Gemeente van Christus
Laakdal
Lees bij elke vraag eerst het aangegeven schriftgedeelte door en 
			geef het juiste antwoord.
			
			
1. Mattheus 
			16:15-17; Handelingen 8:37
			Keurde Christus de belijdenis van Petrus goed? Zal 
			Jezus dezelfde belijdenis uit uw mond goedkeuren?
			JA-NEE
			Kunt u gered zijn door alleen te willen, alleen te geloven of alleen 
			te belijden?
			JA-NEE
2. Marcus 
			16:15-16
			Wordt redding (ook: behoud(enis), verlossing, 
			heil, zaligheid) beloofd aan wie gelooft en zich laat dopen?
			JA-NEE
			Is het, behalve lief te hebben, te geloven, zich te bekeren en te 
			belijden, Gods wil dat u zich laat dopen?
			JA-NEE
3. Romeinen 
			6:23; Ezechiël 18:4
			Kunt u, indien u geen "vergeving van zonden" ontvangt, van het 
			overvloedige leven als beloning genieten?
			JA-NEE
			
			4. Handelingen 
			2:37-47; 22:16
			Waren deze zondaren ontvankelijk voor het woord en 
			hebben zij het gebod zich te laten dopen gehoorzaamd?
			JA-NEE
			Werd de schuld aan zonden voor deze zondaren weggenomen?
			JA-NEE
			Werden deze geredde zielen onmiddellijk door de Heer aan de 
			bestaande gemeente des Heren toegevoegd, in plaats dat zij zich bij 
			de een of andere godsdienstige groep aansloten?
			JA-NEE
5. Efeziërs 
			4:15
			Sommigen zeggen dat iemand "besprenkeld" kan 
			worden, waarmee hij zo God toch kan behagen. Heeft God dan in Zijn 
			Wil melding gemaakt van meer dan één geldige doop?
			JA-NEE
			
			6. Handelingen 
			8:35-39
			Gaf de kamerling (hoveling) de wens te kennen in 
			het water gedoopt te worden?
			JA-NEE
			Daalden zowel Philippus als de kamerling af in het water, doopte 
			toen Philippus de kamerling en kwamen zij daarna op uit het water? 
			JA-NEE
			Werd de kamerling met water besprenkeld?
			JA-NEE
7. Romeinen 
			6:3-4
			Was Paulus op dezelfde wijze gedoopt als de kamerling in Handelingen 
			8:35-39?
			JA-NEE
			Geven zij, die zich op dezelfde manier als de kamerling en Paulus 
			laten dopen, gehoor aan Gods wil?
			JA-NEE
			Ben je God gehoorzaam, indien u zich op de manier van onderdompeling 
			laat dopen?
			JA-NEE
8. Kolossenzen 
			3:17
			Is het, behalve lief te hebben, zich te bekeren, 
			te belijden en te dopen, de wil van God dat u "alles in de naam van 
			de Heer" doet en niet namens een mens?
			JA-NEE
			
			9. Johannes 
			17:21
			Wil Jezus dat Zijn volgelingen "één" zijn?
			JA-NEE
			
			10. 1 
			Korintiers 1:10-13
			Keurt Jezus sektarisme (kerkelijke verdeeldheid) en het dragen van 
			godsdienstig verschillende namen goed?
			JA-NEE
			Berispt de Heer wie godsdienstig anders spreken dan wat Jezus en de 
			apostelen gesproken hebben?
			JA-NEE
			Als de ene groep gelooft dat mensen gered zijn "door geloof alleen" 
			en de andere groep "dat men moet geloven, zich bekeren, belijden en 
			gedoopt zijn", moeten beide veranderen opdat zij "op dezelfde wijze" 
			gaan spreken en handelen?
			JA-NEE
			Stemt de Heer in met "Apollos-lievende" en "Kefas-lievende" of 
			"Paulus-lievende" christenen?
			JA-NEE
			
			11. 1 
			Korintiërs 3:4-5
			Zou het als zonde aangerekend worden,indien u 
			zegt: "Ik ben van Paulus of ik ben van... "?
			JA-NEE
			
			12. Efeziërs 
			4:4; 5:23-25
			Maakt de Bijbel bekend dat er slechts één lichaam (gemeente) is, zo 
			als er ook één Heer is?
			JA-NEE
			
			13. Kolossenzen 
			1:18
			Komt Jezus, als hoofd van het lichaam - de 
			gemeente, boven allen en alles de eerste plaats toe, ook de naam die 
			Zijn volgelingen dragen?
			JA-NEE
14. Mattheus 
			16:18; Handelingen 20:28
			Heeft Jezus beloofd dat Hij vele gemeenten zou 
			bouwen?
			,JA-NEE
			Heeft Jezus beloofd dat Hij Zijn eigen gemeente zou bouwen i. p. v. 
			de een of andere mensen toebehorende gemeente?
			,JA-NEE
15. Handelingen. 
			2:47; Romeinen 16:16
			Voegde de Heer wie gered werden (gedoopten) toe 
			aan een bestaande gemeente?
			JA-NEE
			Voegde de Heer wie gedoopt waren (geredde) toe aan een door mensen 
			opgerichte geloofsgemeenschap (genootschap/sekte)?
			JA-NEE
			Kunt u in de Bijbel lezen van een bepaalde kerkelijke gezindte, 
			waaraan God Zijn goedkeuring hecht?
			JA-NEE
			Kunt u in de Bijbel lezen van de gemeente van Christus?
			JA-NEE
16. Bekijk het volgende overzicht en voeg er eventueel andere godsdienstgroepen met data van ontstaan aan toe.
			
17. Handelingen 
			11:26
			Werden in het Nieuwe Testament de discipelen in de 
			eerste eeuw christenen genoemd i.p.v. de gemeente?
			JA-NEE 
			
			18. Efeziërs 
			1:3; Galaten 3:27
			Zijn er geestelijke zegeningen buiten Christus 
			(om) te verwachten?
			JA-NEE
			Indien u al het voorafgaande in aanmerking neemt, is de doop de weg 
			bij Christus binnen te komen en Zijn zegeningen te ontvangen?
			JA-NEE
19. Mattheus 
			26:26-29; Lucas 22:17-20
			Heeft Jezus alleen "vrucht van de wijnstok" en 
			"brood" voor de Maaltijd des Heren (avondmaal) gebruikt?
			JA-NEE
			Heeft Jezus de discipelen gevraagd zowel van de "vrucht van de 
			wijnstok" als van het "brood te nemen?
			JA-NEE
			Heeft Jezus gezegd dat het brood "Zijn lichaam" en de vrucht van de 
			Wijnstok "Zijn bloed" vertegenwoordigde?
			JA-NEE
			
			20. Johannes 
			6:53-54
			Zult u recht hebben op eeuwig leven, indien u tekort schiet in uw 
			deelname aan het onderwijs van Christus in zijn geheel, waarvan de 
			Maaltijd des Heren deel uit maakt?
			JA-NEE