
kunnen gaan, wat niet het geval is, zouden wij daar niets tegen
kunnen doen. De logische conclusie van dit alles is: "Er bestaat
geen verlossingsplan voor kleine kinderen, omdat zij verlossing niet
nodig hebben. Zij zijn immers niet verloren!" Welk standpunt neemt u
in?
De enige doop, die nu door Christus bevolen is, is de waterdoop door
onderdompeling in Zijn naam (Handelingen
2:38-41; 19:1-7; Romeinen 6:4; Efeziërs 4:4-5).
In de vele kerken worden de kindertjes helaas nog steeds besprenkeld
- wat volgens de Bijbel geen doop is.
HET DOPEN VAN KINDEREN DIE
NOG GEEN PERSOONLIJK GELOOF BEZITTEN IS STRIJDIG MET
ONZE GIDS: DE BIJBEL
God laat niet toe dat wij verder gaan dan het geschreven woord (1
Korintiërs 4:6). Daardoor zullen
wij allen geoordeeld worden (Johannes
12:48; Openbaring 20:11-15). Wij
mogen niet verder gaan dan de leer van Christus (2
Johannes 9). Wij moeten in het
licht (Gods Woord) blijven wandelen (1
Johannes 1:7). Wij mogen het
evangelie (Gods boodschap van verlossing) niet veranderen (Galaten
1:8-9). Wij moeten alles doen in de
naam van Christus d.w.z. door zijn gezag (Kolossenzen
3:17). Jezus is hoofd boven al wat
is gegeven aan de gemeente en wij behoren slechts wat Hij ons
bevolen heeft te volgen (Matteus
28:18-20; Efeziërs 1:22-23). Als de
kinderdoop nodig was, zou dit in de Bijbel moeten staan.
Onze kinderen kunnen wij niet eens aan de Here geven,want zij zijn
immers al van Hem. Maar wij kunnen wel voor ze bidden en wij kunnen
ze wel opvoeden "in de tucht en
terechtwijzing des Heren" (Efeziërs
6:4).
Wat moeten wij aan met onze
kinderen?
Het krijgen van kinderen kan een grote zegen zijn, maar het betekent
wel een enorme verantwoordelijkheid! Toch kunnen wij met Gods hulp
de verantwoordelijkheid voor een goede opvoeding dragen. Wat houdt
dit in?
1) Wij moeten steeds, voor hen en onszelf bidden dat wij de liefde
en de wijsheid mogen bezitten om goede ouders voor hen te zijn.
2) Wij moeten ze liefhebben en een levend voorbeeld voor ze zijn.
Zij moeten Jezus Christus in ons kunnen zien. "ongeveinsd
geloof' moet in ons te zien zijn,
zoals Timoteüs dit ervaarde in zijn moeder en grootmoeder (2
Timoteus 1:3-5; 3:14-15). De tijd
om er mee te beginnen is als de kinderen nog zeer jong zijn, want
"een goed begin is het halve werk".
3) Wij moeten ze in de tucht en terechtwijzing van de Heer opvoeden
(Efeziërs 6:4).
Ware liefde zorgt ervoor, dat de noodzakelijke tucht aanwezig is (Hebreeën
12:7-12). Maar die leiding moet
steeds met veel liefde, begrip, geduld en wijsheid gepaard gaan. Wij
mogen onze kinderen niet zo streng aanpakken, dat wij ze verbitteren
of ze moedeloos maken en ze van Jezus vervreemden (Kolossenzen
3:21).
4) Wij moeten ze leren hoe ze hun Schepper kunnen dienen en
aanbidden. Het is niet onmogelijk kinderen groot te brengen in de
liefde Gods, maar het vereist van ons wel gerichte inzet en een
aanzienlijke hoeveelheid tijd.
Eén der grootste vreugden van het leven van een ouder is te mogen
ervaren dat een zoon of een dochter aan Christus zijn/haar leven
schenkt. De Bijbel zegt: "Oefen de
knaap volgens de eis van zijn weg, ook wanneer hij oud geworden is,
zal hij daarvan niet afwijken" (Spreuken
22:6). Ouders zijn hun kinderen een
godvruchtige opvoeding schuldig. En als iemand door de dood een kind
verliest dat nog niet "tot de jaren zijns ondersheids" is gekomen,
is er door de genade Gods toch vertroosting. David heeft dit ook
beleefd en daarom zei hij: "Ik zal
wel tot hem gaan, maar hij keert tot mij niet terug"
(2 Samuel 12:23).
Een kind immers heeft geen verzoening met God nodig. Het is niet
verloren maar "veilig in de armen van Jezus" totdat het in opstand
komt en "de jaren des onderscheids" bereikt heeft.
Leeft u in bewuste rebellie tegen God? Bekeert u dan nu en "laat
u behouden uit dit verkeerde geslacht."
Gemeenten van Christus zijn altijd bereid u met raad en daad bij te
staan.